22 december 2022 – Niet-ingevulde lestijden in katholieke basisscholen

Vragensteller Loes Vandromme moest dan direct na de vragen over de kinderverzorgers voortgaan met nog een ander thema dat óók paste in de context van het lerarentekort. Maar het mocht niet zijn: haar stem, verkouden als ze was, hield het niet en een stevige hoestbui speelde haar parten. Minister Weyts kreeg dan maar meteen het woord. Vandrommes vragen vonden hun aanleiding in een artikel in De Standaard (voor abonnees) van 24 november 2022 over “niet-ingevulde vervangingen” (specifiek in katholieke scholen lager onderwijs): een onderzoek van professor Kristof De Witte van de KU Leuven, waaruit bleek dat er meer niet-ingevulde vervangingen waren in scholen met meer SES-leerlingen. Het onderzoek bevatte ook soortgelijke data voor het secundair onderwijs van alle Vlaamse secundaire scholen, maar daarover ging het niet rechtstreeks in de vraag om uitleg.

Om het “algemene” antwoord van minister Weyts en de kritische houding van vragensteller Vandromme wegens het niet-beantwoorden van haar “specifieke” vragen over het Leuvense onderzoek in kwestie wat te proberen te duiden, graag het volgende:

  • de dS-journalist van het dS-artikel (cf. supra), waarop vragensteller Vandromme zich gebaseerd had, namelijk Klaas Maenhout, had, leek mij, voor enige verwarring gezorgd door in zijn artikel te spreken van een Leuvens onderzoek van “Kristof De Witte en Laetitia Gambi”;
  • het onderzoek waarover het op 24 november 2022 ging, was een onderzoek van “Kristof De Witte en Kaat Iterbeke”;
  • dat laatste onderzoek dateerde overigens al van februari 2022 en handelde specifiek over niet-ingevulde vervangingen in het secundair onderwijs (met data van het schooljaar 2019-2020); dat onderzoek was al publiek;
  • maar in november 2022 was daaraan een volgens mij op dat moment nog niet-publiek deel toegevoegd over inderdaad de situatie in katholieke lagere scholen (met data van de periode 2020-2022), waarvan de resultaten samengevat in het artikel van Maenhout stonden; dat die van medeauteur Laetitia Gambi had gesproken, viel wellicht dan weer te verklaren doordat Kristof De Witte en Laetitia Gambi een verwant (maar toch ander) onderzoek gedaan hadden in 2021 (N.B. In september 2020 was er overigens nóg een verwant en nóg ander onderzoek geweest van Kristof De Witte en Joana Elisa Maldonado).

Met al die contextuele informatie in het achterhoofd leek het mij dan ook niet onlogisch dat minister Weyts niet kón antwoorden op de specifieke vragen over de kwestie van “meer niet-vervangingen (N.B. In de bespreking werd daarvan systematisch “vacatures” gemaakt) in katholieke lagere scholen met veel SES-leerlingen”. Zijn uiteenzetting ging dan ook veel algemener over de intussen gekende maatregelen om het lerarentekort tegen te gaan. Over nog te nemen maatregelen, inclusief het verhaal van de zgn. Commissie van Wijzen, waarvan de vermelde Kristof De Witte ook deel uitmaakte, en aangevuld (want ook dat punt kwam in Vandrommes vragen aan bod) met een uitweiding over het GOK-beleid, waaraan gerefereerd was in het Vlor-memorandum van 2019.

Na de tussenkomst van interveniënt Kathleen Krekels maakte minister Weyts nog dankbaar van de gelegenheid gebruik om te verwijzen naar een recente themadag van zijn partij (ook met beeld), waar het onder andere over onderwijs ging en waar ook het belang van hoge verwachtingen stellen aan (sociaal-economisch) kansarme leerlingen aan bod gekomen was.

Ten slotte leidde ik uit het slotwoord van vragensteller Vandromme af dat zij voordien al een schriftelijke vraag gesteld had over niet-vervangingen in het lopende schooljaar, waarop blijkbaar geen bevredigend antwoord gekomen was. Maar ik erken, dat laatste was enige speculatie van mijn kant.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio