Politiek nog een stukje delicater was deze tweede vraag van de vergadering: niet zozeer de tekst zelf van de oorspronkelijk ingediende vraag door Hannelore Goeman, als wel de overigens bekende Vooruit-richting rond levensbeschouwelijk onderwijs die zij insloeg in de loop van de bespreking, waarbij niet onverwacht steun kwam vanuit liberale hoek. De Paarse tijden vanaf 1999, weet je nog? Graag vermeld ik hier enkele teksten als context: verlaging van de leerplichtleeftijd, de omzendbrief ter zake, een schriftelijke vraag van Jean-Jacques De Gucht, een schriftelijke vraag (1) en een schriftelijke vraag (2) (nwvr: zelfde vraag, antwoord nog niet gepubliceerd) van Hannelore Goeman, een artikel in De Standaard van 31 augustus 2020 (voor abonnees), een opiniestuk van Jean-Jacques De Gucht en een interessant overzicht van partijpolitieke standpunten over levensbeschouwelijke vakken op de Thomas-website. Hoe zat dat nu, minister Weyts, met die bevraging die u eerst gepland had over deze wijziging voor het officieel kleuteronderwijs en dan weer niet?
Aanvankelijk had de minister inderdaad dat voornemen, maar hij was daarvan afgestapt. De nieuwe regeling kende namelijk een vlotte invoering, op wat aanvankelijk verkeerde communicatie in scholen na. De dag voordien had ook nieuw overleg plaatsgevonden met de levensbeschouwelijke instanties: er waren geen problemen.
Maar dat was buiten vragensteller Goeman en interveniënt Jean-Jacques De Gucht gerekend. De eerste wilde wel cijfers, want ze vermoedde dat die laag zouden zijn, wat brandstof gaf aan een uitbreiding van dit opt-insysteem voor het héle officieel onderwijs zodat de Vooruit-piste van facultatief levensbeschouwelijk onderwijs buiten de lesuren en verplicht (want eindtermen) interlevensbeschouwelijke dialoog en burgerschapseducatie binnen de lesuren vorm zou krijgen. De Raad van State had over het systeem voor leerplichtige kleuters trouwens gezegd dat dat de grondwet niet schond (nwvr: dus een grondwetswijziging was niet nodig). Wat wilde men nog meer, dacht ik te horen. In zijn bekende stijl sloot interveniënt Jean-Jacques De Gucht zich daarbij aan, zonder te vergeten vragensteller Goeman eerst nog wat te jennen met het wedervaren van haar partijgenoot Bert Anciaux destijds bij een bepaalde hoofdelijke stemming in de Senaat. Hij wilde zelfs een ruime gedachtewisseling over heel deze kwestie. Heel die regeling was een achterhaald gegeven. Nog altijd volgens de interveniënt. Interveniënt Kathleen Krekels had ook wel begrip voor de organisatorische moeilijkheden ter zake (nwvr: van bv. gemeentescholen die dat geluid in het verleden al vaker lieten horen), maar had, blijkens haar vraag, nog niet door waarom haar twee collega’s zozeer insisteerden op die cijfers. Interveniënt Loes Vandromme vond de huidige regeling wel goed, dus inclusief levensbeschouwelijk onderwijs, dat aan kwaliteitseisen voldeed, tijdens de lesuren.
De minister wilde vragensteller Goeman finaal dan toch wat tegemoetkomen door de gevraagde cijfers na te gaan via de lagere scholen waar de kleuters in kwestie voor deze aangelegenheid terecht moesten, dus zonder een bijkomende bevraging van de kleuterscholen zelf.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het opt-insysteem in het kader van het levensbeschouwelijk onderwijs voor kleuters van Hannelore Goeman” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen