Twee verschillende vragen om uitleg van één onderwijscommissaris over één thema, dat dan nog eens impliciet (of is het expliciet?) verbonden was met het thema van een actuele vraag de dag voordien, namelijk de schoolvakantieregeling. Maar dus hier: de zomerscholen, waarover Roosmarijn Beckers omstandige inleidingen en vragen had. Ik vat het kort samen: wat was de situatie met de intussen structureel ingebedde zomerscholen, jaargangen 2023 en 2024, en in het bijzonder, hoe zou de minister het evaluatierapport over de zomerscholen 2023 van de Thomas More Hogeschool opvolgen?
Minister Demir voegde kort enkele cijfers toe aan wat al publiek gekend was. Een overheidsopdracht in 2024 bleek niet te gaan over het detecteren van administratieve drempels bij de organisatie van zomerscholen, maar over het bieden van administratieve ondersteuning, zeg maar, over het wegwerken van administratieve drempels. Maar de ene kandidaat voor die opdracht werd niet geschikt bevonden. Dat moest dus herbekeken worden, want ontzorging van de zomerschoolorganisatoren was een belangrijk aandachtspunt, aldus de minister. Het vermelde evaluatierapport zou de minister alleszins bekijken met haar administratie. Het nieuwe regeerakkoord had al laten zien dat zomerscholen een blijver zouden zijn.
Daarnaast kwam in de tussenkomsten niet onverwacht het Vlor-advies over het thema aan bod, en met name het belang van remediëring tijdens de schooluren zelf, plus een korte herhaling van de schoolvakantieregelingskwestie in de plenaire vergadering van de dag voordien. Er was ook aandacht voor de blinde vlekken in het zomerschoolaanbod op de Vlaamse landkaart. Het meest concrete resultaat van de bespreking was misschien nog de vraag van interveniënt Loes Vandromme naar een hoorzitting of gedachtewisseling over het thema, finaal ondersteund door vragensteller Beckers.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen
