Evaluatie

Een informaticales beperkt zich niet tot het overbrengen van kennis. Bedoeling is dat je kennis, vaardigheden en attitudes integreert met als uitgangspunt het probleemoplossend werken. In een goede evaluatie laat je al deze punten aan bod komen.

Wat evalueren we?

sla link op in klembord

Kopieer

Kennis

sla link op in klembord

Kopieer

Het gaat hier vooral over begrippen, benamingen, contextinformatie … Zonder deze kennis is een leerling niet in staat om oefeningen te maken. Kennis zal voornamelijk schriftelijk geëvalueerd worden met gesloten, begrensde en/of korte antwoordvragen. Binnen informatica ligt de nadruk niet op de kennis, vandaar dat zuivere kennisvragen beperkt voorkomen in een evaluatie.

Proces

sla link op in klembord

Kopieer

Het belangrijkste onderdeel bij het evalueren van informatica. Het proces kun je opsplitsen:

  • De analyse die gemaakt is alvorens aan de oefening te beginnen.
  • Het stappenplan dat gevolgd is. Dit is enkel van toepassing bij grotere problemen.
  • De vaardigheden, met andere woorden het goed uitvoeren van de noodzakelijke procedures.

Product

sla link op in klembord

Kopieer

Het eindresultaat van de oefening: de opgemaakte tekst, het rekenblad voorzien van formules en/of grafieken, het gemaakte programma.

Attitudes

sla link op in klembord

Kopieer

Attitudes verwijzen naar de houding van de leerlingen, ze zijn zichtbaar in concrete gedragingen. Attitudes houden een bereidheid van de leerlingen in. Hierdoor bepalen ze het oplossingsproces en eindproduct. Je evalueert ze dus best tijdens het proces. Een aparte evaluatie is niet altijd noodzakelijk.

Enkele voorbeelden

sla link op in klembord

Kopieer

In een oefening evalueer je verschillende elementen. Hieronder enkele voorbeelden.

De verbindingskabels tussen de systeemeenheid en sommige randapparaten aanwijzen. Losgekomen verbindingen tussen randapparaten en de systeemeenheid opnieuw aansluiten.

  • Kennis: (beperkt) inzicht in functies van onderdelen.
  • Vaardigheden: het uitvoeren van de handeling.
  • Attitude: nauwkeurigheid.

Een oefening over formules in Excel. Gegeven een kolom met namen en een kolom met geboortedata. Gevraagd: bereken de leeftijden van die personen.

  • Kennis: een datum is een getal dus ik kan data van elkaar aftrekken, hoe een formule in Excel is opgebouwd, het verschil tussen relatieve en absolute adressen, de functie om de systeemdatum te krijgen.
  • Vaardigheid: het invoeren van een functie, het invoeren van de juiste formule, het kopiëren van die formule, het aanpassen van de getalnotatie.
  • Attitude: analyseren van het probleem, nauwkeurigheid, zelfredzaamheid, spontaan gebruiken van de aanwezige hulpbronnen.

Vuistregels

sla link op in klembord

Kopieer

  • Binnen de informatica streven we procesevaluatie na. Productevaluatie mag uiteraard niet genegeerd worden. Belangrijk is nagaan op welke manier leerlingen de verworven kennis in de praktijk brengen,  ze een probleem aanpakken en tot een goed resultaat brengen, of ze in staat zijn de bekomen resultaten te testen op correctheid.
    De manier waarop een leerling gewerkt heeft, primeert vaak boven het product dat afgeleverd wordt. Bijvoorbeeld een afgedrukte tekst kan er heel mooi en verzorgd uitzien maar enkel in het digtitale document zie je of de leerling efficiënt gewerkt heeft: zijn er stijlen gebruikt, opsommingen, alineaopmaak …
    Procesevaluatie van digitale producten hoort bijna uitsluitend tot het vak informatica. ICT wordt geïntegreerd binnen andere vakken maar daar ligt de nadruk op het product en niet op het proces.
  • Vraag naar basisleerstof/vaardigheden die onmisbaar is/zijn voor wat volgt of naar wat essentieel is voor de studierichting of het studieprofiel, maar vraag niet naar spitsvondigheden of naar details. Stel bij voorkeur levensechte vragen.
  • In het vak Informatica moeten kennis, vaardigheden en attitudes geëvalueerd worden. Dit gebeurt het best via praktische oefeningen. Via een oefening kun je achterhalen of de leerling de nodige kennis heeft om het probleem op te lossen, de vaardigheden bezit om de oplossing uit te werken en de noodzakelijke attitudes om alles binnen een opgegeven tijdbestek, met de nodige zelfredzaamheid en zin voor correctheid, tot een goed einde te brengen.
  • Kader je toets, oefening zoveel mogelijk in een concrete probleemstelling. Zorg dat de leerlingen het nut van de opdracht inzien.
  • Toets actuele vaardigheden. Bij voorbeeld: tabs worden op dit moment nog maar zelden gebruikt, meestal gebruikt men tabellen; tabs worden vooral nog gebruikt voor het maken van invulstrookjes, hoewel die vaak ook vervangen worden door online formulieren. Kijk voor tekstverwerking naar boeken, kranten, tijdschriften om te weten hoe een actuele lay-out van een tekst eruit ziet bijvoorbeeld titels worden niet meer onderlijnd omdat dit verwijst naar hyperlinks.
  • Leerlingen mogen tijdens een toets iets leren. Je kunt hen vragen om in Excel een nieuwe functie op te zoeken en te gebruiken, je gebruikt een interessante tekst voor tekstverwerking, je laat hen zoeken op internet in functie van een bepaald onderwerp, je vraagt hen om een onbekend object te gebruiken in een programma.
  • Streef naar een representatieve steekproef van de gehele leerstof.
  • Wil je betrouwbaar beoordelen, toets dan vrij frequent en met veel soorten kwaliteitsvragen. Relatief veel vragen verkleinen de foutenmarge van de score. Verschillende vraagvormen neutraliseren de nadelen van elke vraagvorm.
  • Een toets met gevarieerde vragen motiveert meer.
  • Stel enkelvoudige vragen, dat wilt zeggen, vraag geen twee of drie inhouden tegelijk. Samengestelde vragen splits je het best op in deelvragen. Formuleer de vragen zoveel mogelijk rechtstreeks en gebruik geen aanvulzinnen.
  • Negatieve vragen verwarren. Als het toch moet, markeer dan de ontkenning.
  • Deel de toets overzichtelijk in en verzorg de lay-out. Geef duidelijke antwoordinstructies. Zet dezelfde vraagvormen samen en rangschik ze bij voorkeur in functie van moeilijkheidsgraad wetende dat de concentratie een hoogtepunt bereikt en daarna terug afneemt.
  • De trial and error-methode kun je vermijden door een beperkte tijd voor de oplossingsfase te voorzien.
  • Vraag bij een toets niet om een bekomen 'waarde' te noteren maar wel een stappenplan, een formule, het ontwerp van een query. De waarden zijn afhankelijk van de ingevulde gegevens, als een getal verkeerd is ingetikt, er een record teveel of te weinig staat dan kan de bekomen waarde fout zijn. Het is de formule, het proces die tot de waarde leidt die moet geëvalueerd worden.
  • Geef altijd de naam op waaronder het aangemaakte bestand moet bewaard worden. Let op een correcte naamgeving.
  • Maak duidelijke afspraken met de leerlingen over wat geëvalueerd zal worden en hoe. Wordt er bijvoorbeeld enkel praktische kennis gevraagd of ook theoretische kennis.
  • Laat een gebruikte formule, hetgeen men ingevuld heeft in een queryraster … noteren. Het is veel eenvoudiger om naderhand te remediëren als de leerlingen zien wat ze fout gedaan hebben.
  • Maak op voorhand een goed verbetermodel voor de te evalueren oefening/toets.
  • Indien de computers dicht bij elkaar staan, maak dan afzonderlijke toetsen voor de leerlingen of laat de ene leerling de even en de andere leerling de oneven oefeningen maken.
  • Laat bij het ontwerpen en beschrijven van oplossingen de leerlingen steeds een analyse maken alvorens de oplossing uit te werken op de computer.
  • We kiezen voor een didactische evaluatie, wat betekent dat we de leerlingen helpen slagen. Een tip tijdens de evaluatie kan wonderen doen.
  • Vertrek zoveel mogelijk van bestaande digitale bestanden.
  • Houd jezelf aan de normen die je de leerlingen oplegt.
  • Onthoud: het ideale evaluatiemodel bestaat niet. Elke leerkracht heeft zijn eigen methode en legt eigen accenten. 

Permanent evalueren

sla link op in klembord

Kopieer

In veel gevallen gebruikt men permanente evaluatie voor het vak informatica. Dit betekent dat er frequent geëvalueerd wordt. Dit kan gebeuren door middel van kleine toetsen, oefeningen, grotere herhalingstoetsen … Het is essentieel dat een leerling op elk tijdstip zijn huidig kunnen en zijn vorderingen kan aantonen.

Permanente evaluatie houdt niet in dat er elke les punten moeten gegeven worden. Door regelmatig een evaluatiemoment in te lassen kan men de evolutie van de leerlingen volgen. Zo een evaluatiemoment moet niet lang duren. Eén oefening, een paar vragen in het begin of op het einde van de les kunnen al voldoende zijn.

Wel is het belangrijk dat na het afronden van een groter leerstofgeheel er een herhalingstoets gepland wordt. Op deze manier kan nagegaan worden of de leerlingen de nodige vaardigheden onder de knie hebben en inzicht hebben in de samenhang tussen de verschillende aangeleerde onderwerpen.

Belangrijk is dat de leerlingen tijdens een les informatica zoveel mogelijk de gewenste vaardigheden en attitudes kunnen inoefenen. Deze gemaakte oefeningen kunnen ook deel uitmaken van de evaluatie. Bij voorbeeld: de leerlingen maken een hele reeks oefeningen en een aantal daarvan staan op punten.

Remediëring

sla link op in klembord

Kopieer

Na de evaluatie bespreek je de oplossing. Hou rekening met volgende bemerkingen:

  • Zorg, in de mate van het mogelijke, voor evaluatie en oplossing in dezelfde les. Onmiddellijke feedback rendeert het meest. Beperk daarvoor het aantal vragen.
  • Het is didactisch zeer interessant te vertrekken vanuit een veelvoorkomende foutieve leerlingenoplossing. 
  • Alleen probleemonderdelen moeten in de oplossingsfase behandeld worden. Verspil geen tijd met vragen die iedereen correct beantwoord heeft.
  • Een schriftelijke analyse van het probleem kan later dienst doen als referentie voor het oplossen van gelijkaardige problemen.
  • Ook de leerkracht kan uit zijn evaluatie leren. Onderdelen waar alle leerlingen slecht scoren, stemmen tot nadenken. Als leerkracht moet men durven bijsturen, waar nodig, zonder het niveau van de studierichting te verlagen. Dikwijls is een andere manier van vraagstelling of het opnieuw geven van een les, de oplossing

En nog dit...

sla link op in klembord

Kopieer

Permanente evaluatie resulteert niet altijd in betere cijfers. Vragen, waarbij alle hulpmiddelen mogen gebruikt worden zijn meestal denkvragen en eisen meer inzicht van de leerling.

Twee opeenvolgende lestijden informatica geeft het lesgebeuren en ook de evaluatie meer kansen.

Aangezien de punten op regelmatige tijdstippen van het leerproces toegekend worden, kun je het vak informatica uit het examenrooster schrappen.

Van een evaluatie worden volgende onderdelen op het einde van het schooljaar bewaard:

  • De vraagstelling,
  • De puntenverdeling (een puntenschema: waarop en hoeveel punten worden toegekend),
  • Van alle leerlingen alle werkstukken (op papier of in digitale vorm) waarvoor er punten gegeven zijn.
  • De puntenverdeling (een puntenschema: waarop en hoeveel punten worden toegekend); 
  • De toekenning van de punten per leerling (een klaslijst).

 
 

Werkstukken moeten in leesbare vorm bewaard worden gedurende twee schooljaren: het lopende en het voorgaande.

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio