Hoe kun je aan de slag met het referentiekader voor onderwijskwaliteit in je school?
De identiteit en christelijke inspiratie van je school krijgt vorm in een pedagogisch project. Dat pedagogisch project geeft richting, kleur en inspiratie aan het handelen van de leraren en je schoolwerking. Hoe kun je het referentiekader voor onderwijskwaliteit gebruiken om de eigen identiteit en schoolwerking te versterken?
Ja, het referentiekader voor onderwijskwaliteit, ook wel het OK- of ROK-kader genoemd, is een referentiekader dat de minimale gemeenschappelijke verwachtingen van kwaliteitsvol onderwijs uitzet. Alle stakeholders, waaronder Katholiek Onderwijs Vlaanderen, keurden in 2016 het referentiekader voor onderwijskwaliteit goed. Het resultaat is een kader met 37 kwaliteitsverwachtingen. Het kader doet geen uitspraak over hoe de verwachtingen gerealiseerd kunnen worden:
"Het referentiekader voor onderwijskwaliteit is een referentiekader dat de minimale gemeenschappelijke verwachtingen van kwaliteitsvol onderwijs uitzet. Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader en de toepassing ervan kunnen niet in tegenspraak zijn met het inrichten van onderwijs vanuit een diversiteit aan pedagogische projecten. De onderwijsvrijheid wordt hierdoor dus niet ingeperkt. Het referentiekader voor onderwijskwaliteit is geen kwaliteitsmodel. Het bevat minimale kwaliteitsverwachtingen die stimuleren om een eigen (kwaliteits)beleid te ontwikkelen en een eigen weg uit te stippelen. Tegelijk ondersteunen de minimale gemeenschappelijke verwachtingen de dialoog tussen de verschillende onderwijspartners. Scholen, centra en academies kunnen het referentiekader ook gebruiken met het oog op hun eigen ontwikkeling." Bron: Het referentiekader voor onderwijskwaliteit.
Hoe kun je het referentiekader voor onderwijskwaliteit benutten in je school?
Het referentiekader onderwijskwaliteit werd opgesteld om een duidelijker beeld te geven over wat de maatschappij van een kwaliteitsvolle school verwacht. Het wordt dus in de eerste plaats gebruikt als spiegel voor de eigen kwaliteit. Je kunt je daarbij de volgende vragen stellen.
De 37 kwaliteitsverwachtingen worden geordend in verschillende rubrieken. Die rubrieken kun je gebruiken als structurerend kader voor je schoolwerking. Daarbij kun je alle informatie groeperen naar de rubrieken en verwachtingen van het referentiekader: contextinformatie, inputinformatie, informatie over de resultaten en effecten ...
Ook binnen beleidsplanning en schoolwerkplanning zou het referentiekader als kapstok gebruikt kunnen worden. Let wel, heel wat kwaliteitsverwachtingen staan in nauwe relatie met elkaar en grijpen op elkaar in. Het is belangrijk om het samenspel, de wisselwerking en het totaalbeeld van het referentiekader voor ogen te houden. Structurele indelingen kunnen dus arbitrair overkomen. Bovendien kan het pedagogisch project van de school, met een sterke missie, krachtlijnen en visie, meer inspiratie, energie en diepgang bieden.
Je kunt je daarbij de volgende vraag stellen:
Op basis van de eigen identiteit (het pedagogisch project, de missie en krachtlijnen) kun je het referentiekader gebruiken om de eigen identiteit te onderzoeken, te verwoorden en te bevragen:
Zo krijgt het referentiekader voor onderwijskwaliteit ook een bevestigende en ondersteunende rol. Op de pagina kwaliteitsinstrumenten vind je een werkvorm om geïnspireerd aan de slag te gaan met het referentiekader. Onderstaand voorbeeld illustreert enkele linken tussen de schooleigen identiteit en het referentiekader voor onderwijskwaliteit.
Hoe kun je het referentiekader voor onderwijskwaliteit binnenbrengen in je school?
Afhankelijk van de plaats die je het referentiekader wil geven in je school, kun je verschillende strategieën uittekenen om het kader binnen te brengen in je team. We geven je enkele richtvragen die je ondersteunen om de juiste strategie uit te tekenen. Met je vragen kun je steeds terecht bij je pedagogisch begeleider.
Wat is het doel dat je wenst te bereiken? Kies één of enkele doelen die je grondig behandelt en ondersteunt. Mogelijke doelen kunnen onder meer zijn:
Wellicht zijn je doelen (en je aanpak, zie onder) ook afhankelijk van je doelgroep (beleidsmedewerkers, leraren, ondersteuners ...). Je sluit bij de keuze van doelen en aanpak best aan bij hun leervragen en uitdagingen.
Veel succes!