Om deze extra commissievergadering te beëindigen nog drie vragen om uitleg over…corona… Eerst twee gekoppelde vragen van Koen Daniëls en Jan Laeremans. De eerste had het over wat er diende te gebeuren op school bij een besmetting. Daar bestaan draaiboeken voor, waaruit hij omstandig citeerde. Misschien zou op zulke citeerpraktijk ook wat tijd bespaard kunnen worden in de toekomst. Het is maar een idee. Ondanks die draaiboeken werd er blijkbaar soms verschillend gehandeld in scholen tot de extreme “het zekere voor het onzekere”-reactie toe, zo zei Daniëls, en de persoonlijke anekdote mocht gelijk niet ontbreken. Wat vond minister Weyts van zulke verregaande reacties? En hadden de universiteiten die 4 tegen 1 beslisten om in gespreide slagorde aan het nieuwe academiejaar te beginnen voorafgaand overleg gehad met de minister?
Vragensteller Jan Laeremans had een voorstel, op gezag van de Antwerpse hoogleraar Herman Goossens, voor (snelle) mobiele testteams op school, naar Duits voorbeeld. Dat zou de efficiëntie bevorderen. Er zou ook makkelijker gewerkt kunnen worden met speekseltesten. Vanuit Vilvoorde had Laeremans ook verontrustende signalen gekregen rond leerlingen die eind augustus 2020 teruggekomen waren van een vakantie in een rode zone, bijvoorbeeld Marokko. Blijkbaar schortte er daar iets aan de juiste opvolging van de bestaande richtlijnen, wat de vragensteller ook maar meteen extrapoleerde naar andere steden. Hij haalde er de bewuste tekst uit een draaiboek bij om te wijzen op de talige tegenstelling tussen “wettelijke verplichting” en “kan” wat verderop in de tekst. Wat dacht minister Weyts van de voorstellen van professor Goossens en moest de geciteerde online tekst niet aangescherpt worden?
Minister Weyts was duidelijk over de bevoegdheden (N.B. Aan het eind van het gesprek erkende vragensteller Laeremans wel dat de financiering van de mobiele teams niet van Onderwijs moest komen, maar waarom stel je de vraag dan niet meteen aan de bevoegde minister en niet aan een niet-bevoegde minister, denk ik dan.): testen en contact tracing waren géén opdracht voor het beleidsdomein Onderwijs, uitgezonderd de specifieke opdracht inzake contact tracing van de CLB’s (alleen) binnen de schoolmuren voor welbepaalde onderwijssegmenten. Dat was alles. Voor de casus van vragensteller Laeremans bestonden andere afspraken. Daarop legde de minister omstandig uit wat in de draaiboeken stond en dat kun je daar dus ook zelf lezen: zowel het scenario bij de vaststelling van besmettingen in de school, als het scenario waarbij het pandemieniveau in een gemeente, dus buiten de schoolmuren, een niveau bereikt had waarbij men lokaal op een andere kleurencode overschakelde, met verwijzing naar twee concrete voorbeelden uit de praktijk.
Wat de universiteiten betrof, betreurde de minister, zoals vragensteller Daniëls, die gang van zaken, zeker voor de eerstejaarsstudenten.
Algemeen waren er weinig besmettingen op school zelf, omdat scholen meer gecontroleerde omgevingen zijn en dat was dus een belangrijk argument om leerders van klein tot groot zoveel mogelijk naar school te laten gaan.
Voor de speekseltesten werd gedacht aan een proefproject in Antwerpen. Die testen zouden een aantal voordelen kunnen hebben.
Over het naar mijn smaak te lange vervolg van het gesprek (N.B. Tijdbewaker-voorzitter Grosemans wees wel Jan Laeremans terecht, maar niet Koen Daniëls voordien.) ga ik kort zijn. We hadden intussen (en ook van vorige gelegenheden) nu wel zo ongeveer alles gehoord wat er over dit thema te zeggen viel. Ik maak wel graag nog één uitzondering voor de lokale, maar gelijk ook substantiële kwestie, die interveniënt Jo Brouns aanbracht: met name, de heel grote groep Nederlandse scholieren uit de grensstreek (rode zone) die in Belgisch-Limburg schoollopen. Die mochten toch nog altijd naar hun Vlaamse school komen, niet?
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de uiteenlopende maatregelen in scholen wanneer een besmetting met het coronavirus wordt vastgesteld van Koen Daniëls en over coronatesten op school en de opvolging van leerlingen die terugkomen uit rode zones van Jan Laeremans” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen