2 oktober 2025 – Minimumdoelen voor zwemmen en muzische vorming

Voor het laatste thema van deze commissievergadering waren er niet minder dan vier vragenstellers: ook over een klassieker, maar eentje die door de nieuwe minimumdoelen van het basisonderwijs weer ietwat geactualiseerd was. Zwemmen, daarover ging het, en ook nog een beetje over muzische vorming. Graag eerst nog wat bijkomende lectuur voor de liefhebbers:

  • precedenten in mijn archief: 6 maart 2024 en ouder;
  • over muzische vorming in De Standaard (voor abonnees);
  • over muzische vorming een stuk meer in de diepte door Kris Van den Branden;
  • omdat de laatste vragensteller, Roosmarijn Beckers, als enige in haar directe vragen ook nog principiëler inging op de minimumdoelen, verwijs ik nog graag naar de hoorzitting ter zake op 3 juli 2025.

Wat het zwemmen in de minimumdoelen betrof, ging het in de bespreking enerzijds over de wat afgezwakte formulering van het minimumdoel dat aanvankelijk in het tekstvoorstel stond en anderzijds over het probleem van toegang voor scholen tot zwembaden (en de kosten in dat verband). Dat laatste was vanuit het verleden erg herkenbaar. Minister Demir verwees voor die praktische problemen naar haar samenwerking met de minister van Sport (cf. investeren in nieuwe en gerenoveerde zwembaden en ondersteunen van lokale besturen en uitbaters om het schoolzwemmen toegankelijk te houden) en het zgn. protocol schoolzwemmen van destijds, dat afspraken beoogt tussen onderwijs, sportdiensten en gemeenten, bijvoorbeeld over gereserveerde uren, groepstarieven of redders.

Wat de kritiek op de te exclusief kennisgerichte benadering van muzische vorming betrof, beantwoordde de minister die met de stelling dat volgens haar een kennisrijk curriculum geen beperking was, maar net een hefboom voor vaardigheden en creativiteit. Ik stel voor om de praktijk af te wachten.

Wat het algemene verhaal van de minimumdoelen (in zijn diverse aspecten, incl. het grote vervolgtraject ervan) betrof, kregen we, samengevat, een omstandige herhaling van eerdere informatie en besprekingen. Maar toch nog enkele interessante zaken:

  • Loes Vandromme was bezorgd over het optreden van bepaalde uitgeverijen intussen, wier cursussen en boeken blijkbaar zouden garanderen dat de nieuwe minimumdoelen bereikt worden; de uitgeverijen moesten het natuurlijk nu niet komen verbrodden, dixit minister Demir in haar reactie, en ze moesten mee de leerplannen volgen; ze zijn gewaarschuwd;
  • voor de ondersteuning in de implementatie waren er inderdaad het plan van een kenniscentrum en het model van inspiratiescholen (diverse parlementsleden verwezen ernaar): het viel me op dat de minister weliswaar de aanbesteding via Leerpunt voor dat kenniscentrum vermeldde, maar niet dat in augustus de deadline voor indiening van voorstellen ineens verschoven was naar… 6 oktober en ook over de geplande startdatum van de inspiratiescholen (1 januari 2026) sprak ze zich niet expliciet uit;
  • dat deed ze evenmin over de geplande monitoring van de zgn. “70/30”, wat toch een erg belangrijk element in het verhaal is (ook vermeld door enkele parlementsleden); afwachten dus maar;
  • de minister wond zich nog wel wat op over dat “snel-snel” van sommige parlementsleden mét straffe taal, hoewel dat in het Engels iets minder straf klinkt in Vlaamse oren; haar voorspelling i.v.m. de volgende PISA-resultaten (en andere internationale toetsen) en de reactie dan van haar pappenheimers-parlementsleden (nwvr: het eerste epitheton waren de ministers woorden, niet de mijne) kon ook ik me wel helemaal voorstellen; maar de prijs hier voor de leukste én gelijk meest pertinente tussenkomst kende ik zonder aarzelen toe aan commissievoorzitter Bart Claes met zijn “Als de resultaten volgend jaar wel omhooggaan, mag u er ook niet mee pronken. Dan zult u een pluim aan minister Weyts geven.”;
  • Maar het belangrijkste was misschien wel de constructieve conclusie van de minister: “Nu zijn we inderdaad met z’n allen volop voorbereidingen aan het treffen, en daar ben ik iedereen eigenlijk enorm dankbaar voor: mijn administratie, maar ook het werkveld. Ik vind dat de koepels daar ook echt goed mee aan de slag zijn, net als de pedagogische begeleidingsdiensten.” Voilà!

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?