Leren gebeurt nooit op een geïsoleerde wijze: je leert maar leren door iets te leren. Het is van belang dat leren leren binnen een vak wordt geïntegreerd met aandacht voor het individuele leer- en groeiproces van de leerling. Behalve het vakspecifieke aspect is het belangrijk om over vakken heen gelijkgericht te werken. Denken we bijvoorbeeld aan meer generieke vaardigheden zoals oriënteren of plannen, structureren, verklaren, controleren en bijsturen. Ten slotte is het waardevol om leerlingen leer- en keuzestrategieën aan te leren die hen soms uit hun comfortzone halen. Inzetten op leerstrategieën is een middel om het leren van leerlingen te versterken. Meer info over leren leren in het secundair onderwijs vind je hier. Laat je inspireren door enkele concrete voorbeelden uitgewerkt aan de hand van enkele leerplandoelen voor economie en organisatie.
Basisoptie Economie en organisatie - 1ste graad - B-stroom
Basisoptie Economie en organisatie - 1ste graad - A-stroom
Bedrijfseconomie - 2de graad - D/A-finaliteit
Bedrijfsorganisatie S - 3de graad - D/A-finaliteit
Commerciële organisatie - 3de graad - D/A-finaliteit
Economie - 3de graad - D-finaliteit
Economie’ - 3de graad - D-finaliteit
Economie - 2de graad - D-finaliteit
Economie’’ - 3de graad - D-finaliteit
Logistiek - 3de graad - A-finaliteit
Internationale handel en logistiek - 3de graad - D/A-finaliteit
Organisatie en logistiek - 2de graad - A-finaliteit
Onthaal, organisatie en sales S - 3de graad - A-finaliteit
Economie' - 2de graad - D-finaliteit
Economie Co -2de graad - D-finaliteit
Aanleren, inoefenen en expliciteren van leerstrategieën tijdens de les bevordert de zelfredzaamheid van de leerlingen.
Ontdek de 'Leerfiches: leren, hoe doe je dat? Op school, thuis en op de werkplek'! Ga naar de waaier leerfiches.
Deze leerfiches helpen je specifiek om:
Laat je inspireren door enkele concrete voorbeelden uitgewerkt voor economie en organisatie
We maken ook telkens de link met ‘effectieve didactiek’.
Geef je leerlingen tips om zichzelf te organiseren om beter tot leren te komen. Doe dit niet slechts eenmalig aan het begin van het schooljaar, maar herhaal het. Laat leerlingen bv. eens uitwisselen over hoe ze zichzelf organiseren, bevraag het een keer in een toetshoofding, vermeld het in een rapportcommentaar, bespreek het in leerlingen- en oudercontacten.
Basisoptie A-stroom Economie en organisatie (LPD 6)
Basisoptie B-stroom Economie en organisatie (LPD 4)
De leerlingen illustreren welke weg goederen of diensten afleggen aan de hand van een eenvoudige bedrijfskolom vooraleer ze bij de consument komen.
Tijdens de vorige lessen maakten de leerlingen kennis met de weg die goederen of diensten afleggen aan de hand van een eenvoudige bedrijfskolom. Bij de start van de volgende toon je de schakels van een eenvoudige bedrijfskolom. De leerlingen gaan aan de slag om de schakels in een logische volgorde te leggen en lichten de verschillende begrippen toe. Je kan ook de werkvorm ‘duo-praat’ toepassen: de leerlingen werken per twee en leggen aan mekaar uit.
De leerlingen analyseren het optimaal keuzegedrag van de producent.
De leerlingen krijgen de opdracht om na de aangebrachte les vragen te bedenken die de leraar zou kunnen stellen over de leerstof.
Mogelijke varianten of combinaties:
Je kan de verschillende vragen ook af en toe met leerlingen bespreken om hun kwaliteitsbesef aan te scherpen. Welke vragen vinden ze moeilijk en waarom? Welke makkelijk en waarom? Als je de vragen samenneemt, kan je daarmee dan een evenwichtige toets opstellen? Wat ontbreekt er eventueel? Herkennen ze een stramien in jouw toetsen (qua verdeling tussen theorie, toepassing, inzicht)?
Tip: gebruik enkele vragen zeker als toetsvragen. Wijs leerlingen op verschillende soorten vragen: bv. pure reproductie/theorievragen (wat betekent het volgende begrip, geef de definitie van, …), meer inzichtelijke vragen (leg het verband uit tussen, vergelijk, geef twee voorbeelden van, …), toepassingsvragen (oefeningen, vraagstukken, …). Als je deze stap niet zet, hebben leerlingen de neiging om enkel theorievragen op te stellen en zichzelf dus ook erg eenzijdig te toetsen tijdens het studeren.
Dit helpt de leerlingen om structuur en samenhang te zien in de leerstof:
(20) Geef les in combinatie met leerfiche (13) Maak een mindmap
LPD 8 De leerlingen leggen uit waarom de overheid publieke goederen aanbiedt.
Bij het aanbrengen van het lesdoel heb je de leerinhouden aangebracht via een mindmap. Je hebt met de leerlingen besproken dat je deze werkvorm gebruikt om een visuele weergave van de kennis te maken en dat ze de leerstof zo beter kunnen onthouden. Je hebt ook duidelijk gemaakt tijdens de les hoe ze deze werkvorm kunnen nadoen, bv. met behulp van een digitale tool ( bv. bubbl.us) Tijdens de volgende les laat je de leerlingen aan de hand van de opgestelde mindmap de leerinhouden uitleggen.
Ik zorg voor doelgerichte oefeningen die aansluiten bij mijn instructie
LPD 2 De leerlingen passen regelgeving m.b.t. marktpraktijken en consumentenbescherming toe.
Bij het aanbrengen van de leerinhouden heb je de leerlingen flashcards laten maken van enkele begrippen (bv. Cram) De leerlingen kunnen de leerstof herhalen aan de hand van deze flashcards door middel van begeleid inoefenen. Aan de hand van deze flashcards kunnen ze nagaan of ze de leerinhouden verwerkt hebben (1 test jezelf). Bij een volgende fase kunnen ze net voor de test (evaluatie) de flashcards herbekijken. Bespreek telkens met je leerlingen waarom je deze werkvormen gebruikt. Geef mee dat ze deze werkvormen kunnen nadoen.
Wettelijke garantie Bij de aankoop van een consumptiegoed heb je recht op de wettelijke garantie: de verkoper moet een garantie geven voor elk gebrek van het goed dat zich binnen de twee jaar na aankoop voordoet. Solden Tweemaal per jaar mogen ondernemingen verkopen tegen verlaagde prijzen onder de benaming ‘solden’. De twee soldenperiodes liggen vast van 3 januari tot 31 januari en van 1 juli tot 31 juli. Sperperiode Dat is de periode in de maand voor de jaarlijkse koopjesperiode, die solden genoemd wordt. Uitverkoop Een verkoop onder de benaming ‘uitverkoop’ is toegelaten wanneer een bepaalde situatie de versnelde verkoop van een productenvoorraad of -assortiment vereist. Vergelijkende reclame Dat is iedere vorm van reclame waarbij een concurrent of de door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk worden genoemd.
Verkoop met verliesDat is een verkoop tegen een prijs die niet ten minste gelijks is aan de prijs waartegen een onderneming het goed heeft gekocht.