De derde vraag van Brecht Warnez in deze commissievergadering betrof een al bij al klein probleem, zo kwam het mij voor, maar wel eentje dat de vragensteller altijd al wat raar gevonden had. Naar aanleiding van een (niet goedgekeurd) voorstel op de Raad van Bestuur van de UGent (nwvr: in het Gentse studentenblad Schamper stond het toch nog enigszins anders) wilde Warnez nu de zaak en eventuele plannen errond aan minister Weyts voorleggen. Waarover ging het? Het huidige systeem van het inschrijvingsgeld voor doctoraatsstudenten en eventuele toekomstige wijzigingen daaraan. Wat dacht de minister van dat systeem en had hij al gesprekken gehad met de universiteiten of de Vlir over een verhoging van die inschrijvingsgelden of een jaarlijks innen ervan in plaats van het huidige systeem?
De minister legde dat huidige systeem, met de concrete cijfers, nog even uit en schetste daarbij ook de ruimere context van een doctoraatsstudent versus een “gewone” student. Hij had in dit verband geen vragen gekregen van de Vlir en wilde het bestaande systeem eigenlijk behouden. Vragensteller Warnez bleef het raar vinden dat iemand moest betalen om zijn, overigens heel interessante, onderzoeks/onderwijsjob aan een universiteit te mogen doen. Kon de minister dan ten minste garanderen dat er geen verhoging van het vermelde inschrijvingsgeld zou komen?
Interveniënten Kristof Slagmulder en Koen Daniëls kwamen nog kort tussen zonder veel nieuws. Conclusie: alle tussenkomsten stonden “geen verhoging van de bedoelde inschrijvingsgelden” voor. Dat was duidelijk.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de verhoging van het inschrijvingsgeld voor doctoraatsstudenten van Brecht Warnez” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen