Intussen gaat het alsmaar beter met de verwerking van de commissienotulen op de nieuwe website van het Vlaams Parlement. Als het goed is, mogen we dat zeker niet vergeten te vermelden. De eerste vraag om uitleg van deze commissievergadering was erg actueel. Slechts enkele dagen voordien was deze taalscreening van kleuters, zeker voor de onderwijsminister een belangrijke beleidsmaatregel, van start gegaan. Vragensteller Loes Vandromme had opgevangen dat de KOALA-test in kwestie niet digitaal gedaan kon worden (cf. ook het eerdere Vlor-advies). Hoe zat dat en hoe waren de eerste ervaringen?
Minister Weyts was die eerste dag het onderwijsveld in Asse ingetrokken en was even enthousiast als de kleuters die hij daar ontmoet had. Er werd in een helpdesk voorzien door het Centrum voor Taal & Onderwijs, de architect van de test, zoals ook meegedeeld in Schooldirect. Het was een juridische eigendomskwestie die maakte dat digitale afname vooralsnog niet kon (wel in 2022). De onkosten voor de ‘papieren’ afname nu zouden beperkt zijn. En de kleuterscholen hadden intussen toch heel wat bijkomende middelen gekregen, niet?
Vragensteller Vandromme had toch wel wat andere geluiden uit het veld opgevangen: 26 kleurenkopieën per kleuter, tijdbesteding en quid met de verwerking van de data? En hoe kon er nog meer een taalrijke omgeving op school gecreëerd worden? Interveniënt Annabel Tavernier was wél enorm enorm (nwvr: tweemaal; bewust, geen vergissing) tevreden, vond dat men zelfs voorzichtig moest zijn met een digitale afname en dat er geen sprake was van een sputterende start, zoals vragensteller Vandromme het genoemd had. Interveniënt Jan Laeremans bleek kleinzonen te hebben die de test zouden afleggen en vroeg naar het verdere verloop. Interveniënt Hannelore Goeman herhaalde nog eens het Vooruit-standpunt ter zake en drong aan op positief taalgebruik over de resultaten van de test (te vermijden: “taalachterstand”).
Volgens minister Weyts was een koala best wel aaibaar (nwvr: naast ook erg lui, meen ik me uit lessen van lang geleden te herinneren). Het was een leuke test en de kinderen stonden te popelen om te mogen meespelen. De verwerking van de resultaten gebeurde direct. Er was een inspiratiegids voor de scholen en de communicatie over de testresultaten zou op een oudercontact gebeuren. Terloops wees hij overigens ook nog even op de ouderlijke verantwoordelijkheid inzake taalgebruik thuis. Tot slot wees vragensteller Vandromme op de planlast in het ‘papieren’ scenario (digitale middelen in de kleuterklas anno 2021 waren géén zeldzaamheid) en herhaalde haar vraag over die taalrijke omgeving.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de KOALA-taalscreening van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen