Het uitgangspunt van de vraag om uitleg van Roosmarijn Beckers mocht dan wel een recent Vlor-advies i.v.m. het basisonderwijs zijn, maar eigenlijk ging het over het ruimere Plan Nederlands (cf. ook de fase die voorafgaat aan het kleuteronderwijs en ná het basisonderwijs), waarover minister Demir al een aantal keren sprak, maar daarop was het nog (even) wachten. De minister hoopte daarmee nog vóór het zomerreces naar de Vlaamse regering te gaan (lees: uiterlijk 18 juli 2025). Het werk daaraan was nu bezig (bv. ook het in kaart brengen van de (op dit moment al) beschikbare middelen voor taal). Grappig vond ik wel haar lapsus linguae tussendoor: “…we zouden van een ander tapje moeten vatten”, maar in de notulen werd dat netjes aangepast, prima.
Dus: eigenlijk geen nieuws te melden voorlopig, behalve dan misschien dat de minister nu iets meer oren had naar een gekende bekommernis van interveniënt Loes Vandromme om al vanaf de eerste anderstalige nieuwkomer in het basisonderwijs rekening te houden in de financiering, maar de minister wilde de zaken breder bekijken dan alleen anderstalige nieuwkomers in strikte zin. Vandromme nam ook gelijk de gelegenheid te baat om een nieuwe cd&v-conceptnota aan te kondigen.
Het was dus wachten op verder nieuws over het concrete wat en hoe, maar tot slot nog graag één overweging: wanneer ik de omstandige toelichting van de minister tot en met didactische kwesties toe zo aan het beluisteren was, kwam het mij voor als wilde ze zeggen dat hieraan ofwel niet ofwel niet goed genoeg gewerkt was tot nog toe, maar dat dat nu wel zou veranderen en wel goed zou worden gedaan. Tja…ik dacht niet dat goed taalonderwijs (in brede zin) pas begonnen was met deze legislatuur of dat slechts in een uitverkoren groepje scholen een en ander al wel goed gebeurde en de rest maar wat aanmodderde.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het advies van de Vlaamse Onderwijsraad over de inzet van bijkomende middelen voor Nederlands in het basisonderwijs van Roosmarijn Beckers” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen