22 december 2022 – Bevraging door onderwijsinspectie van scholen over hun samenwerking met CLB's

Vragensteller Loes Vandromme citeerde enkele aanbevelingen uit het rapport van de Onderwijsinspectie over de samenwerking tussen scholen en CLB’s. Wat ging minister Weyts doen met die aanbevelingen, en meer in het bijzonder met de blijkbaar meer kritische houding t.a.v. de samenwerking met CLB’s in het secundair onderwijs en het buitengewoon onderwijs?

De minister benadrukte het positieve nieuws in het vermelde rapport. Hij was naar eigen zeggen met bepaalde maatregelen al een stuk tegemoetgekomen aan bepaalde aanbevelingen, ook wat het secundair onderwijs en het buitengewoon onderwijs betrof. Hij somde er enkele van op: het zgn. digitale schooldossier, het IRIS-CLBonlineplatform voor toegang tot de verslagen en de gemotiveerde verslagen van leerlingen, Appwel om het welbevinden van leerlingen te bevragen. Er werd ook ingezet op diverse vormen van samenwerking tussen Onderwijs en Welzijn. Er waren mogelijkheden voor een CLB-bestuur om autonomer een personeelsbeleid te voeren. Het toekomstige decreet Leersteun zou specifiek concreter inzetten op de samenwerking van het buitengewoon onderwijs met het CLB binnen een handelingsplanmatige aanpak.

Vragensteller Vandromme liet niet na om op basis van het voorgaande nogmaals expliciet de belangrijke rol van de CLB’s te benadrukken: inderdaad, in een vroegere fase hadden die politiek weleens onder druk gestaan van bepaalde politici. Vandromme wees ook op het belang van voldoende middelen.

Interveniënt Kathleen Krekels was niet onverwacht kritischer. Ze verwees naar de Onderwijsinspectie die al eerder kritisch geweest was voor de prestaties van het buitengewoon onderwijs, dat volgens Krekels blijkbaar de ondersteuning door CLB’s miste op het stuk van de zgn. brede basiszorg en verhoogde zorg. Ik vond dat een wat eigenaardige redenering, want verkeerde in de waan dat die eerste twee treden in het zgn. zorgcontinuüm (zeg maar, fasen 0 en 1, waarover het ook al zo vaak gegaan was) net betrekking hadden op het gewoon onderwijs, niet op het buitengewoon onderwijs. Ofwel had ik haar slecht begrepen. Dat is ook altijd mogelijk, maar verwarrend was Krekels’ uitleg alleszins. Ze verwees ook kritisch naar de CLB’s i.v.m. het decreet Leerlingenbegeleiding, dat volgens haar ertoe geleid had dat CLB’s bepaalde rollen niet meer als de hunne beschouwden. Tot slot vroeg interveniënt Krekels nog hoe het zat met de onderlinge verhouding tussen de twee al bestaande digitale platformen (LARS en IRIS) en het toekomstige digitale schooldossier (lees: nog een derde platform). Inderdaad, wat planlast betrof, een relevante vraag.

Minister Weyts zei kortweg uit te gaan van datadeling: mooi natuurlijk, maar zijn partijgenote Krekels had net voordien laten zien dat zulks alvast niet gold voor de twee bestaande platformen… En voor het overige, even kortweg: het decreet Leersteun zou een antwoord bieden op de problematiek van het buitengewoon onderwijs. We zullen zien, kon ik niet nalaten te denken… Vragensteller Vandromme drukte die hoop ook uit en herhaalde haar onbeantwoorde vraag naar voldoende middelen voor de CLB’s ook inzake de vermelde brede basiszorg en verhoogde zorg.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio