3 juni 2021 – Digisprong

Met deze vraag om uitleg van Björn Rzoska werd de vergadering nog wat interessanter. Vragensteller Rzoska was overigens al op 22 april 2021 op een soortgelijke manier tussengekomen (naast ook Koen Daniëls). Het was blijkbaar altijd makkelijker en verleidelijk om op basis van wat men links of rechts “gehoord” had meteen maar vragen met allerlei insinuaties te stellen aan de minister dan eerst eens even navraag te doen bij geschikte mensen om pas nadien met kennis van zaken een vraag aan de minister te stellen. Blijkbaar hebben sommige politici daarvoor niet de tijd of de goesting…

Vragensteller Rzoska had opgevangen dat het rommelde op de ICT-markt. Er zou sprake zijn van een quasimonopolie (nwvr: van Signpost, verbonden met Proximus). Er zou sprake zijn van substantiële prijsstijgingen. Er zou sprake zijn van een gebrek aan autonomie voor de scholen en van (blijkbaar niet altijd fraaie) druk op scholen om nu al snel hun ICT-aankopen (in het kader van de Digisprong) te doen. Hoe beoordeelde minister Weyts de raamovereenkomsten van de onderwijskoepelorganisaties en de hele werking daarvan in dit verband? Hoe ging de minister de autonomie van de scholen vrijwaren? En hoe zou de controle door de overheid van de besteding van de Digisprongmiddelen verlopen?

Deels kregen we een herhaling van het verhaal van 22 april 2021, maar nu ging minister Weyts nog een stuk gedetailleerder in op de zaak. Hij legde van naaldje tot draadje de Wet op de Overheidsopdrachten uit, incl. de mogelijkheid van de raamovereenkomsten al of niet via onderwijskoepelorganisaties. Vervolgens de flexibele timing voor de besteding van de Digisprongmiddelen. Hij herhaalde zeer juist de al op 22 april 2021 duidelijk gestelde autonomie van scholen. Hij lichtte opnieuw ook de ondersteuning voor scholen vanuit de overheid toe en voegde er nu nog de geplande controletool aan toe. Intussen was er nu ook de op 22 april 2021 aangekondigde omzendbrief (1 juni 2021), waarmee, leek mij, misschien nog niet elke laatste vraag beantwoord was, maar dan toch al heel wat vragen.

In de repliek van vragensteller Rzoska en de tussenkomsten van liefst vier interveniënten werd bijwijlen kritisch (opnieuw; nwvr: men denke terug aan 22 april 2021) doorgeboomd over diverse aspecten. Sommigen (Roosmarijn Beckers en Johan Danen) haalden daarvoor inspiratie in de gezamenlijke brief van de Vlor en SERV van 27 mei 2021 (cf. ook het eerdere Vlor-advies van 21 januari 2021). Danen herhaalde ook zijn eerdere vraag over de kansen voor (kleinere) lokale aanbieders, maar die vraag had de minister eigenlijk al beantwoord door zijn uitleg over de Wet op de Overheidsopdrachten. Anderen (Björn Rzoska en Jo Brouns) gingen in op het vermeende gebrek aan concurrentie in de markt en prijsstijgingen binnen de raamovereenkomsten van de koepels, zelfs en cours de route. Ja, er waren prijsstijgingen, maar zoals de minister nadien zei, die waren nu veel breder present dan voor de laptops van het onderwijs alleen. Zulke stijgingen waren overigens perfect legitiem binnen de werking van de Wet op de Overheidsopdrachten én… navraag bij de hierboven bedoelde geschikte personen leerde mij alvast dat net dankzij de (open; nwvr: weet je nog, beste lezer?) raamovereenkomst van Katholiek Onderwijs Vlaanderen de hele zaak nog heel goed onder controle gebleven was op een wijze die aparte scholen nooit hadden kunnen realiseren. Dat brengt mij trouwens naadloos bij een heel ware uitspraak van de minister, die precies vergeten werd, nl.: “de raamovereenkomsten worden binnengehaald door de leverancier met de scherpste voorwaarden.” En dan zwijg ik nog van de enorme “ontzorging” die daarmee gepaard gaat voor de scholen. En opnieuw een naadloze overgang naar de hernieuwde (cf. 22 april 2021) tussenkomst van interveniënt Koen Daniëls, nu ietwat afgezwakter dan toen, maar toch. Over opnieuw allerlei insinuaties over middelen die aan de handen van de “intermediërende organisaties” zouden blijven plakken: de bestaande regeling in Katholiek Onderwijs Vlaanderen bevat niets onoorbaars of intransparants. Overigens zette Daniëls’ eigen partijgenoot en minister zelf de zaak van de raamovereenkomsten van de koepels nog meer kracht bij door luidop door te redeneren in de hypothese dat de overheid al die taken op zich zou nemen. En tot slot, -- ik kan alleen spreken voor de praktijk in Katholiek Onderwijs Vlaanderen --, zo’n hele aanpak met raamovereenkomsten wordt altijd heel consciëntieus voorbereid, via een uitgebreide marktverkenning mét overigens expliciete betrokkenheid van besturen en scholen.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de uitrol van Digisprong van Björn Rzoska” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio