In de leerplannen van de tweede en derde graad lees je bij de aandachtspunten dat je aan je leerlingen best voldoende teksten aanbiedt van verschillende auteurs, verschillende teksttypes en tekstgenres uit verschillende periodes, ook uit de niet-klassieke oudheid. Een voorbeeld van teksttypes zijn grafschriften of graffiti.
Volgens G.C. Susini (in zijn basiswerk Epigrafia romana van 1982) zijn er bij de technische analyse van een Romeins opschrift vier elementen: 1) de drager, d.w.z. het materiaal, het gebouw of monument; 2) de tekst die je kan lezen; 3) het gebruikte schrift of alfabet en 4) de omgeving van het opschrift, d.w.z. waar het opschrift zich bevindt.
De epigrafist haalt veel informatie uit de vier elementen, bijvoorbeeld:
1) Zo was het gebruikelijk dat vanaf Augustus Romeinse opschriften in marmer werden gekapt, terwijl er in de provincies vooral steen werd gebruikt, dat lokaal beschikbaar was, bijvoorbeeld zandsteen.
2) De tekst an sich geeft informatie over de uitvoerder én lezer.
3) Het gebruikte schrift kan iets onthullen over de periode waarin het opschrift werd gemaakt.
4) Soms is de exacte vindplaats niet gekend maar kan de omgeving waar het opschrift is gevonden iets vertellen over de bedoeling ervan.
Hoe kan je Latijnse epigrafie integreren in je lespraktijk?
- als illustratie en uitdieping bij historische personages of gebeurtenissen
- ter vergelijking met literaire teksten van antieke auteurs
- om bepaalde aspecten van de antieke cultuur te illustreren bv. keizerlijke titulatuur of het cursus honorum
- bij het bespreken van taalevolutie of taalvariatie
- als illustratie of uitdieping van bepaalde termen bv. dictator
- bij het bespreken van erfopvolging
- als illustratie bij de bespreking van verering van goden, rituelen bij overlijdens en grafopschriften
- bij de bespreking van de Romeinse geschiedenis of het Romeins politieke leven
- als link tussen archeologische vondsten en de overlevering door antieke auteurs
- bij de bespreking van de vergoddelijking van Augustus of andere keizers, keizerlijke bouwpolitiek of keizerlijke propaganda, damnatio memoriae
- als voorbereiding voor of nabespreking van uitstappen
- …
Een handige website ter voorbereiding van excursies is Ubi erat lupa. Je kan naar opschriften zoeken via locatie, museum enzovoort. Bij de voorbeelden zitten vaak linken naar de databank van Clauss/Slaby of andere online databanken en naar extra literatuur.
De mogelijkheden om Latijnse epigrafie te integreren in je les zijn eindeloos. We geven hier een aantal voorbeelden.
Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 - leerplan III LPD 8)
- Je kan stilstaan bij de verering van goden en het belang van assimilisatie van lokale godheden. (Leerplan II LPD 28, 29)
- Je zou kunnen stilstaan bij het gebruik van de tria nomina bij de Romeinen. (Leerplan II LPD 29, 30)
- In het artikel van dit museumstuk op de blog Mainzer Beobachter wijdt Jona Lendering uit over de verwijzing naar Vrouw Holle. Interessant om met de leerlingen de denkpistes van de onderzoekers te overlopen. (Leerplan II LPD 31)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere grafschriften. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28)
Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 - leerplan III LPD 8)
- Je kan stilstaan bij de verering van goden. (Leerplan II LPD 28, 29)
- Je zou kunnen stilstaan bij de naam van de ‘vader’ (het gebruik van de tria nomina bij de Romeinen) en de naam van de slaaf. (Leerplan II LPD 29, 30)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere grafschriften. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28)
- Je kan dit opschrift tonen ter illustratie bij het lezen van teksten over slavernij of bij bespreking van het Romeins personenrecht.
3. Een ereopschrift uit de Terme di Diocleziano (Museo Nazionale Romano)
Voor Marcus Valerius Quadratus, zoon van Marcus, van de tribus Quirina, decemvir stlitibus iudicandis, tribunus laticlavius van het derde legioen Augusta,
sevir equitum Romanorum, quaestor Augusti, kandidaat tribunus plebis, praetor, septemvir van de Epulones
Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 - leerplan III LPD 8)
- Je zou kunnen stilstaan bij het gebruik van de tria nomina in de Romeinse samenleving of het cursus honorum of militaire loopbaan van de Romeinen. (Leerplan II LPD 29, 30)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere ereopschriften, eventueel gelinkt aan de vindplaats van de opschriften verspreid over de Romeinse provincies en hun datering. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28)
Wat kan je doen?
- Je kan de Latijnse tekst klassikaal proberen te lezen, te ontcijferen. Je kan de leerlingen wijzen op het gebruik van afkortingen bij opschriften. (Leerplan II LPD 21, 23 - leerplan III LPD 8)
- Je zou kunnen stilstaan de vergoddelijking van Romeinse keizers, keizerlijke propaganda. (Leerplan II LPD 29, 30)
- Je zou de vergelijking kunnen maken met andere ereopschriften, eventueel gelinkt aan de vindplaats van de opschriften verspreid over de Romeinse provincies en hun datering. Handige websites zijn hiervoor Museumstukken van Jona Lendering of Ubi erat lupa. (Leerplan II LPD 28).
- Je zou dit opschrift ook kunnen gebruiken ter illustratie van de bouwpolitiek van de Romeinse keizers. Meer info vind je op de website Lacus Curtius.
- Dit opschrift en monument zou ook de aanzet kunnen zijn voor een onderzoeksvraag: Waarom wordt er in de antieke literatuur niet verwezen naar dit monument? Of: Waar in de klassieke teksten vinden we verwijzingen naar monumenten die nu nog te bezichtigen zijn in Rome?