Brecht Warnez had wel echt zijn best gedaan. Hij had voor deze vergadering vier vragen om uitleg ingediend, allemaal over het hoger onderwijs, die door de aard ervan een heel vlotte behandeling kregen. Dit was de eerste. Wat werd er gedaan voor excellente studenten?
Na een korte intro over de intussen gekende initiatieven voor hoogbegaafde leerlingen in het basis- en secundair onderwijs somde minister Weyts diverse bestaande mogelijkheden in het hoger onderwijs op. Niet onverwacht noemde hij daarbij de zgn. Fayat-beurzen (cf. een beslissing van de Vlaamse regering op 26 november 2021; de benaming zelf was voor mij wel nieuw, want in de regeringsbeslissing zelf werd die term niet genoemd). Voorts bleek hij geen plannen te hebben om hoogbegaafden in het hoger onderwijs op een analoge manier als in het basis- en secundair onderwijs te gaan behandelen. Hij gaf ook nog wat meer details over de Fayat-beurzen, die ook diverse andere elementen bevatten waarmee duidelijk werd dat ook het beeld van Vlaanderen in de wereld daarbij een aandachtspunt was.
Even voordien had interveniënt Koen Daniëls nog herinnerd aan een slogan in zijn vroegere secundaire school: “Streven mag”. De minister vond ook dat iedereen omhoog geduwd moest worden. Vragensteller Warnez wees er ten slotte op dat voor hem excelleren hier vaak ging om uitmunten in een bepaald onderdeel. Zulke studenten moesten ook gehonoreerd worden, vond hij.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over highpotentialprogramma's voor excellente studenten in het hoger onderwijs van Brecht Warnez” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen