De laatste vraag om uitleg (van Johan Danen) van de vergadering mocht dan wat omstandig zijn, het doel ervan was kort en bondig. Dat laatste kon zeker ook gezegd worden van het antwoord van minister Weyts.
Zgn. “SOL”-middelen (speciale onderwijsleermiddelen), waaronder tolkuren ressorteerden, bestonden inderdaad niet in het deeltijds kunstonderwijs, maar dat kon eventueel wel met zijn financiële middelen zelf keuzes maken in dit verband. Maar veel belangrijker was dit antwoord van de minister: dit was een kwestie van toegankelijkheid van het deeltijds kunstonderwijs, wat een element was in de lopende beleidsevaluatie van het dko-decreet, waardoor de uitkomst daarvan een uitbreiding van de SOL-regeling naar het dko zou kunnen zijn. Op de bijkomende vraag van Kathleen Krekels over de situatie van de doventolkenopleidingen wilde de minister niet improviseren. De bijkomende vraag van Loes Vandromme over het waarom van minder SOL-aanvragen in het leerplichtonderwijs leek de minister mij helemaal te negeren.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de tolkuren in het deeltijds kunstonderwijs van Johan Danen” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen