Deze les draagt de titel van de tentoonstelling Small is beautiful en nodigt de leerlingen uit tot het beschouwen en creëren van allerlei vormen van miniatuurkunst.
Artistieke vorming - 3de graad - D-D/A-A-finaliteit
Artistieke vorming 1ste graad A+B-stroom
Gemeenschappelijk funderend leerplan - 2de graad
Gemeenschappelijk funderend leerplan - 3de graad
Gemeenschappelijk funderend leerplan - 1ste graad
Kunstbeschouwing - 2de graad - D-finaliteit
Esthetica - 3de graad - D-finaliteit
Artistieke vorming - 2de graad - D-D/A-A-finaliteit
Kunstbeschouwing - 3de graad - D-finaliteit
De leraar projecteert 4 kunstwerken en bespreekt deze klassikaal:
- Een voorbeeld van boekverluchting
- Een voorbeeld uit de portretschilderkunst (liefst een juweel)
- Een voorbeeld van een diorama
- Een muzikaal voorbeeld van een miniatuur
De leerlingen bespreken de bouwstenen, materialen en technieken die terug te vinden zijn in de voorbeelden.
De leerlingen leggen de voorbeelden in chronologie.
De leerlingen leggen de werken op de as ‘kunst van dichtbij tot kunst van veraf’.
De leerlingen kiezen één van onderstaande opdrachten en gaan hiermee aan de slag:
Leg vooraf met de leerlingen vast hoe groot 'klein' in elke opdracht moet zijn.
Duim: Wat ging er goed? Waarin blonk je uit?
Wijsvinger: Wat vond je leuk aan de opdracht? Wat zou je nog beter willen kunnen?
Middelvinger: Wat vond je niet leuk aan de opdracht?
Ringvinger: Wat wil je niet veranderen?
Pink: Waarin wil je je verbeteren?
De leerlingen maken met de hele klas in een afgebakende zone een tentoonstelling van hun werken waarin ieder werk tot zijn recht komt.
De leerlingen 'bezoeken' de tentoonstelling en nemen één foto van het geheel, één van een object van een medeleerling en één van een detail van dit object. Dit kan dan ingezet worden als basis voor peerevaluatie.