De ochtendvergadering werd afgerond met een bekend thema, waarop liefst vijf vragenstellers (met zelfs zes vragen om uitleg) hun aandacht gericht hadden. Toeval of niet, de dag voordien was het federale deel van het thema al aan bod gekomen bij de actuele vragen in de plenaire vergadering. Weliswaar toen gesteld aan minister Hilde Crevits, maar dat stuk van de vergadering nu was dan toch vooral herhaling van de dag voordien. Grosso modo ging het dus enerzijds om het inspectierapport van de hbo5-opleidingen, waarbij vragensteller Jeremie Vaneeckhout als enige wel sterk en erg kritisch inzoomde op enkele anonieme getuigenissen in Het Laatste Nieuws inzake stage en stagebegeleiding, ook los van hbo5, en anderzijds om de federale ontwikkelingen rond het profiel van de zgn. basisverpleegkundige. Alles samen goed voor haast exact één uur debat. Gewoon kort enkele elementen, want over de federale kwestie kan ik dus al grotendeels zwijgen.
Eén. Om aan te tonen dat de hele kwestie toch nog erg gevoelig én moeilijk ligt, verwijs ik enerzijds naar de strenge uitspraken van Luc Van Gorp (voor abonnees), de voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten (CM), na het vermelde hbo5-inspectierapport. En anderzijds zijn er de al sinds vorige legislatuur bestaande consensus in de Vlaamse regering rond en ook het eigenlijk kamerbrede politieke pleidooi pro hbo5, waarbij men vooral bezorgd is over dat dreigende, te zeer uitgeklede profiel van basisverpleegkundige. Maar dat laatste was dus nu voorlopig nog terra incognita, zoals in de plenaire vergadering van 26 april 2023 gebleken was.
Twee. Ik vond de nuanceringen van het hbo5-inspectierapport (bij Loes Vandromme, minister Weyts en Koen Daniëls) alleszins relevant: de toestand was zeker niet alleen maar kommer en kwel.
Drie. Minister Weyts zei de soms te stringente regelgeving in dit verband te willen herbekijken en voor de vier onderwijsinstellingen die een negatieve beoordeling gekregen hadden (N.B. Voor drie van de vier overigens alleen wat specifieke trajecten betrof, dus niet over de hele lijn), verwees de minister naar de scholen zelf en hun pedagogische begeleiding.
Vier. Het ontwerp van koninklijk besluit, dat de dag voordien nog in de status “te verwachten” zat, was op de dag van deze commissievergadering zelf tot bij minister Weyts geraakt. Voorzichtig sprak hij van enige geruststelling doordat het profiel van basisverpleegkundige dan misschien wel minder taken impliceerde dan nu (lees: de minimale eisen zouden lager liggen dan nu) maar dat de hbo5-opleidingen méér zou mogen doen met hun studenten dan die minimale eisen. Zo zouden die scholen dan ook wat meer tijd (dan 1 september 2023) krijgen om hun opleidingen aan te passen. In één beweging gaf de minister daaraan een positieve draai door die ingreep in de soms te stringente regelgeving in het vooruitzicht te stellen. Hij zei het al zo vaak dat hij de zon kon zien schijnen in een plas water.
Vijf. Als dat toch allemaal te moeilijk zou blijken, moest de inwerkingtreding maar uitgesteld worden, zoals minister Crevits de dag voordien en nu ook vragensteller Koen Daniëls stelden. Afwachten dus tot er echte duidelijkheid zou komen.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen