Een baso-fiche is geen doel op zich maar een middel om met verscheidene scholen samen een goede overgangsbegeleiding te realiseren. Daarbij is er bijzondere aandacht voor het optimaliseren van de ontwikkeling van elke leerling.
Als scholen regionaal in grote lijnen overeenkomen over een gemeenschappelijke benadering, kan het werken met een baso-fiche een katalysator zijn voor verdere verdieping en concretisering van de regionale samenwerking. We lichten hieronder de baso-fiche als mogelijk registratie-instrument toe. Afhankelijk van de regionale werking kan dit uiteraard ook een ander instrument zijn.
Het werken met een baso-fiche moet resulteren in een win-winrelatie voor basisonderwijs en secundair onderwijs.
Directies en leraren wijzen soms op het risico van toenemende administratieve last in het basisonderwijs door het werken met een baso-fiche. Daarom wordt de baso-fiche zoveel mogelijk geïntegreerd in de overgangsbegeleiding en in het leerlingendossier.
Het samen invullen van een baso-fiche door ouders, leerling en school is een afrondend moment voor het basisonderwijs en bereidt tegelijk het intakegesprek in de secundaire school voor.
Het proces geeft het team van de basisschool de voldoening dat de ervaringen, inspanningen en informatie niet verloren gaan en door de secundaire school gebruikt kunnen worden in de verdere opvolging van de leerling.
De baso-fiche heeft als doel continuïteit in zorg en verschilt daardoor van een rapport. De zorg voor de leerling staat centraal.
De baso-fiche bevat informatie die helpt bij het ondersteunen van de leerling in het secundair onderwijs, zoals:
Het schetsen van een breed beeld van de leerling helpt bij het optimaliseren van de ontwikkeling. De kwaliteiten, vaardigheden, mogelijkheden en interesses van de leerling worden benoemd. Ze vormen in de communicatie met ouders en met de leerling een tegengewicht voor soms moeilijker bespreekbare werkpunten. Ze tonen aan dat leraren een leerling altijd waarderen en ze bieden voor leerling en ouders een perspectief.
Het doorgeven van leerlingengegevens kan leiden tot beeldvorming. Zowel de auteur als de lezer kunnen gegevens foutief interpreteren, soms onbewust en ongewild. Ook kan het mechanisme van een self-fulfilling prophecy in werking treden. Daarom is het belangrijk om enkel relevante informatie op te nemen en goed te waken over de verwoording van de gegevens.
Baso-fiches of andere documenten nemen geen gegevens op over de oriëntering en latere studiekeuze van de leerling. Dit uit respect voor het oriënterende karakter van de eerste graad secundair onderwijs. Binnen deze graad moeten leerlingen nog alle kansen krijgen om hun talenten, capaciteiten en interesses verder te ontdekken en ontwikkelen om daarna een gemotiveerde keuze te maken voor de tweede graad. Adviezen over studiekeuzes die pas na de eerste graad kunnen gebeuren, zijn aan het einde van de basisschool niet relevant.
Bij de baso-fiche staat de leerling centraal. De leerling is mede-eigenaar van zijn baso-fiche. In de meeste regio’s wordt in het zesde leerjaar of in het laatste jaar van het buitengewoon basisonderwijs (bubao) rond ‘leren kiezen’ gewerkt met het werkboekje van het CLB Op stap naar het secundair onderwijs. Dit geeft de leerling een actieve rol in de opbouw en inhoud van de fiche. De actieve betrokkenheid van de leerling kan worden versterkt door bijvoorbeeld een portfolio op te bouwen tijdens zijn schoolloopbaan. In dit portfolio wordt gefocust op zijn ontwikkeling.
De leerling actief betrekken bij het opstellen van de baso-fiche zorgt voor:
Zo wordt de baso-fiche voor de leerling ook "mijn baso-fiche".
De communicatie met en betrokkenheid van ouders bij het baso-proces is essentieel. Dit proces start niet pas aan het einde van het lager onderwijs. Ouders moeten tijdig betrokken worden bij het keuzeproces, zodat ze:
Het doornemen en invullen van een baso-fiche is een wederzijds engagement tussen ouders, leerlingen en school. De leerling staat centraal, met zijn ontplooiingskansen en grenzen. Samen de baso-fiche invullen is voor leerlingen en ouders een erkenning van hun zorg voor hun kind. Op deze wijze wordt de baso-fiche een instrument dat door de ouders gewaardeerd wordt en dat bij inschrijvingen spontaan afgegeven wordt.
In de begeleiding van kinderen is het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) een partner. Het is logisch om het CLB systematisch bij het baso-proces te betrekken. Scholen kunnen met het CLB afspraken maken over de uitwisseling van leerlingengegevens.
CLB-medewerkers hebben beroepsgeheim. Niet alle informatie uit het CLB-dossier kan gedeeld worden met de school. Welke gegevens gedeeld kunnen worden, wordt in overleg met ouders en leerling afgesproken.
De expertise van het CLB over specifieke onderwijsbehoeften kan door scholen worden benut. Het CLB kan ook beginnende leraren ondersteunen met duiding en tips over de aanpak van een leerling.
CLB-medewerkers zijn vaste partners in het multidisciplinair overleg (MDO, in bao), de cel leerlingbegeleiding (in so) en de klassenraad (in buo). De school en het CLB overleggen over welke informatie via oudercontacten gedeeld wordt.
Om het werken met een baso-fiche in zowel het basisonderwijs als secundair onderwijs vlot te laten verlopen en bijkomende administratieve last te vermijden, is het belangrijk dat de baso-fiche wordt geïntegreerd in de overgangsbegeleiding.
Het gemotiveerd verslag of het verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs (buo) kan aanvullende informatie bevatten. Deze gegevens kunnen een plaats krijgen in of naast de baso-fiche.
Conform bovenstaande visie op een lokaal groeiende samenwerking rond continuering van zorg van basis- naar secundair onderwijs, maken we geen model van baso-fiche.
Geregeld reflecteren, eerst per school en daarna met de samenwerkende scholen, samen evalueren en bijsturen, bijvoorbeeld in de context van schoolbegeleiding onder leiding van een pedagogisch begeleider, zijn essentieel in een baso-proces.
Samenvattend bieden we onderstaande vragenlijst aan ter inspiratie:
Vragenlijst
Betrokken scholen
Lay-out en opbouw van de baso-fiche
Inhoud van de baso-fiche
Vloeien alle opgenomen gegevens logisch voort uit de bestaande studiekeuzebegeleiding of zijn er gegevens die zorgen voor bijkomende administratieve last?
Is er een luik ’oriëntering’ opgenomen? Waarom wel, waarom niet? Wat is het reële aandeel van dat luik ‘oriëntering’ in de baso-fiche?
Wordt bij het luik ‘oriëntering’ recht gedaan aan het oriënterend karakter van de 1e graad so en het observatiejaar van opleidingsvorm 3?Wordt - indien van toepassing - iets gezegd over de samenwerking met het internaat? Welke extra zorgen en begeleiding kreeg de leerling in het internaat? Eventuele specifieke zorgen, afspraken en redelijke aanpassingen in het internaat kunnen benoemd worden.
Rol van de ouders
Rol van de leerling