27 april 2023 – Overheidsoptreden voor incidenten van racisme, seksisme en homofobie bij leraren

Niet minder dan zevenentwintig minuten had de Onderwijscommissie ten slotte veil voor de laatste vraag om uitleg van de vergadering: het uitgangspunt daarbij was de casus van (nog te onderzoeken) racistische, seksistische en homofobe uitlatingen over leerlingen en leraren in een Hasseltse sportschool en een WhatsApp-groepje van leraren aldaar, waarover nogal wat misbaar gemaakt was in de kranten. Vragensteller Elisabeth Meuleman verbreedde die ene casus tot vragen over een preventiebeleid ter zake door de overheid. Er bestonden trouwens al heel wat goede praktijken in het onderwijsveld, waarbij scholen samen met externe partners werkten aan een antidiscriminatiebeleid. Hoe groot was het discriminatieprobleem? Was er een meldpunt buiten de school? Wat met vorming en professionalisering voor een antidiscriminatieschoolcultuur? Voorzag minister Weyts in ondersteuning voor scholen om preventief in te zetten op een positief schoolklimaat?

De minister herinnerde eerst aan een casus uit het verleden in Ninove, die geleerd had dat men toch beter wat voorzichtig was met zulke berichtgeving in kranten. Blijkbaar zag die zaak er nadien toch wat anders uit dan de aanvankelijke beschuldigingen. De minister stak zijn verbazing over het eigen optreden van het parket in kwestie (toen en nu) niet weg. Ik vond de eerdere casus terug in de pers, maar niets over de verdere, andere afloop ervan.

Het vervolg van het antwoord van de minister was voorspelbaar: het verplichte schoolbeleid inzake leerlingenbegeleiding, Netwerk Kies Kleur tegen Pesten, vormingen over de preventie en aanpak van cyberpesten via Mediawijs, het project ‘conflixers’, de bestaande procedures ter zake voor personeel (ook in verschillende stappen, intern en eventueel ook extern). Voor zaken als polarisering, discriminatie of racisme konden scholen tot slot ook altijd terecht bij het centraal aanspreekpunt ‘polarisering’ binnen het departement Onderwijs. Ook de onderwijskoepels en CLB-netten hadden referentiepersonen voor gevallen van polarisering.

Vragensteller Meuleman zag toch nog wel wat marge voor verbetering. Ze verwees naar het meldpunt voor het hoger onderwijs (cf. heel wat eerdere parlementaire besprekingen), maar zei vervolgens dat zulks (als één inrijpoort) misschien ook wel nodig was voor het ‘regulier onderwijs’. Een beetje vreemd, die formulering. Ik vermoedde dat ze ‘leerplichtonderwijs’ of ‘basis- en secundair onderwijs’ bedoelde.

Bij de interveniënten zagen we Hannelore Goeman, die zich aansloot bij de meldpuntvraag van vragensteller Meuleman (mét daarbij een rol voor de Onderwijsinspectie, zoals blijkbaar in Nederland). Jan Laeremans zat dan weer in een ander kamp en pleitte voor voorzichtigheid. Koen Daniëls beaamde wat de minister gezegd had over de casus-Ninove en over het optreden van de parketten en pleitte ervoor de bestaande procedures af te wachten, zoals ook de minister en interveniënt Laeremans.

In zijn tweede ronde kwam de minister opnieuw met zijn actuele acties ten aanzien van de lerarenopleiding: blijkbaar gingen die gesprekken meer specifiek net over de omgang met diversiteit. Over het meldpunt voor het hoger onderwijs herinnerde de minister aan het lopende decretale werk rond een versterkt kader inzake grensoverschrijdend gedrag (cf. ook recent Vlor-advies). Het eigenlijke, algemene meldpunt was nu lopend werk voor zijn collega-ministers Zuhal Demir en Bart Somers. Zonder dat expliciet te verbinden met het ‘leerplichtonderwijs’ (cf. bijkomende vragen van Meuleman en Goeman) zou men wel kunnen vermoeden dat dat toekomstige meldpunt ook de inrijpoort zou kunnen zijn voor klachten op dit terrein in het leerplichtonderwijs. En dus géén taak voor de Onderwijsinspectie, zoals de minister in een niet-reglementaire, weliswaar heel korte, ‘derde’ ronde expliciet liet verstaan.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio