11 maart 2021 – Ondersteuning van anderstalige leerlingen en OKAN-regeling

Leerlingen met thuistaal niet-Nederlands én leerlingen in het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers en weer was het woord aan Loes Vandromme. Ze legde gedetailleerd het OKAN-systeem uit en zoomde daarbij in op het basisonderwijs. Vervolgens citeerde ze enkele cijfers uit haar eigen regio, wat de SES-indicator ‘thuistaal niet-Nederlands’ (TNN) betrof. Die laatste cijfers gingen omhoog, dus ook in landelijke gebieden. Hoe zou minister Weyts de scholen ondersteunen die niet het vereiste minimum van zes anderstalige nieuwkomers per school haalden (dus in de OKAN-regelgeving), maar toch heel wat hindernissen ondervonden om in de nodige en juiste omkadering te voorzien? Zag hij samenwerkingsmogelijkheden met andere partners die voor scholen een steun zouden kunnen zijn? Eerlijk gezegd, vond ik de voorstelling van zaken weliswaar correct, maar gelijk ook wat verwarrend: twee verschillende thema’s werden hier namelijk samen behandeld, maar de vragen leken mij eigenlijk alleen over het eerste thema te gaan, OKAN.

In zijn antwoord legde minister Weyts de twee verschillende thema’s dan ook netjes naast elkaar. Wat de toename van thuistaal niet-Nederlands nu ook in meer landelijke gebieden aanging, herhaalde de minister vooraf nog zijn belangrijke beleidspunt van het inzetten op het Nederlands. Dat kenden we. Maar vervolgens die twee verschillende elementen in het verhaal van Vandromme dus. Met nog iets meer details lichtte de minister de zaak duidelijk toe. Voor de centrale plaats van het Nederlands in zijn beleid zette hij tot slot de diverse al genomen en geplande maatregelen nogmaals op een rij, waarmee we alweer belandden bij verschillende vragen en het decreet over de zgn. Bijsprong van de voorbije periode. En helemaal aan het eind volgde nog een verwijzing naar de pedagogische begeleiding, al de tweede keer deze vergadering.

Niet onverwacht (cf. supra: haar vragen gingen eigenlijk alleen over OKAN en op dat stuk had de minister in zijn eerste ronde geen blijk gegeven van enige beweging) deed vragensteller Vandromme haar OKAN-verhaal nog eens helemaal over, samen met een gedetailleerd voorstel om de OKAN-regeling aan te passen ten behoeve van scholen die nu het vereiste minimumaantal leerlingen niet haalden (met een relatieve i.p.v. een absolute ondergrens bij het aantal leerlingen). Interveniënt Annabel Tavernier herhaalde wat minister Weyts gezegd had en meende het thema nog te moeten verruimen naar de lerarenopleidingen, waardoor nadien de minister zelf nog meer moest herhalen: “Zijn er in dat kader, in samenwerking met de lerarenopleidingen, al stappen gezet opdat nieuwe, beginnende leerkrachten beslagen zijn in het taalontwikkelend lesgeven?”. Waarom zij alleen verwees naar beginnende leraren, begreep ik wel niet zo goed, maar dat terzijde. Interveniënt Roosmarijn Beckers vond het voorstel van vragensteller Vandromme heel interessant, maar onderbouwde haar standpunt met een verwijzing naar haar regionale situatie, met name: de concentratie van het onthaalonderwijs in Sint-Truiden in één school. Die redenering begreep ik dan weer niet zo goed, maar dat kon aan mij liggen.

Het was alleszins finaal, voor zover het dat nog niet eerder was, duidelijk dat minister Weyts niet zo happig was om op het voorstel van vragensteller Vandromme tot wijziging van de OKAN-regelgeving in te gaan. Voor de vraag over de lerarenopleidingen verwees de minister naar recente projectoproepen, die ook bij vorige gelegenheden al vermeld werden. Men kon natuurlijk keer op keer dezelfde vragen blijven stellen, maar de rationale daarachter ontging mij hoe langer hoe meer … In haar slotwoord bleef vragensteller Vandromme nogmaals op de spijker van de procentuele ondergrens voor OKAN slaan, mét inderdaad een schrijnende casus uit de praktijk. Onderwijsbeleid, het bleef inderdaad geen makkelijke baan.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio