Misschien wel de belangrijkste vraag om uitleg van de namiddag kwam van Loes Vandromme. Over het nieuwe ondersteuningsmodel. Hier ging het dus om de opvolger van het M-decreet, waarnaar ik verwees elders op deze pagina’s bij de vraag om uitleg over de CLBch@t van Kathleen Krekels. Vandromme begon met de decretale context in kwestie en het daaruit volgend personeelsprobleem voor de ondersteuners in de ondersteuningsnetwerken. Een oplossing voor dat personeelsprobleem had minister Weyts vragensteller Vandromme al voorgespiegeld in zijn antwoord op een eerdere schriftelijke vraag van haar, waarbij zij overigens de term “begeleidingsdecreet” wél conform het Regeerakkoord gebruikt had, maar dat terzijde. Ze had ook nog wat cijfers om de personeelssituatie in kwestie te verduidelijken. Hoe ging minister Weyts een regeling uitwerken voor ondersteuners die nu soms al bijna vijf jaar aan de slag waren zonder rechten op te bouwen voor een vaste benoeming? Maar vooral ook: wanneer mocht een eerste conceptnota over het nieuwe Begeleidings- of Leersteundecreet verwacht worden?
De complexe voorbereiding van de personeelsregeling en van het Leersteundecreet tout court was bezig, aldus minister Weyts. De ontwikkeling van de conceptnota ter zake, met daarin een billijke regeling voor de (huidige) ondersteuners, bevond zich alleszins in een eindfase. De ondersteuners bouwden nu ook al wel rechten op inzake vaste benoeming, maar dan wel in het onderliggende onderwijsambt (ambt in het buitengewoon onderwijs). Er was nog een laatste ronde met de onderwijsverstrekkers nodig voor een doorbraak in dit verhaal, zo besloot minister Weyts.
Volgens vragensteller Vandromme was het zaak om snel rust te brengen in het onderwijsveld van de ondersteuners. Quid met de opheffing van de stuurgroep ondersteuningsmodel (met daarin ook de vakbonden)? Interveniënt Kathleen Krekels herkende Vandrommes aanvankelijke vraag heel goed en wilde een volwaardige discussie over de bedoelde conceptnota, waarmee ook getoond moest worden dat naar het onderwijsveld geluisterd werd. Mét een geleidelijke realisatie in de richting van meer inclusief onderwijs.
Het format van de stuurgroep ondersteuningsmodel bleek finaal in rondjes te draaien, volgens de minister, en daarom had hij de onderhandelingsmethode in een bilateraal kleedje gestoken, waaraan nu nog een slotepisode (al of niet bilateraal) gekoppeld zou worden. Vragensteller Vandromme bevestigde nogmaals haar kernpunt over het statuut van de ondersteuners en rekende ook op de betrokkenheid van de ouder- en belangenorganisaties van kinderen met bijzondere noden bij de totstandkoming van het Decreet leersteun.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het nieuwe ondersteuningsmodel van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen
