24 februari 2021 – Bemiddelaar voor eindtermen

Jean-Jacques De Gucht had in De Standaard van 20 februari 2021 het artikel (voor abonnees) over bisschop Johan Bonny en het interview (voor abonnees) met hem gelezen. Hij citeerde een paar zaken uit de krantenartikelen, meende dat zelfs het principe van de scheiding van Kerk en Staat geschonden zou kunnen zijn en vroeg minister Weyts naar een reactie.

Die hield zijn antwoord heel kort. Hij zei altijd open te staan voor dialoog, herinnerde aan de goedkeuring van het ontwerpdecreet over de eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs (zonder tegenstem) en wees nogmaals op het intussen gekende verhaal van de praktijkcommissie. Dat was niet helemaal het antwoord dat vragensteller De Gucht voor ogen had. Dus stelde hij zijn vraag opnieuw en hij benadrukte daarbij dat hij de gang van zaken met bisschop Bonny niet begreep. Interveniënt Koen Daniëls zei iets voorzichtiger dat hij ook enigszins verbaasd was over Bonny’s voorstel over een intendant (bemiddelaar) in het eindtermenverhaal, maar trok vervolgens een stuk steviger de registers open en wees (opnieuw) op “die opruiende pamfletten” (lees: de vier eindtermenkranten van Katholiek Onderwijs Vlaanderen). De geplande praktijkcommissie wás die intendant volgens hem. Daniëls vroeg bijkomend naar de timing van de praktijkcommissie. Interveniënt Hannelore Goeman herhaalde deels haar standpunt over het dossier eerder in het parlementaire proces, vroeg of de Kerk of de overheid het in dezen voor het zeggen had en wilde weten of er verschillende praktijkcommissies zouden komen (lees: per finaliteit één). Interveniënt Loes Vandromme beschouwde het voorstel van de bemiddelaar als een uitgestoken hand en vroeg hoe er tegen 1 september 2021 rust gebracht kon worden in het onderwijs. Interveniënt Elisabeth Meuleman wees op enkele positieve elementen uit de voorgeschiedenis van het dossier vorige legislatuur, maar vond een en ander nu onbegrijpelijk en vroeg naar de samentelling en de voorzitter van de praktijkcommissie. Interveniënt Jan Laeremans ten slotte herhaalde zijn stelling van de noodzaak om via de praktijkcommissie de zaken constant te evalueren de volgende jaren (meervoud) en suggereerde dat de voorzitter van de praktijkcommissie naar de Onderwijscommissie zou komen.

Minister Weyts begreep de actie van bisschop Bonny ook als een uitgestoken hand, maar zag zelfs nog meer: misschien zou het katholiek onderwijs dan toch afzien van een procedure voor het Grondwettelijk Hof … tja. Op de Vlaamse regering van 26 februari 2021 zou de minister alleszins een naam voor het voorzitterschap van de praktijkcommissie voorstellen. En over de werking van de praktijkcommissie zou er zeker terugkoppeling naar het Vlaams Parlement zijn. Allemaal tot eer en glorie van een verhoging van de onderwijskwaliteit.

Dat van die uitgestoken hand begreep vragensteller De Gucht dan weer helemaal niet (“daar moest je wel een christelijke visie op de wereld voor hebben”). De voorzitter van de praktijkcommissie moest neutraal zijn en volgens De Gucht was de definitie daarvan “niet gebonden zijn aan een onderwijsnet” … tja. Wordt vervolgd … ongetwijfeld.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio