Bij de enkele openingen van het nieuwe academiejaar had ik me de bewuste vakbondsflyer al in de handen laten stoppen. Nu stelde Brecht Warnez er een vraag om uitleg over. In de geplande pensioenhervorming genoten personeelsleden van het hoger onderwijs niet dezelfde voordeligere berekening van gewerkte jaren (m.h.o. een vervroegde uitstapmogelijkheid; cf. de zgn. coëfficiëntenkwestie), zoals die van het niet-hoger onderwijs. Met name voor de leraren in de graduaatsopleidingen, die nog niet zo lang geleden niet in het hoger onderwijs werkten, maar tegenwoordig wél, vond vragensteller Warnez zulks toch overdreven. Aanvankelijk leek de bespreking zich gewoon zakelijk te ontwikkelen, maar dat was naderhand buiten de waard, i.c. minister Demir, gerekend (cf. infra).
De minister legde eerst kort de ontwikkelingen uit op het federale niveau. Voor het onderwijs ging het daarbij om een inschatting van de zwaarte van de job. Het gevolg? Basis- en secundair onderwijs konden wél onder het uitzonderingsregime blijven, het hoger onderwijs niet. Blijkbaar was daarover in de loop van dat proces geen discussie geweest tussen de coalitiepartners.
Interveniënt Katia Segers had wel nog een interessant punt (aan het eind van de behandeling ook geapprecieerd door vragensteller Warnez) over de zaak: de hogescholen en universiteiten zouden veel langer duurder personeel in dienst moeten houden, terwijl er in geen extra financiering voorzien wordt voor universiteiten, wat nadelige gevolgen voor de doorstroming en tewerkstelling van jongere collega’s zou hebben en een nog hogere werkdruk zou veroorzaken. Daarop ging minister Demir niet expliciet in. Ze verwees alleen (opnieuw) naar het lopende werk over de financiering (en rationalisering) van het hoger onderwijs, naar het behoud dit jaar van de zgn. klik en naar de besparingen op enkele instituten in het hoger onderwijs, maar meer was op komst. Dat was duidelijk…
Tijdens de tussenkomst van interveniënt Line De Witte hoorde ik veel gepraat her en der. Niet erg beleefd, vond ik. Zij verwees naar de geplande manifestatie op 14 oktober 2025 van de tegenstanders van heel dit pensioendossier. Hoe zij nu al kon weten dat er 100.000 betogers zouden zijn, leek mij wel wat vreemd, maar dat terzijde. Daarnaast had De Witte het over de financiële problemen in het hoger onderwijs in het algemeen.
Interveniënt Koen Daniëls ondersteunde zijn minister door de voorgaande critici van antwoord te dienen, met soms ook specifieke technische pensioengegevens om erop te wijzen dat tot nog toe in het hoger onderwijs de situatie net rooskleuriger was dan voor bv. de kleuteronderwijzer: de voordeligere tantième van 1/48 voor het hoger onderwijs die Daniëls daarbij liet vallen, was niet geheel accuraat; er is namelijk een verschil tussen universiteiten (nwvr: van toepassing dus inderdaad op Brecht Warnez en Katia Segers, voor zover ze in een ambtenarenstatuut zouden zitten) en hogescholen (1/48 versus 1/55) en vóór 1 januari 2012 gold er voor leden van het onderwijzend en zelfstandig academisch personeel van een universiteit zelfs de nóg voordeligere tantième van 1/30. Voorts jende Daniëls de voorgaande spreker nog wat over haar Oostenrijkse voorbeeld. Je moet inderdaad altijd opletten met internationale vergelijkingen rond specifieke deelaspecten van een systeem zonder naar het gehele systeem te kijken.
Al tijdens de tussenkomst van Daniëls begon het decibelniveau te stijgen. En dat ging nog crescendo, toen minister Demir zelfs haar emotionele en mentale nood kloeg over de gang van zaken rond federale dossiers van de federale meerderheidspartijen die vervolgens op het Vlaamse niveau bekritiseerd werden door een van diezelfde meerderheidspartijen, terwijl Warnez zulks niet over zijn kant liet gaan. Getuige daarvan zijn diverse, luide opmerkingen tijdens het betoog van de minister.
Warnez besloot met zijn hoop dat er niemand van de leraren of docenten zat te kijken naar “dit simplistisch gedoe”. Nu, ik denk, dat het met die kijkcijfers doorgaans nogal meevalt, of tegenvalt, zo je wil, afhankelijk van welke positie je inneemt. Hij herhaalde zijn casus van het personeel in de graduaatsopleidingen en zat niet in het parlement om alleen maar op een groene knop te drukken of om wierookstokjes aan te steken. Hij prees het financiële punt over hogere loonlast (en werkdruk) van interveniënt Segers. Daarover moest ernstig gedebatteerd kunnen worden, punt. Zeker over dat laatste kon ik hem geen ongelijk geven.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de gevolgen van de pensioenhervorming voor het hoger onderwijs van Brecht Warnez” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen