De voorlaatste vraag van de vergadering sloot naadloos aan bij het verhaal over de B-stroom (cf. overgangs- en evaluatiethematiek) en was eigenlijk al aan bod gekomen bij de planlastvragen exact een week eerder. Alleen werd er nu bijkomend ingegaan op het zgn. juridisch fonds (cf. vragensteller Karolien Grosemans), dat samen met de invoering van het wettelijke vermoeden van deskundigheid (in hoofde van de klassenraad, de leraren dus, i.p.v. “alleen” een gerechtelijk vermoeden van deskundigheid in de toepassing door de Raad van State) geregeld werd in het voorontwerp van Onderwijsdecreet XXXIII, dat nu voor advies bij diezelfde Raad van State lag. Wat de vertraging in de adviesverlening betrof, voelde ik overigens heel erg mee met de betrokken (eerste) auditeur(-afdelingshoofd): veel én complexe (soms slordige) onderwijsregelgeving behoorlijk toetsen vergt nu eenmaal tijd… Vragensteller Loes Vandromme aan de andere kant nam de insteek van het belang van feedback aan leerlingen en van de verplichte motivering van evaluatiebeslissingen, die trouwens onverkort overeind bleef.
In tegenstelling tot een week eerder expliciteerde minister Weyts nu wél de plaats van dit thema in de hangende regelgeving. En vervolgens kwam weer het verhaal van het tegengaan van juridisering in het onderwijs en de (al de facto bestaande) omkering van de bewijslast, waarover interveniënt Hannelore Goeman later een heel relevante, kritische opmerking m.b.t. de concrete praktijk maakte. Een verhaal waarvan ik zelf vind overigens dat het toch niet zo simpel is en zulks ondanks het ‘gezagsargument’ van vragensteller Grosemans op grond van het boekje Een schooljaar in rechtsregels van Karen Weis. Per analogie denk ik ook aan zaken als doorlichtingen door de Onderwijsinspectie en de verhalen daarbij van welke documenten nu wél en niet ter beschikking gesteld moeten worden door scholen. Ik heb dat onlangs ’s even gecheckt voor het secundair onderwijs en wat zie je dan? Dat alle minimaliserende discours van sommigen ten spijt, die lijst niet onaardig is… zo zie je maar weer eens.
Maar terug naar dat wettelijke vermoeden van deskundigheid. Nieuw nog wel was de mededeling van de minister dat de omkering van de bewijslast voortaan ook gold voor de interne beroepsprocedure tegen een evaluatiebeslissing van de klassenraad. Dat was blijkbaar toch een uitbreiding van het principe.
Tot slot. Hoe relevant de link die vragensteller Grosemans legde tussen dit thema en het lerarentekort ook is, ik ben toch benieuwd hoeveel reële impact deze maatregel op het behouden van leraren (c.q. aantrekken van nieuwe leraren) gaat hebben. Vragensteller Vandromme,-- zoals ook een week eerder, maar nu misschien nog iets explicieter --, sprak de minister aan op zijn communicatie … inderdaad, een heikel ding in de politiek maar ook ver daarbuiten…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het herstellen van het vertrouwen in de klassenraad van Karolien Grosemans en over het 'vermoeden van deskundigheid' voor leerkrachten van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen