Drie vragenstellers over een thema dat me naderhand toch wel een stukje explosiever voorkwam dan ik tijdens de commissievergadering zelf dacht. Contextuele kennis blijkt, zoals zo vaak, ook hier belangrijk te zijn om de dingen goed te verstaan, maar daarover straks wat meer. We hadden het in het Vlaams Parlement al zo vaak over handboeken en invulboeken gehad, over de zgn. Kwaliteitsalliantie, over leerlingen die zonder boeken een stuk(je) van het schooljaar moesten doormaken, over onbetaalde schoolfacturen, over incassobureaus en ja, dus ook over Iddink, zoals hier. Nu zou die zijn activiteiten in België stopzetten. Hoe zat het met de gevolgen daarvan voor scholen en quid met de Robin-pas in dat verband?
Minister Weyts was op de hoogte en verwees alvast naar de vrijheid van onderwijs, terecht. De Kwaliteitsalliantie bevestigde het “1 september”-principe (lees: dan moet iedere leerling over zijn boeken beschikken) en de huidige ontwikkeling leek de minister een goede opportuniteit voor de scholen om hun hele boekenpolitiek te herbekijken.
Vragensteller Hannelore Goeman zag brood in het model van Lichtvis als alternatief. Ook vragensteller Elisabeth Meuleman wilde een duidelijker signaal van de minister. Vragensteller Loes Vandromme herhaalde haar pleidooi voor een zgn. boekengarantie, zoals er een garantie is op elektriciteit en gas. De minister stelde dat Vlaanderen het inzake armoedebeleid, in vergelijking met de andere gewesten, nog zo slecht niet deed.
Als aanvulling nog het volgende. In Katholiek Onderwijs Vlaanderen wordt gewerkt in dit verband met raamovereenkomsten voor leermiddelen. Scholen die buiten de raamovereenkomst een eigen contract met Iddink afsloten, gaan met een voorraad tweedehandsboeken zitten, die ze moeten overnemen van Iddink, maar nu wel bijvoorbeeld ter beschikking zouden kunnen stellen van minder gegoede leerlingen. Het model van Lichtvis brengt voor scholen ook bepaalde risico’s mee, als er iets misloopt met een (grotere) levering boeken aan de school. Verzekeringstechnisch is het nog niet duidelijk hoe zoiets zou aflopen.
Bovendien mag men drie elementen in dit verhaal niet vergeten. Eén. De bepalende rol van uitgeverijen, die commerciële organisaties zijn en hoe men het ook draait of wendt, invulboeken zijn voor hen commercieel het interessantst. Twee. De pedagogische begeleidingsdiensten, die niet zelden leerboekenschrijvers in hun gelederen tellen en die ook al actief zijn inzake screening van leermateriaal, kunnen een belangrijke invloed uitoefenen op uitgeverijen ten voordele van leerboeken i.p.v. jaarlijks te hernieuwen invulboeken. Drie. Leraren kunnen, naast uiteraard zelf materiaal te ontwikkelen, alleen maar kiezen voor leermiddelen die op de markt zijn. Als dat nu vooral invulboeken zijn, ja dan moet men ook niet verbaasd zijn dat die vaak gekozen worden. Ook in dat opzicht kan de pedagogische begeleiding wellicht leraren ondersteunen ten voordele van leerboeken i.p.v. jaarlijks te hernieuwen invulboeken. Het laatste woord is hierover zeker nog niet gezegd.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het stopzetten van de activiteiten door schoolboekenleverancier Iddink van Hannelore Goeman, over het stopzetten van de activiteiten door boekenleverancier Iddink van Elisabeth Meuleman en over het wegvallen van een belangrijke boekenleverancier voor de scholen van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen