Hoe kan je leerlingen samen over de meet krijgen via convergente differentiatie? (deel 2)

Hieronder vind je twee andere aanbevelingen die kunnen helpen om alle leerlingen over de meet te krijgen.

Vertrek van uitdagende doelen

sla link op in klembord

Kopieer

Het ontwerpen van effectieve binnenklasdifferentiatie vertrekt van heldere en uitdagende doelen. Welke kennis, vaardigheden en attitudes zouden alle leerlingen op het einde van de les, de week of het schooljaar moeten beheersen? Stel daarbij hoge verwachtingen. Geloof in jezelf én in je leerlingen, ook in hen voor wie leren – om welke reden dan ook – niet altijd even eenvoudig loopt. Juist voor deze leerlingen kan je als leraar het verschil maken.

Doelen geven richting aan wat je als leraar in de klas doet. Differentiatie die niet duidelijk en expliciet gebaseerd is op doelen, stoelt op los zand en is letterlijk doelloos. We weten dat heldere en voldoende uitdagende doelen leiden tot betere schoolprestaties bij de leerlingen. Zo weten leerlingen beter wat er van hen verwacht wordt en wordt hun aandacht sterker gericht op wat echt belangrijk is in het aanbod in de klas.

Een voorbeeld van hoe doelen centraal kunnen staan in het maken van didactische keuzes en het organiseren van binnenklasdifferentiatie in het bijzonder, is beheersingsleren. Bij beheersingsleren worden dezelfde doelen voor de hele klas gehanteerd, maar variëren het aantal en de soort activiteiten die leerlingen aangeboden krijgen om die doelen te bereiken. Na het aanbieden en inoefenen van de lesstof, wordt getoetst of leerlingen de stof goed beheersen.

Een bekende werkwijze die sterk verwant is aan beheersingsleren is werken volgens het BHV-model. De afkorting BHV staat daarbij voor Basisstof, Herhalingsstof en Verdiepingsstof. Leraren behandelen eerst de basisstof en laten leerlingen deze inoefenen. Daarna stellen ze met een formatieve toets vast of de leerlingen de stof voldoende beheersen. Leerlingen die deze nog niet beheersen, krijgen herhalingsstof: extra instructie en/of oefeningen. De leerlingen die het wel begrijpen, krijgen verrijkingsleerstof: verdiepende opdrachten over dezelfde leerstof. Nadat deze stappen zijn doorlopen, volgt een tweede, summatieve, toets. Daarna start het werken aan een volgend (tussen)doel volgens hetzelfde stappenplan.

Leerlingen waarvoor het leren moeilijker verloopt, doen succeservaringen op doordat ze met extra herhaling en oefening de leerstof toch leren beheersen. De cognitief sterkere leerlingen krijgen dan weer extra uitdaging dankzij de verrijkingsstof.

Voor effectief onderwijs is er steeds een grondige afstemming nodig tussen leerdoelen, onderwijs- en leeractiviteiten en evaluatie. Het leerdoel gaat hierbij voorop.

  • Wat moeten de leerlingen kennen en kunnen?
  • Wanneer het leerdoel duidelijk is, denk je na over welke leeractiviteiten nodig zijn om jouw leerlingen dit beoogde leerdoel te laten behalen.
  • Tot slot denk je na over hoe je kan evalueren of je leerlingen de gestelde leerdoelen daadwerkelijk hebben behaald.

Hieronder vind je een voorbeeld van het BHV-model voor de volgende leerplandoelstelling ‘De leerlingen illustreren aan de hand van een eenvoudige bedrijfskolom welke weg goederen of diensten afleggen vooraleer ze bij de consument komen.’

Voorbeeld van het BHV-model

sla link op in klembord

Kopieer

Basisstof (B)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doel: Leerlingen begrijpen wat een bedrijfskolom is en kennen de belangrijkste schakels.
  • Inhoud:
    • Definitie bedrijfskolom.
    • Schakels: producent – groothandel – kleinhandel – consument.
    • Voorbeeld van een eenvoudige bedrijfskolom (bv. chocoladereep: cacaoboer → fabriek → groothandel → supermarkt → consument).
  • Werkvormen:
    • Korte uitleg met schema.
    • Klassikale bespreking van een eenvoudig voorbeeld.
    • Begrippen op het bord laten plaatsen in de juiste volgorde.

Formatieve toets tijdens de les

sla link op in klembord

Kopieer

Het is belangrijk dat de leerlingen zowel feedback als feedforward krijgen tijdens de les. Feedback is terugkoppeling over wat er fout ging. Bij een fout antwoord wordt uitgelegd waarom het niet klopt. Feedforward richt zich op de toekomst. Het geeft tips of aanwijzingen om het de volgende keer wél goed te doen.

Herhalingsstof (H)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doel: Leerlingen passen de basisbegrippen toe op een concreet voorbeeld.
  • Inhoud:
    • Toepassen van het concept bedrijfskolom op een gekend product.
    • Herkennen van schakels in een artikel, filmpje of case.
  • Werkvormen:
    • Leerlingen vullen in duo’s een lege bedrijfskolom in op basis van een kort artikel of filmpje (bv. “Van melk tot yoghurt in de winkel”).
    • Klassikale nabespreking: elke groep geeft hun ingevulde schakels, de leraar corrigeert waar nodig.

Verdiepingsstof (V)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doel: Leerlingen ontdekken dat een bedrijfskolom tegenwoordig complexer is en digitale schakels bevatten. Dat betekent dat niet alles in fysieke winkels gebeurt, maar dat het proces ook online kan gebeuren. Ze leren ook factoren kennen die de lengte van een keten beïnvloeden.
  •  Inhoud:
    • Digitale schakels (Bol.com, Zalando, Amazon).
    • Korte vs. lange keten: factoren (prijs, milieu, gemak, versheid, logistiek).
  • Werkvormen:
    • Groepsopdracht: kies een product (kledij, smartphone, groente) en onderzoek online de bedrijfskolom inclusief digitale schakels.
    • Laat leerlingen beslissen of dit een korte of lange keten is en waarom.
    • Presentatie van bevindingen in de klas (kort mondeling of via poster/Padlet). 

Summatieve toets na de les

sla link op in klembord

Kopieer

Hier kan er gedifferentieerd worden door bij de leerlingen die de herhalingsleerstof hebben aangeboden te kijken of ze deze dan onder de knie hebben. De leerlingen die de verdiepingsstof hebben aangeboden gekregen, krijgen dan ook best uitdagende vragen/opdrachten die aansluiten bij de verdiepingsleerstof.

Werk doelgericht en flexibel in groepjes

sla link op in klembord

Kopieer

Kies een groeperingsvorm die past bij het doel dat je als leraar nastreeft. Dé ideale manier om groepen samen te stellen is er niet. Zowel homogene als heterogene groepen hebben voor- en nadelen. Om de voordelen te benutten en de nadelen te ondervangen, is het verstandig om regelmatig opnieuw te bepalen op welke manier je leerlingen groepeert en met welk doel. Daarbij ga je steeds uit van de ontwikkeling van leerlingen en de hoeveelheid tijd die je verwacht dat ze nodig hebben om de leerdoelen te bereiken.

Instructie binnen homogene niveaugroepjes is goed toepasbaar bij directe instructie of bij beheersingsleren. Zo maakt het differentiatie in tijd mogelijk, want de leraar kan extra aandacht besteden aan de groepjes met leerlingen die meer moeite hebben met de stof. Bij heterogeen groeperen daarentegen krijgen zowel sterke als zwakkere leerlingen in principe evenveel onderwijstijd. En dit terwijl de groep zwakkere leerlingen juist meer instructie- en oefentijd nodig heeft.

Onbewust hebben leraren vaak minder hoge verwachtingen van lager presterende leerlingen. In heterogene groepjes krijgen deze ongelijke verwachtingen minder kans. Bij een homogene groepsindeling zitten deze leerlingen namelijk samen in een groepje, waardoor leraren geneigd zijn deze leerlingen minder uit te dagen en minder aan te spreken op hogere denkvaardigheden. Dit heeft een ongunstige uitwerking op het zelfbeeld van leerlingen. Leerlingen leren van en door samen te werken met leeftijdsgenoten. In heterogene groepen kan op een effectieve manier worden ingezet op coöperatief leren, waarbij leerlingen met een verschillende leerstatus samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Het is daarbij belangrijk dat elk groepslid een duidelijke rol heeft en een eigen bijdrage kan leveren op het eindresultaat.

Een concreet voorstel om homogene en heterogene groepjes te vormen voor de volgende leerplandoelstelling ‘De leerlingen illustreren dat ondernemingen een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de stakeholders.’

Homogene groepjes (op basis van voorkennis of interesse)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doel: Leerlingen werken met peers die een vergelijkbaar niveau of interesse hebben, zodat ze dieper kunnen ingaan op een specifiek onderdeel.
  • Werkwijze:
    • Peiling vooraf (kort, 5 min):
    • Vraag leerlingen individueel:
             “Noem één onderneming die jij goed kent.”
             “Denk je dat je goed kan uitleggen wie de stakeholders van die onderneming zijn?” (ja/nee/weet niet)
  • Groepsindeling:
    • Groep A (veel voorkennis): Leerlingen die meerdere stakeholders kunnen benoemen → krijgen complexere cases (bv. multinationals zoals Apple, Unilever).
    • Groep B (gemiddelde voorkennis): Leerlingen die één of enkele stakeholders kennen → werken rond lokale ondernemingen (bv. bakkerij, supermarkt).
    • Groep C (weinig voorkennis): Leerlingen die geen stakeholders kunnen noemen → starten met eenvoudige voorbeelden en visuele hulpmiddelen (schema’s). 
  • Opdrachtvoorbeeld:
    • Groep A: Analyseer de verantwoordelijkheid van Coca-Cola t.o.v. milieu, klanten, werknemers en aandeelhouders.
    • Groep B: Welke stakeholders heeft een lokale supermarkt? Hoe draagt die supermarkt zorg voor deze stakeholders?
    • Groep C: Koppel pictogrammen (klant, leverancier, werknemer, buurt) aan een lokale winkel en bespreek kort waarom deze belangrijk zijn.

Heterogene groepjes (op basis van mix in voorkennis of perspectieven)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doel: Leerlingen leren van elkaar door hun verschillende kennis en invalshoeken te combineren.
  • Werkwijze:
    • Start vanuit homogene groepjes: Laat hen eerst hun deelopdracht (A, B of C) voorbereiden.
    • Nieuwe groepsvorming (mix): Vorm groepen met minstens één leerling uit elk homogeen groepje.
  • Opdracht in heterogene groep:
    • Elke leerling legt zijn/haar case kort uit.
    • De groep maakt samen een algemeen stakeholder-overzicht van een onderneming naar keuze. Afhankelijk van de doelgroep ga je voor grote ondernemingen ofwel een lokale onderneming.
    • Voeg een maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)-actie toe die aansluit bij de SDG’s (bv. minder plastic, eerlijke lonen, lokale productie).
  • Voorbeeldopdracht:
    • "Jullie zijn de raad van bestuur van een kledingbedrijf. Welke stakeholders hebben jullie, welke verantwoordelijkheden heeft het kledingbedrijf ten opzichte van deze stakeholders en met welke duurzame maatregel kunnen jullie het bedrijf verbeteren?"
  • Waarom deze aanpak werkt:
    • Homogeen: zorgt dat leerlingen op eigen tempo inzicht krijgen in basisconcepten.
    • Heterogeen: stimuleert samenwerking, verbindt verschillende niveaus en laat leerlingen leren van elkaars perspectief.

Meer informatie

sla link op in klembord

Kopieer

Referentie:  Leidraad Differentiatie: samen naar de meet 
 

  • Coussement, S. & Dejonckheere, P. (2024). Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen. Stichting Leerpunt. Hertaling van Van den Bergh, L., Van Amerongen, M., Gunsch, R., Timmermans, M. & Timmermans, A. (2021). Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. 
  • De Smet, M., Bultheel, M., & Verachtert, P. (2024). Leidraad differentiatie: Samen naar de meet. Stichting Leerpunt. Vlaamse hertaling van Bosker, R., Durgut, F., Edzes, H., Jol, M., van Tuijl, C., & Van der Vegt, A. L. (2021). Leidraad differentiatie als sleutel voor gelijke kansen. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.  

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?