Het was er al vaker over gegaan in de Commissie voor Onderwijs deze legislatuur. Nu was het rapport klaar. Van de zgn. commissie-Luc De Man, oftewel het rapport van de Kwaliteitsalliantie Leermiddelen voor Secundair Onderwijs. Uiteraard bracht deze bespreking ook heel wat herhaling van vele, eerder gevoerde besprekingen over onderwijskwaliteit, de kwaliteit van leermiddelen (en vooral handboeken en invulboeken; de lezer herinnert zich dat) én de beschikbaarheid en betaalbaarheid van die boeken (waarbij ook het dossier van maximumfacturen in het secundair onderwijs niet konden ontbreken).
Bij de harde critici bleven de eerdere harde kritieken overeind. De coalitiepartners van de minister waren ook enigszins kritisch: vragensteller Loes Vandromme zat wat de garantie op het tijdig hebben van boeken (voor elke leerling) betrof, eigenlijk op dezelfde golflengte als (harde) critica Hannelore Goeman, en volgens Vandromme moesten ook de boekenleveranciers mee aan tafel komen; interveniënt Gwendolyn Rutten sprak dan weer wel van een goede eerste stap, maar het moest ook om daadwerkelijk lezen en schrijven gaan in de onderwijspraktijk en dus niet stoppen bij die leermaterialen.
Verdediger Koen Daniëls haalde er de Ierse leerervaring bij, die blijkbaar “verplicht antwoorden in zgn. volzinnen” betrof, als alternatief voor het te simpele “alleen invullen van voorzetsels in een invulboek”. Misschien had ik hem verkeerd begrepen, maar in heel wat authentiek geschreven en gesproken taalgebruik gebruikt een volwassen taalgebruiker geen zgn. volzinnen. Iets wat mij meer interesseerde van de Ierse uitstap, was wat Loes Vandromme in haar betoog bedoelde met die voorbeelden van ”overtuigend schrijven” (door 9-jarige leerlingen) aan de muur van een Iers klaslokaal. Ik zou het haar bij gelegenheid ’s moeten vragen, want dat leek mij voor die jonge leeftijdsgroep een nogal sterk verhaal, maar toegegeven, met mijn leeftijd neemt ook het aantal mijner vergissingen toe.
Naast wat we over dit alles al vaker gehoord hadden, noteerde ik nog twee pertinente punten uit de antwoorden van de minister. Eén. Inzake betaalbaarheid van boeken dacht hij eventueel aan een versterkte schoolbonus op de rekening van de scholen i.p.v. op die van de ouders (N.B. Via het Groeipakket kon hij voor dat doel geen regeling treffen.). Twee. De verdere uitrol van de Kwaliteitsalliantie zou via de pedagogische begeleidingsdiensten gedaan worden. En er zat natuurlijk ook nog een “Leercentrum” (of: “Leerpunt”?) aan te komen. Wie zich het rapport van die andere commissie, de commissie-Brinckman, herinnert, weet wat ik bedoel. Ik ben trouwens zelf hoogst benieuwd naar de verhouding tussen de samenstelling van dat toekomstige Leercentrum (of wat de officiële nomenclatuur finaal ook moge zijn) en de bestaande hogeronderwijsinstellingen, waar nu al (alleszins deels) het bedoelde onderzoek verricht wordt.
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de nood aan kwalitatieve én betaalbare schoolboeken van Hannelore Goeman, de Kwaliteitsalliantie voor lesmateriaal van Koen Daniëls en de Kwaliteitsalliantie van Loes Vandromme ” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen