De derde vraag dan van Jo Brouns, over een thema dat heel wat meer interventies uitlokte. De vragensteller vertrok van de inschrijvingscijfers 2020-2021 in het katholiek gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, met vooral een stijging in het buitengewoon onderwijs en met implicaties voor de nodige scholenbouwinvesteringen, zowel voor het bestaande patrimonium als voor capaciteitsuitbreiding. De al eerder door minister Weyts genoemde bedragen in dit verband kwamen ook aan bod. Maar was dat voldoende, met name voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs? Wanneer zou de beloofde oproep voor huursubsidies er komen?
Heel wat antwoorden zaten al vervat in de conceptnota Masterplan Scholenbouw 2.0 (cf. Vlaamse regering, 10 juli 2020), zo begon minister Weyts zijn antwoord. Die conceptnota was ook al aan bod gekomen in de commissievergadering van 17 september 2020. De minister herhaalde graag de bedragen en verwees naar de derde editie van de capaciteitsmonitor (niet te verwarren met de Schoolgebouwenmonitor) in de loop van 2021, die belangrijk zou zijn voor de verdeling van de capaciteitsmiddelen 2022-2024. Ook de aanbodgegevens van het buitengewoon onderwijs zouden daarbij worden verzameld en er zou ook ruimere aandacht gaan naar analyses inzake de te verwachten tekorten in het buitengewoon onderwijs. Maar er mocht gelijk ook geen structurele overcapaciteit worden gecreëerd, aldus de minister. Met de vermelde extra budgettaire middelen zouden tegen het schooljaar 2024-2025 de grootste te verwachten tekorten beantwoord kunnen worden in de onderwijszones en gemeenten die daar het meest nood aan zouden hebben. De volgende oproep tot huursubsidies zou gelanceerd worden ten laatste volgend jaar voor het vrij en officieel gesubsidieerd, gewoon en buitengewoon onderwijs.
Voor de huidige capaciteitsronde meldde vragensteller Brouns bezorgde signalen uit het veld over de krappe timing, in combinatie met de nieuwe systematiek van de bovengemeentelijke taskforces. Wilde de minister meegaan in een voorgestelde evaluatie via dialoog met lokale besturen die op dat vlak heel wat ervaring opgebouwd hadden als regisseur? Verliepen de zaken intussen sneller tussen investeringsmiddelen vastleggen en daadwerkelijk bouwen, zo vroeg Brouns nog bijkomend.
Daarna namen liefst vijf interveniënten het woord. Jean-Jacques De Gucht kwam terug op zijn eerdere vraag over de mogelijkheid van leningen voor het GO!. Kathleen Krekels ging uitgebreid in op de situatie van het buitengewoon onderwijs en vroeg of het (nieuwe) Inschrijvingsdecreet, -- waarover we, tussen haakjes, weinig horen, lijkt mij --, ook een mogelijk instrument was om het capaciteitstekort beter te monitoren (ook voor het buitengewoon onderwijs). Interveniënt Hannelore Goeman trok ook de kaart van “ons eigen gemeenschapsonderwijs”, met verwijzing naar zijn inschrijvings- c.q. groeicijfers en naar de druk op de vrijheid van onderwijs vanuit die invalshoek. Hoe zouden de capaciteitsmiddelen verdeeld worden tussen de koepels en zou het GO! daarbij ook worden gevrijwaard? Interveniënt Jan Laeremans trok zijn lokale kaart: die van het capaciteitsverhaal in de Vlaamse Rand. Interveniënt Arnout Coel ten slotte legde de link naar de 4,3 miljard euro van het zgn. relanceplan. Hij vroeg hoeveel van die middelen konden dienen voor het bestaande schoolpatrimonium en/of extra capaciteitsmiddelen.
Minister Weyts verbond zijn bekende bedrag van 3 miljard euro met dat laatste: ik vond dat enigszins verwarrend, want die 3 miljard was toch bepaald aan het begin van de legislatuur, lang vóór er sprake was van corona en relance, en stond daar dus los van. Of wilde hij gewoon benadrukken: “Kijk, we hebben voor investeringen in schoolgebouwen al heel wat gepland.”? Voor de capaciteitsmiddelen was er per cluster van gemeenten een gemeente die de coördinatiefunctie opnam. De verdere opvolging was in handen van de lokale besturen en scholen zelf. De minister vond AGION een heel performante overheidsdienst, die nog altijd vooruitgang boekte. Voor het buitengewoon onderwijs was er een extra teldatum en voor de Vlaamse Rand was er al heel wat extra capaciteit gepland voor 2021.
Vragensteller Brouns bevestigde een en ander en juichte de middelen toe, maar vond tot slot ook dat de minister voor de versnelling van de doorlooptijd tussen vastleggen van middelen en daadwerkelijk bouwen nog maatregelen kon nemen.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het nijpende capaciteitstekort in het leerplichtonderwijs, in het bijzonder in het secundair onderwijs van Jo Brouns” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen