De relevante gegevens over de ontwikkeling van een kind worden opgenomen in het leerlingendossier en gecommuniceerd met het secundair onderwijs. Zo kunnen groeimogelijkheden en zorgen worden doorgegeven, en kan het secundair onderwijs verder bouwen op de afgelegde weg vanuit het basisonderwijs.
Sinds 1 september 2014 bepalen artikel 31 van het decreet basisonderwijs en artikel 123/6 van de codex secundair onderwijs hoe scholen leerlingengegevens mogen overdragen. Wanneer een leerling van school verandert, worden gegevens van de basisschool naar de secundaire school overgedragen zodra de leerling daar is ingeschreven, en onder de volgende voorwaarden:
De baso-fiche helpt de secundaire school meteen inzicht te krijgen in de redelijke aanpassingen die nodig zijn voor de leerling. Deze aanpassingen zijn gebaseerd op specifieke onderwijsbehoeften die al in de lagere school werden vastgesteld.
Als basisschool geef je de baso-fiche aan de ouders. Zij zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind.
In het belang van de leerling kan de basisschool de baso-fiche ook op vraag van de secundaire school overdragen, tenzij de ouders zich hiertegen verzetten. Dit wordt gecommuniceerd naar de ouders.
Niet alle gegevens mogen worden doorgegeven:
Het is aan de scholen om, binnen de marges van de regelgeving, te bepalen welke gegevens doorgegeven worden. Dit biedt ruimte om in te spelen op de specifieke noden van de leerling, zonder de regels te overtreden.
Een goede overdracht van leerlingengegevens, zoals via de baso-fiche, zorgt ervoor dat de secundaire school de zorg en begeleiding naadloos kan voortzetten.
