25 februari 2021 – Nieuwe ijkingstoetsen

Brecht Warnez schetste overzichtelijk, en met verwijzing naar de regelgeving, het verhaal van de ijkingstoetsen in bepaalde hogeronderwijsopleidingen (nwvr: ik gebruik voor de bondigheid hier de niet-decretale terminologie en stelde met plezier vast dat ook Koen Daniëls, sinds zijn partijgenoot-minister Weyts ook bij herhaling gewezen had op de contradictio in terminis van de decretale terminologie, dat nu ook deed). De zgn. instaptoets in bepaalde lerarenopleidingen was wel niet echt zo’n ijkingstoets als in diverse academische opleidingen uit de exacte wetenschappen, maar dat terzijde. Alleszins zouden vanaf volgend academiejaar ijkingstoetsen verplicht worden in vier bijkomende bacheloropleidingen. Deelname is verplicht voor inschrijving in die opleidingen, maar het resultaat op de toets is niet bindend. Cruciaal voor die toetsen is het validiteitsonderzoek en daarvoor bestond er een beheersovereenkomst met de VLIR, die jaarlijks een activiteitenverslag opmaakte. In het ‘Jaaractieplan ijkingstoetsen 2020’ werden vijf concrete actielijnen naar voren geschoven met daarbij concrete doelstellingen. Wat waren volgens de minister de belangrijkste conclusies uit het activiteitenverslag van de VLIR? Aan welke ijkingstoetsen werd in 2021 gewerkt met het oog op nieuwe ijkingstoetsen voor het academiejaar 2021-2022?

Vragensteller Koen Daniëls had vragen over een aantal praktische modaliteiten van de deelname aan de verplichte ijkingstoetsen. Hij riep de studenten op om op een ernstige manier deel te nemen aan de ijkingstoetsen, want alleen dan dienden ze het doel ervan. Zijn verwijzing naar terugkoppeling over de resultaten op zulke toetsen naar het secundair onderwijs vond ik alleszins meer dan terecht.

Minister Weyts verwees naar de werkgroep “toetsen”, die hem een goed zicht bood op de ontwikkelingen i.v.m. de ijkingstoetsen. Er was voor 2020 een wijziging in de aandacht voor de diverse actielijnen in dit verband: een verschuiving van de actielijn rond de ontwikkeling van de nieuwe databankstructuur naar twee andere actielijnen, nl. de verdere ontwikkeling van kwalitatieve feedback en een diepgaander validiteitsonderzoek voor enkele ijkingstoetsen. De VLIR zou in maart of april het validiteitsrapport van de ijkingstoetsen 2020 opleveren. De vijf actielijnen voor 2021 bouwden daarop voort: inzetten op samenwerking met andere instrumenten, waaronder het toelatingsexamen arts-tandarts; validiteit en voorbereiding van de uitrol van de verplichte deelname; validiteit en afstemming met de begincompetenties; feedback en remediëring; de versterking van de interuniversitaire werking wat betreft organisatie, logistiek en communicatie. Het besluit van de Vlaamse regering over de vier bijkomende bacheloropleidingen met verplichte ijkingstoetsen lag nu voor advies bij de Raad van State. De minister ging vervolgens uitgebreid in op de concrete afnamemodaliteiten en plannen in dat verband, incl. ook de bestaande faciliteiten voor uitzonderlijke gevallen. Hij plaatste de ijkingstoetsen ook (en terecht) in het ruimere plaatje van de studieoriëntering en -keuze. Voor de verdere toekomst (vanaf 2022-2023) zouden gefaseerd nog een aantal bacheloropleidingen aansluiten in de rij opleidingen met verplichte deelname. Richtinggevende voorwaarde was daar in de allereerste plaats het validiteitsonderzoek. Wanneer nog later het pad uitgebreid zou worden van de exacte wetenschappen naar de humane wetenschappen, lijken mij alvast ijkingstoetsen (die toch over concrete vakkennis gaan) een stuk moeilijker organiseerbaar te worden. Naast de eventueel verplichte remediëring en de zoektocht naar een nieuwe naam voor de formele decretale nomenclatuur in dit verband sprak de minister ten slotte ook nog over de uitbreiding van toetsen naar andere professionele bacheloropleidingen dan de educatieve bachelors. Heel wat denk- en onderzoekswerk was dus bezig.

Vragensteller Warnez vroeg vervolgens naar de opvolging van de remediëring na zo’n ijkingstoets en welke criteria zouden worden gebruikt voor de keuze van de nieuwe verplichte ijkingstoetsen. Zou het om één algemene ijkingstoets of meerdere specifieke ijkingstoetsen gaan voor die bijkomende bacheloropleidingen, wilde vragensteller Daniëls nog weten. Drie interveniënten herhaalden c.q. voegden nog enkele zaken toe. Hannelore Goeman focuste op de noodzakelijke studiebegeleiding (hoe en middelen?). Dat laatste deed ook interveniënt Kim De Witte, nadat hij nogmaals gewezen had op de SES-impact bij zulke toetsen en het probleem van validiteit. Interveniënt Johan Danen sloot zich daarbij aan met zijn verwijzing naar de hoorzitting over deze thematiek op 17 september 2020. Hij herhaalde ook de vraag van Warnez over de criteria voor de selectie van bijkomende opleidingen in het rijtje van verplichte ijkingstoetsen.

Minister Weyts antwoordde dat die selectie (en dus ook inzake volgorde) gewoon pragmatisch afhing van de vorderingen in het validiteitsonderzoek ter zake. De (eventueel verplichte) remediëring en de andere vermelde aspecten werden bekeken, zoals hij in de eerste ronde al gezegd had. Idem voor het precieze format van nieuwe ijkingstoetsen (N.B. Hij gaf het voorbeeld van sociale wetenschappen; eerlijk gezegd, ben ik weleens benieuwd hoe men voor zulke opleidingen een ijkingstoets gaat opmaken.). Op de scepsis van interveniënt De Witte repliceerde de minister dat de invloed van een ijkingstoets net het omgekeerde was van wat De Witte vreesde. Die tegenstelling leek mij inderdaad erg typisch voor het denken over dit soort toetsen.

Vragensteller Warnez besloot dat conform de Codex hoger onderwijs verplichte remediëring nu al mogelijk was, maar dat zulks (inderdaad) zou afhangen van tijd en geld. Vragensteller Daniëls toonde zich een grote voorstander van ijkingstoetsen, verwees naar zijn eigen studiekeuzetijd en herhaalde zijn punt van de terugkoppeling over de resultaten naar het secundair onderwijs.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio