Van een eerder verschoven vraag om uitleg van Hannelore Goeman over het plaatsgebrek in het Nederlandstalige basisonderwijs in Brussel was ineens geen sprake meer, maar geen nood, er kwam een vraag over de onderwijsuitdagingen in de Vlaamse Rand (rónd Brussel dus) in de plaats, de thuishaven van vragensteller Katia Segers (én van minister Weyts). Het was demografisch een specifiek gebied: wetenschappelijk onderzoek bewees dat het verjongde en diverser (cf. ook taalproblematiek) werd, net zoals Brussel. De onderwijsproblemen waren: capaciteits- en lerarentekort, die daarnaast ook in het Vlaams Gewest het onderwijs parten speelden. Kon het Onderwijscentrum Brussel (OCB) ook niet in de Rand ingezet worden? Wat was minister Weyts’ antwoord op de grote onderwijsuitdagingen in de Vlaamse Rand?
Hij bracht in kaart welke algemene maatregelen en initiatieven hij al genomen had, die óók of zelfs specifiek dienstig waren voor de Rand, en stelde het aandeel van de Rand in de capaciteitsmiddelen (gewoon basis- en secundair onderwijs) verhoogd te hebben van 9 procent naar 21 procent. Hij had daarnaast aan vzw ‘de Rand’ de bijkomende taak en corresponderende middelen gegeven om de secundaire scholen bij te staan rond taalbeleid Nederlands, ouderbetrokkenheid en Nederlands buiten de schooluren. Dat liep goed. En er bestond wel degelijk al een samenwerking tussen ‘de Rand’ en OCB. Dat volstond voor de minister.
Vragensteller Segers ontkende al die inspanningen niet, maar het was niet genoeg. Zij zag meer gelijkenissen tussen de Rand en Brussel dan de minister, voorspelde (op grond van het vermelde onderzoek) dat de Brusselse realiteit ook die van de Rand zou worden en dat het nu dus tijd was om te anticiperen. Niet alleen voor de zgn. 19 gemeenten, maar ook voor de bredere (Vlaamse) Rand.
Minister Weyts weidde uit over het belang van het Nederlands en en passant, met enigszins verheffende stem, hernam hij het recente debat over (een deel van) het Groeipakket. Daarbij kon hij het niet laten om vragensteller Segers (en vooral haar partij en partijvoorzitter) politiek even te jennen.
Gewoon nog een detail. Ik vond dat vragensteller Segers behoorlijk wat verwarring zaaide met haar formulering aan het eind: “We zien dat wat er in Brussel gebeurt, een paar jaar later in de Vlaamse Rand gebeurt en weer een paar jaar later in de brede rand. (…) Ik ben er in mijn repliek op teruggekomen, maar u hebt er niet op geantwoord, wat er gebeurt in de negentien gemeenten van de Rand, gebeurt ook in de gemeenten van de bredere rand (…)”. Ik dacht dat er gewoon de 19 gemeenten waren enerzijds, en de (bredere) Vlaamse Rand anderzijds, punt (cf. de bovenvermelde kaartjes achter de hyperlinks). Maar misschien versta ik het als eenvoudige, Antwerpse Kempenaar allemaal niet zo goed…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de uitdagingen voor het onderwijs in de Vlaamse Rand van Katia Segers” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen