Commissievoorzitter Karolien Grosemans, die ook een vraag om uitleg hierover ingediend had, was afwezig wegens ziekte. Dus Steve Vandenberghe was dan maar de enige vragensteller. In tegenstelling tot Grosemans’ vragen zoomde hij specifiek in op de situatie van directeurs in het basisonderwijs en schoof daarbij het organisatiemodel van de Scholengemeenschap KaBOT in Tessenderlo naar voor als een interessante piste. Het vertrekpunt (ook in de ingediende vraag van Grosemans) was het ziekteverzuimrapport 2021. In het basisonderwijs was intussen dan wel het ambt van beleidsondersteuner ingevoerd, maar het rapport liet toch duidelijk problemen zien i.v.m. ziekteverzuim. Er moest daarbij uiteraard wel de impact van de coronapandemie in acht genomen worden (cf. p.3 van het rapport). Hoe reageerde minister Weyts? Ik voeg hier ook graag de verwijzing toe naar het artikel in brandpunt, zoals ook bij de eerdere vraag om uitleg van Jan Laeremans.
De bespreking leverde niet onverwacht niet echt veel nieuws op. De minister kon zijn intussen bekende opsomming van maatregelen nogmaals recycleren en verwees ook naar die Gespecialiseerd Team Bemiddeling in zijn antwoord op de vraag om uitleg van Jan Laeremans. En via het KaBOT-verhaal herinnerde hij aan de recente goedgekeurde proeftuinen in het kader van de conceptnota “Herwaardering van de leraar”.
Vragensteller Vandenberghe drong, zoals in zijn derde vraag, opnieuw aan op bijkomende administratieve ondersteuning voor de directeurs basisonderwijs, die vaak zowat manusje-van-alles waren. Interveniënt Koen Daniëls nam de taak van zijn afwezige partijgenote Grosemans over en was (opnieuw) kritisch voor planlast. Schaalvergroting in dezen was oké, áls die nuttig was, waarbij hij alvast een enigszins hilarisch (maar wellicht heel reëel) tegenvoorbeeld gaf in verband met een vuilnisbakregeling in een zgn. modern managementsysteem. Voor de directeurs wilde Daniëls een degelijke, onafhankelijke opleiding. Interveniënt Loes Vandromme vroeg aandacht voor de adjunct-directeurs in het verhaal van de loonspanning (directeur – leraar), zoals dat in onderwijscao XII opgenomen was, en de regelgeving over wie als directeur ingezet kon worden, vertoonde nog mankementen.
Minister Weyts zoomde opnieuw in op de proeftuinen, met een opvallende vaststelling: “In de praktijk zien we dat veel voorstellen die worden gedaan in het kader van de proeftuinen, helemaal geen omzeiling van de regelgeving vereisen.” Hij herhaalde de nieuwe mogelijkheid van de omzetting van lerarenuren in punten. Algemeen bood de huidige regelgeving dus al vele (vaak nog ongebruikte) mogelijkheden. Ten slotte wees de minister (opnieuw) op het (in de maak zijnde) competentieprofiel van directeur. Voor vragensteller Vandenberghe was verloning niet het eerste probleem, wél de nodige ondersteuning om het vol te houden in de job. Wordt zeker vervolgd.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de uitval van schooldirecteurs in het basisonderwijs van Steve Vandenberghe” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen