De toepassing van het recht op onderwijs voor alle kinderen en jongeren maakt dat alsmaar meer kinderen en jongeren met medische problematiek begeleid worden in klasgroepen voor (buiten)gewoon onderwijs. Deze medische zorg maakt soms dat het stellen van gezondheidszorgen tijdens de schooltijd noodzakelijk is. Het blijkt onmogelijk om de verstrekkingen van gezondheidszorg steeds uit te laten voeren door bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars. Dit zorgt ervoor dat scholen soms geconfronteerd worden met dwingende vragen naar gezondheidszorgen die uit noodzaak moeten worden opgenomen door leden van het schoolteam om kwaliteitsvol onderwijs en ondersteuning op maat te garanderen.
Deze noodzaak werd tot nu toe ondervangen door het gebruik van kwaliteitskaders gebaseerd op het protocolakkoord van december 2017 inzake de samenwerking tussen personen uit de omgeving van de patiënt/cliënt en gezondheidszorgbeoefenaars buiten een zorgvoorziening. Intussen werd het begrip van de bekwame helper verankerd in de wetgeving en werd er ook een nieuw begrip geïntroduceerd in de vorm van de “activiteiten van het dagelijks leven” (ADL). Waar de bekwame helper na delegatie van een gezondheidszorgbeoefenaar bepaalde verpleegkundige handelingen zal mogen stellen, gaat het bij ADL over simpele handelingen van het dagelijks leven - bijvoorbeeld het geven van een pijnstiller - die je ook zonder delegatie mag uitoefenen. In deze tekst gaan we dieper in op deze twee begrippen en hun voorwaarden.
Sommige simpele handelingen die tot het dagelijks leven behoren, kun je buiten het kader van de bekwame helper uitoefenen. In vele situaties is het uitvoeren van deze taken relatief eenvoudig en levert het geen bijzonder gevaar op voor de leerling. Er is dan ook geen instructie of opleiding door de behandelende arts, verpleegkundige of basisverpleegkundige nodig. Wel moet je steeds de toestemming krijgen van de begunstigde of van zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger.
De lijst van handelingen die tot het dagelijks leven behoren is beperkt. Het gaat om volgende handelingen:
Bij de toediening van geneesmiddelen kan de arts of de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg evalueren of er nood is aan een individueel toedieningssysteem. Een verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, een basisverpleegkundige of een apotheker kunnen een gepersonaliseerd toedieningssysteem klaarmaken om de inname van geneesmiddelen te controleren, therapietrouw te garanderen en regelmaat te bevorderen.
Je bent verplicht om voorzichtig en zorgvuldig te handelen. Dat betekent onder andere dat je in geval van twijfel bij het uitvoeren van een activiteit de mening vraagt van een gezondheidszorgbeoefenaar. Als contact nodig is met een gezondheidszorgbeoefenaar door een verslechtering van de gezondheidstoestand van de persoon of als één of meerdere waarschuwingscriteria optreden die een gezondheidszorgbeoefenaar heeft aangegeven, dien je aan een gezondheidszorgbeoefenaar te vragen of je de activiteit in kwestie nog steeds mag uitvoeren.
Je bent ook verplicht om de regels over discretie en respect voor de privacy na te leven. Dat betekent dat je voorzichtig moet zijn om geen feiten of informatie te onthullen die de betrokken persoon onnodig of op een nadelige manier zou kunnen schaden.
Ook al behoort de handeling tot de lijst van activiteiten die tot het dagelijks leven behoren, kunnen de behandelende arts, verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of de basisverpleegkundige van de leerling nog steeds besluiten dat een professionele zorgverlener de activiteit dient uit te voeren vanwege de context en het doel van de uit te voeren activiteit. In dat geval kan de zorgverstrekker de handeling wel nog steeds delegeren aan een bekwame helper op basis van instructie of opleiding.
Elke persoon die tijdens het werk of bij een vrijwillige activiteit buiten een zorginstelling wil zorgen voor bepaalde personen die bepaalde verpleegkundige verzorging moeten krijgen, kan bekwame helper worden.
Het kan onder andere gaan om:
Je kunt echter niemand verplichten om bekwame helper te worden. Ook een arts of verpleegkundige is niet verplicht om bepaalde handelingen te delegeren. Weigert iemand met een arbeidsovereenkomst om verpleegkundige verstrekkingen als bekwame helper uit te voeren, mag die daarvan geen nadelige gevolgen ondervinden op het vlak van loon-, arbeids- en tewerkstellingsvoorwaarden
De wettelijke regeling van de bekwame helper is enkel van toepassing in België. Wanneer je bijvoorbeeld voor een schoolreis naar het buitenland reist, moet je je informeren over de wetgeving die daar van toepassing is.
Een bekwame helper mag, met toestemming van een arts of verpleegkundige, in beperkte mate verpleegkundige handelingen stellen. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden naarmate de handeling toegestaan kan worden op basis van een eenvoudige instructie of op basis van een opleiding.
De handelingen die toegelaten kunnen worden op basis van een instructie zijn:
Enkele handelingen die toegelaten kunnen worden op basis van een opleiding zijn:
De overige toegelaten verpleegkundige handelingen kun je hier raadplegen.
Om verpleegkundige handelingen te mogen stellen, moet er aan enkele voorwaarden voldaan zijn op niveau van:
De leerling:
De delegerende zorgverstekker:
De bekwame helper:
De handelingen:
De (huis)arts of verpleegkundige geeft schriftelijke toestemming aan de bekwame helper na onderzoek van de gezondheidstoestand van de leerling, en bepaalt wat de bekwame helper wanneer mag doen. De toestemming geldt voor één leerling.
De zorgverstrekker gaat na of de bekwame helper over de nodige vaardigheden beschikt om de verstrekkingen correct en veilig uit te voeren. Daarnaast bepaalt deze of de handelingen die de bekwame helper moet stellen een instructie of een opleiding vereisen. Als dat nodig is, voorziet de verstrekker best zelf de nodige opleiding voor de bekwame helper.
Is een opleiding vereist, wordt de toestemming gegeven aan één bekwame helper, met naam aangeduid. Dit betekent dat de bekwame helper dan ook niemand anders de opdracht kan geven om deze verpleegkundige handeling uit te voeren.
Is een instructie vereist, wordt de toestemming niet ingeperkt tot één bekwame helper, met naam aangeduid. De verpleegkundige handeling kan met andere woorden wel door verschillende personen gesteld worden.
Een instructie kan gebruikt worden voor bepaalde eenvoudige handelingen en is niet op naam van één bepaalde bekwame helper. Er is geen specifieke opleiding nodig om een handeling uit te voeren die via een instructie wordt gedelegeerd. Wel moeten de schriftelijke instructies van de delegerende arts/verpleegkundige gevolgd worden.
Een instructie bevat minstens volgende informatie:
waarschuwingscriteria die de zorgverstrekker voor de uitvoering van de verstrekkingen heeft vastgesteld;
De overheid voorziet een formulier voor toestemming op basis van een instructie.
Als een bekwame helper een opleiding moet volgen om bepaalde verpleegkundige handelingen te mogen stellen, kan dit op verschillende manieren gebeuren:
Het formulier met de toestemming na opleiding bevat dezelfde informatie als deze van een instructie, met toevoeging van de naam en voornaam van de persoon die de opleiding gevolgd heeft.
De overheid voorziet een formulier voor toestemming op basis van een opleiding.
Verpleegkundige handelingen in tijdelijke en uitzondere omstandigheden
In bepaalde tijdelijke of uitzonderlijke omstandigheden mag een bekwame helper nog meer handelingen stellen, als die een opleiding gevolgd heeft en toestemming heeft verkregen van een zorgprofessional.
Er bestaan drie types van tijdelijke en/of uitzonderlijke omstandigheden:
Een voorbeeld hiervan in het onderwijs is wanneer kinderen die toezicht of behandeling nodig hebben overdag op school verblijven of wanneer kinderen die een chronische behandeling nodig hebben op meerdaagse schoolreis gaan.
In deze gevallen kunnen de arts, de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of de basisverpleegkundige niet aanwezig zijn om de verpleegkundige handeling uit te voeren. Ze delegeren de handeling dan uitzonderlijk aan de bekwame helper, nadat deze een opleiding van hen verkregen heeft.
Ook in dit geval is het niet mogelijk om handelingen te delegeren die als te complex worden beschouwd om aan een bekwame helper toe te vertrouwen. Deze handelingen worden in het volgende punt omschreven.
Sommige handelingen zijn te ingewikkeld of gevaarlijk om toe te vertrouwen aan een bekwame helper. Denk hierbij aan behandelingen van het ademhalings- en bloedsomloopstelsel. Deze moeten door een zorgverstrekker worden uitgevoerd en kunnen in geen geval gedelegeerd worden, ook niet in tijdelijke of uitzonderlijke omstandigheden.
De lijst van deze verpleegkundige handelingen kun je hier raadplegen.