Een katholieke dialoogschool is een inclusieve school die garant staat voor kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling. We gaan voor genereus ambitieus onderwijs, ook voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Dat is het werk van mensen met uiteenlopende achtergronden, allen met een groot engagement.
We laten maandelijks iemand aan het woord die vanuit deze visie werk maakt van inclusief onderwijs. Deze maand spreekt Katrijn Jansegers, coördinator WAN-team (ondersteuningsnetwerk), met Tinneken Van Hecke, zorgcoördinator en directeur van de vrije basisschool ‘t Landuiterke in Denderleeuw.
Ik ben Tinneken Van Hecke en werk al negentien jaar in ‘t Landuiterke. Ik startte mijn carrière als leerkracht, nam later de rol op van zorgleerkracht en ben al een hele tijd zorgcoördinator. Vanaf dit schooljaar werk ik ook deeltijds als directeur.
Bedankt voor je tijd, Tinneken. Wat betekent inclusief onderwijs voor jou en waarom geloof jij er in?
De focus in onze school ligt op kwaliteitsvol onderwijs voor ieder kind. Elk kind is uniek met zijn talenten en groeikansen. Ik wil vooral dat elke leerling ondersteund wordt om het beste uit zichzelf te halen! Groei van elke individuele leerling is wat telt en zolang er groei is, zijn er mogelijkheden.
In de maatschappij en ook in onze school zijn heel wat verschillen aanwezig, wij willen dit zien als een kans om te leren van elkaar. We proberen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften niet te bekijken vanuit hun beperkingen maar eerder vanuit hun sterktes en vanuit ‘wat lukt wel en hoe bouwen we hierop verder?’ Ook wij moeten onze aanpak durven aanpassen in functie van de noden van de leerlingen.
Bij ‘zichtbare / fysieke’ beperkingen hebben we uit ervaring geleerd dat het goed is om dit in elke klas bespreekbaar te maken. De leerkracht is er dan om de vragen te beantwoorden. De leerlingen/ouders meenemen in dit proces is heel belangrijk.
Mooi. Zie je nog andere succesfactoren om dat te realiseren in de praktijk?
Jazeker, het zorgteam speelt een cruciale rol in dit proces. Ik zorg eerst dat ik het zorgteam meekrijg in deze inclusieve houding want dat team is de rode draad in de uitbouw van het proces. Wij kiezen ervoor om ondersteuning zoveel mogelijk op de klasvloer in te zetten via co-teaching. Dat helpt om elk kind te ondersteunen waar nodig en niet enkel enkelingen buiten de klas. We werken op klasniveau ook met een 3-sporenbeleid (soms 4 sporen) en indien nodig wordt er via preteaching, remediëring of meer individuele trajecten met kleinere groepjes leerlingen aan de slag gegaan. Maar steeds focussen we eerst op het klasmanagement, de instructie en de brede basiszorg. Voor de collega’s zijn de zorgleerkrachten het eerste aanspreekpunt. Samen zoeken ze naar wat werkt en waar er moet bijgestuurd worden. De zorgcoördinator tracht alles op te volgen en regelmatig overleg te plannen/mee te denken.
Leerkrachten worden bij ons klasvrij gemaakt om Kindgesprekken te voeren. We zetten sterk in op persoonsgebonden ontwikkeling.
Op schoolniveau voeren we een gericht inschrijvingsbeleid met twee vaste personen. Een goede band start al van voor een kind naar school komt. We willen ouders positief aanspreken van bij het begin en hen niet enkel uitnodigen als het moeilijk gaat. Informele gesprekken met ouders, klasleerkrachten, zorgcoördinatoren en directie zijn dagelijkse kost. De speelplaats is een plek waar ieder kind zich veilig moet voelen en waar actief toezicht doen met weinig maar duidelijke afspraken zorgt voor een positieve sfeer. Er is ook een leerlingenraad waar zorgen besproken worden en afspraken bijgestuurd kunnen worden. Misschien voor sommigen bizar, maar om te groeien naar inclusie is werken aan een proactief positief schoolklimaat een voorwaarde.
Een sterk klasleerkrachtenteam is van essentieel belang - de leerkracht doet er écht toe bij ons!
Kun je iets vertellen over jouw eigen rol in het realiseren van de groei naar meer inclusief onderwijs?
Ik heb de evolutie meegemaakt van klassen van 28 leerlingen waar ik als klasleerkracht alleen voor stond. Later kwam een taakleerkracht af en toe een groepje weghalen voor bijvoorbeeld spelling.
Daarna ben ik zorgleerkracht geworden als enige persoon voor twee vestigingen kleuter + lager. Dit heeft me heel veel geleerd over kleuterdidactiek.
In die periode stelde ik vooral vast dat je meer kon betekenen in de klas dan buiten de klas. Het heeft wat voeten in de aarde gehad maar jaren later is het bij ons de normaalste zaak om met twee in de klas te staan en willen we niets anders meer.
Daarnaast ben ik ook een heel zorgend type en nam ik differentiatie altijd als vanzelfsprekend. Mijn opleiding Ba-na-ba zorgverbreding heeft me veel bijgeleerd en handvaten gegeven waarmee ik aan de slag ben gegaan op schoolniveau.
Mijn motto is: ‘de lat hoog voor elk kind’. Dat lukt ook en voor wie het moeilijk loopt, bekijken we eerst hoe we de omgeving kunnen aanpassen en of het lukt met hulpmiddelen. Pas als we alles geprobeerd hebben kunnen we de lat ook wat lager leggen voor sommigen.
Voor elk probleem bestaat er een oplossing, daar moeten we samen naar op zoek.
Een sterk klasleerkrachtenteam is van essentieel belang - de leerkracht doet er écht toe bij ons!
Structurele veranderingen op lange termijn zijn nodig en zeker ook de nodige financiële middelen zodat zorg nooit afhankelijk is van het lerarenaantal.
Welke barrières ondervind je om inclusie te realiseren op de klasvloer?
Het lerarentekort is schrijnend op dit moment. Het is nu al het tweede jaar op rij dat de zorgleerkrachten afwezige leerkrachten moeten vervangen. Zorg valt weg en klasleerkrachten staan er opnieuw alleen voor. Mensen met veel energie vallen uit: een vicieuze cirkel.
Structurele veranderingen op lange termijn zijn nodig en zeker ook de nodige financiële middelen zodat zorg nooit afhankelijk is van het lerarenaantal.
Een tweede barrière zijn de verschillende personen die op de klasvloer komen en allemaal hun woordje ‘feedback’ willen met de klasleerkracht (ondersteuner 1, ondersteuner 2, 3, zorgleerkracht 1, 2… logo, kine, ouder(s)….) De leerkrachten hebben geen tijd voor structureel overleg tijdens de uren. In de klassen worden ze vaak aangesproken terwijl hun leerlingen aanwezig zijn, wat zorgt voor onrust bij leerkrachten en leerlingen… Maar anderzijds is dat overleg ook nodig. Misschien moeten we anders gaan nadenken over de tijdsindeling en de huidige werking want SAMEN school bouwen vraagt overlegtijd.
Inclusie is mogelijk als je er blijft in geloven ook als het moeilijk gaat. Ook mits voldoende financiële middelen, ondersteuning op de klasvloer én dialoog tussen school, ouders, leerlingen, CLB en externe partners. We hebben allemaal één en hetzelfde doel: de leerling laten groeien binnen zijn / haar mogelijkheden!