In de leerplannen van de tweede en derde graad lees je bij de aandachtspunten dat je aan je leerlingen best voldoende teksten aanbiedt van verschillende auteurs, verschillende teksttypes en tekstgenres uit verschillende periodes, ook uit de niet-klassieke oudheid. Een voorbeeld van teksttypes zijn grafschriften of graffiti.
Volgens G.C. Susini (in zijn basiswerk Epigrafia romana van 1982) zijn er bij de technische analyse van een Romeins opschrift vier elementen:
De epigrafist haalt veel informatie uit de vier elementen, bijvoorbeeld:
Hoe kan je Latijnse epigrafie integreren in je lespraktijk?
Een handige website ter voorbereiding van excursies is Ubi erat lupa. Je kan naar opschriften zoeken via locatie, museum enzovoort. Bij de voorbeelden zitten vaak linken naar de databank van Clauss/Slaby of andere online databanken en naar extra literatuur.
De mogelijkheden om Latijnse epigrafie te integreren in je les zijn eindeloos. We geven hier een aantal voorbeelden.
Wat kan je doen?
Wat kan je doen?
3. Een ereopschrift uit de Terme di Diocleziano (Museo Nazionale Romano)
Voor Marcus Valerius Quadratus, zoon van Marcus, van de tribus Quirina, decemvir stlitibus iudicandis, tribunus laticlavius van het derde legioen Augusta,
sevir equitum Romanorum, quaestor Augusti, kandidaat tribunus plebis, praetor, septemvir van de Epulones
Wat kan je doen?
Wat kan je doen?