Wie verwerft het recht op TADD op 1/09/2022?

Wie komt in aanmerking voor een TADD-aanstelling op 1 september 2022?

De voorwaarden waaraan je personeelslid moet voldoen om op 1 september 2022 zijn recht op TADD te kunnen laten gelden, zijn vervat in de artikels 23 en 23bis van het Rechtspositiedecreet. Ze hebben te maken met:

De kandidaatstelling

sla link op in klembord

Kopieer

Om vanaf 1 september 2022 beroep te kunnen doen op het TADD-recht, moet je personeelslid zich voor 15 juni 2022 kandidaat stellen bij zijn bestuur of bij het bestuur van een van de instellingen van de scholengemeenschap.

De minimale dienstanciënniteit en beoordeling

sla link op in klembord

Kopieer

Tijdelijke personeelsleden met dienstanciënniteit op 31 augustus 2021 die niet onder een overgangsmaatregel vallen

sla link op in klembord

Kopieer

Op 30 juni 2022 moet je personeelslid minstens 290 dagen dienstanciënniteit verworven hebben waarvan 200 effectief gepresteerd en uiterlijk op 30 juni 2022 een positieve beoordeling hebben gekregen.

Opgelet: als je tegen die datum geen beoordeling gegeven hebt, gaat de decreetgever ervan uit dat je een positieve beoordeling gegeven hebt.

Tijdelijke personeelsleden die onder een overgangsmaatregel vallen

sla link op in klembord

Kopieer

1. Tijdelijke personeelsleden die uiterlijk op 30 juni 2019 in het betrokken ambt in een of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap gespreid over ten minste drie schooljaren ten minste 720 dagen dienstanciënniteit, waarvan 600 effectief gepresteerd, verworven hebben (overgangsmaatregel 1).

2. Tijdelijke personeelsleden die tijdens schooljaar 2019 – 2020 aangesteld werden in het betrokken ambt in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap én die uiterlijk op 30 juni 2020 gespreid over ten minste 3 schooljaren ten minste 720 dagen dienstanciënniteit, waarvan 600 effectief gepresteerd, verworven hebben (overgangsmaatregel 2).

3. Tijdelijke personeelsleden die na 31 augustus 2019 opnieuw aangesteld werden in het betrokken ambt in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap én die uiterlijk op 30 juni 2019 gespreid over ten minste 2 schooljaren ten minste 580 of ten hoogste 719 dagen dienstanciënniteit, waarvan 400 effectief gepresteerd, verworven hebben én uiterlijk op 30 juni 2022 geen beoordeling met werkpunten gekregen hebben (overgangsmaatregel 3).

4. Tijdelijke personeelsleden die uiterlijk op 30 juni 2020 in het betrokken ambt in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap gespreid over ten minste 2 schooljaren ten minste 580 dagen dienstanciënniteit, waarvan 400 effectief gepresteerd, verworven hebben én die uiterlijk op 30 juni 2020 geen beoordeling met werkpunten hebben gekregen én die niet tijdelijk aangesteld waren van doorlopende duur in de schooljaren 2020-2021 en 2021-2022 (overgangsmaatregel 4).

(Dit betreft de tijdelijke personeelsleden die op 30 juni 2020 aan alle voorwaarden voldeden, maar die doordat ze geen concrete tijdelijke aanstelling hebben gekregen, hun recht op TADD niet konden laten gelden.)

5. Tijdelijke personeelsleden die na 1 september 2019 en uiterlijk op 30 juni 2021 in het betrokken ambt en in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap gespreid over minstens twee schooljaren ten minste 580 dagen dienstanciënniteit, waarvan 400 effectief gepresteerd, verworven hebben én die na 1 september 2019 en uiterlijk op 30 juni 2021 geen beoordeling met werkpunten gekregen hebben (overgangsmaatregel 5).

(Een tijdelijke aanstelling in dit schooljaar 2021-2022 is niet vereist.)

6. Tijdelijke personeelsleden die uiterlijk op 30 juni 2021 in het betrokken ambt en in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap gespreid over minstens twee schooljaren ten minste 580 dagen dienstanciënniteit, waarvan 400 effectief gepresteerd, verworven hebben én uiterlijk  op 30 juni 2021 een beoordeling met werkpunten gekregen hebben én die na 31 augustus 2021 tijdelijk aangesteld werden in het betrokken ambt in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap én nadien de decretaal vereiste bijkomende 200 dagen effectieve prestaties verworven hebben én geen evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ gekregen hebben (overgangsmaatregel 6).

7. Tijdelijke personeelsleden die uiterlijk op 30 juni 2021 in het betrokken ambt en in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap ten minste 290 en maximaal 579 dagen dienstanciënniteit verworven hebben én na 31 augustus 2021 tijdelijk aangesteld waren in het betrokken ambt in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap én uiterlijk op 30 juni 2022 in het betrokken ambt en in 1 of meerdere instellingen van dezelfde scholengemeenschap, gespreid over minstens 2 schooljaren, ten minste 580 dagen dienstanciënniteit, waarvan 400 effectief gepresteerd, verworven hebben én uiterlijk op 30 juni 2022 geen beoordeling met werkpunten gekregen hebben (overgangsmaatregel 7).

×
Kijkt als...
Niveau
Regio