Een katholieke dialoogschool is een inclusieve school die garant staat voor kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling. We gaan voor genereus ambitieus onderwijs, ook voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Dat is het werk van mensen met uiteenlopende achtergronden, allen met een groot engagement.
We laten iemand aan het woord die vanuit deze visie werk maakt van inclusief onderwijs. We spreken met Mieke Dumont, mama van Merlijn. Merlijn is een vrolijke en leergierige jongen uit het vierde leerjaar van Vrije Basisschool De Vlieger in Heffen en krijgt ondersteuning vanuit het leersteuncentrum Noord-Brabant, het Centrum voor Ambulante Revalidatie (REVA) en Heder.
De mama van Merlijn vertelt waarom zij voor inclusief onderwijs kiest.
“Als Merlijn volwassen is, wil ik graag dat hij verschillende opties heeft. Dat hij kan kiezen om deel uit te maken van de maatschappij door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Hoe kan je als volwassene deel uitmaken van de maatschappij als je er nooit deel van uit gemaakt hebt? Als je van bij de start in een andere leefwereld opgroeit. Waar je nooit in contact komt met mensen die anders zijn, vanuit zijn oogpunt: mensen zonder beperking. Voor ons was het al snel duidelijk dat Merlijn inclusief onderwijs zou volgen, zodat hij kan opgroeien in een diverse maatschappij.”
“We zijn ervan overtuigd dat hij heel veel leert door het gedrag van zijn klasgenoten. Merlijn heeft een heel ruim taalbegrip, kan voor zijn mogelijkheden heel goed communiceren omdat hij opgroeit met heel taalvaardige kinderen. Hij wordt uitgedaagd om te lezen tijdens het klasdoorbrekend lezen, kopiërend te schrijven, te rekenen met een rekenmachine... met de nodige aanpassingen sluit hij aan bij de leerstof die zijn klasgenootjes krijgen. Specifieke taken worden aangepast. Naast de cognitieve vaardigheden leert hij heel veel sociale en emotionele vaardigheden al doende.”
Volgens de mama zijn er een aantal factoren die van inclusie een succes maken.
“Samenwerken is de basis voor een goed inclusietraject, samen dezelfde doelen nastreven en dezelfde methodes gebruiken. Als mama probeer ik ervoor te zorgen dat er een goede doorstroom is, dat er in het Reva op dezelfde manier gewerkt wordt als in de klas en thuis. Wat in de klas aangeboden wordt, pikken we thuis mee op en herhalen we. Wat thuis goed loopt of minder goed loopt, geven we door.”
“Een goede communicatie met alle partijen is heel belangrijk. Dit hoeft niet altijd met de juf te zijn, maar kan ook via de zorgjuf of de leerondersteuner verlopen. Fijn als iedereen goed op de hoogte gehouden wordt over wat goed en minder goed loopt. We hebben enorm veel geluk met het schoolteam en alle ondersteuners van Merlijn. Het is een straf team dat hem omringt.”
Een inclusietraject is niet altijd even gemakkelijk. Er horen ook barrières bij het realiseren van inclusie op de klasvloer.
“De schrik en onzekerheid van het onbekende, geen ervaring hebben met kinderen met een beperking. Toen een van de kleuterjuffen aangaf dat ze geen ervaring had in het werken met kinderen met down, gaf ik aan dat het niet erg was en ik daar als mama ook geen ervaring mee had op voorhand.”
“Soms merk je ook dat leerkrachten de lat voor zichzelf heel hoog leggen, waardoor ze het gevoel krijgen dat ze niet genoeg kunnen doen. Dat hoeft niet, als ouder weet je dat je kind in een inclusietraject in een klas zit met heel veel andere kinderen. Het is normaal dat de juf haar aandacht moet verdelen.”
“Als mama probeer ik ervoor te zorgen dat alle aanvullende partijen zoals Reva, thuisbegeleiding en Heder goed weten wat Merlijn kan, waaraan er gewerkt wordt én op welke manier. Ik probeer mee op te pikken wat er op school aangeboden wordt en dit thuis te herhalen.”
We werpen even een blik naar de toekomst. Waar droom je als mama nog van?
“Ik kan nauwelijks geloven dat Merlijn volgend schooljaar start in het vijfde leerjaar. Wie had dat ooit gedacht toen ik hem inschreef voor het instapklasje... Dan durf ik stilletjes te dromen van de eindmeet, hopen dat hij samen met zijn klasgenootjes kan afzwaaien van het zesde leerjaar.”