Ik vond deze vragen (en ook die van het derde thema, cf. elders op deze pagina’s) nu eigenlijk wat eigenaardig, omdat ze verband hielden met de begroting 2026 (i.c. de besparingsmaatregelen daarin), waarvan de decretale documenten toch al ingediend waren in het Vlaams Parlement. Sterker nog, de dag na deze plenaire vergadering waren ze geagendeerd in de Commissie voor Onderwijs. Ik was in de waan dat in die situatie zulke vragen dan niet ontvankelijk waren, maar misschien speelden mijn jeugdig enthousiasme en gebrek aan kennis van het reglement van het Vlaams Parlement me parten. Soit, we kenden ook dit thema door de media te lezen. Welke alternatieve pistes (lees: andere dan een verhoging van het inschrijvingsgeld voor de studenten) zag minister Demir in dit verband?
Zijzelf ging alvast het inschrijvingsgeld niet verhogen en de universiteiten konden zulks wel vragen, maar het niet zelf opleggen. 85 miljoen euro besparen (hogescholen en universiteiten) op het totaalbudget van 1,5 miljard euro moest ook zo wel lukken, aldus de minister. Voor de hogescholen waren er trouwens al in overleg efficiëntieoefeningen gemaakt (cf. graduaatsopleidingen). Zulke oefening zou ook voor de universiteiten gemaakt moeten worden. Het inschrijvingsgeld voor de niet-EER-studenten, wier financierbaarheid door de overheid geplafonneerd zou worden, konden die universiteiten overigens wél zelf verhogen. Maar daarover hoorde de minister hen niet, aldus haar ironische toevoeging.
Dat leidde dan opnieuw tot het hele verhaal in het regeerakkoord van het financieringsmodel van het hoger onderwijs (maar cf. ook de structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs) en de daarmee gepaard gaande rationalisatie van het landschap, waarbij steevast het magische woord samenwerking tussen universiteiten valt. Al sinds de vorige legislatuur onder toenmalig Onderwijsminister Ben Weyts ging het daarover. Het belendende thema van de studiekosten (andere dan het inschrijvingsgeld) was een bijkomende invalshoek. Een verhoging van het inschrijvingsgeld voor de ‘gewone’ studenten zag eigenlijk niemand zitten. Het recente verhaal van enkele ingrepen in de studietoelagen kwam ook opnieuw aan bod, maar daarover werd ik wat in de war gebracht: als antwoord op beweringen in bepaalde tussenkomsten wees de minister op het wel invoeren van de minimumdrempel van 54 studiepunten (als voorwaarde, maar mét diverse uitzonderingscategorieën), maar bij mijn weten was net die passage (uit het voorontwerp van Programmadecreet) weggelaten in het finaal ingediende ontwerp van Programmadecreet. Afwachten toch maar hoe dat precies zit.
Lees de bespreking van de “Actuele vraag over de plannen van de universiteiten om het inschrijvingsgeld te verhogen van Tom Seurs en over de mogelijke verhoging van het inschrijvingsgeld door de universiteiten van Hiba Faraji” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen
