25 september 2025 – Juridische betwistingen van beslissingen van klassenraad

De kern van de zaak hier ging terug op een decretale ingreep van voormalig Onderwijsminister Ben Weyts, die eigenlijk een decretale verankering betrof van een praktijk die al voordien bestond bij de Raad van State, namelijk: het zgn. vermoeden van deskundigheid van de klassenraad. Voor de vraag over het effect van die maatregel was het eigenlijk nog te vroeg, maar de bespreking gaf wel de gelegenheid om juridische betwistingen van klassenraadbeslissingen in hun ware proporties te zien, maar ook om (nogmaals) te wijzen op het probleem van juridisering binnen het onderwijs.

Voor ik kort nog enkele elementen uit de bespreking haal, verwijs ik graag naar:

  • een precedent van vorige legislatuur, waarop ook vragensteller Diericx alludeerde;
  • en diens eigenste masterproef over het thema, die interveniënt Loes Vandromme zo vriendelijk was te vermelden en de auteur ermee te complimenteren.

Voor het overige, puntsgewijs nog het volgende:

  • minister en vragensteller zagen een taak voor onderwijskoepels en lerarenopleidingen, wat de ondersteuning van leraren inzake de tekstredactie van motiveringen bij attesteringsbeslissingen betrof;
  • niet alleen naar ouders, maar ook naar scholen moest goed gecommuniceerd (blijven) worden rond de do’s and don’ts; bepaalde journalisten en advocaten vonden ook geen genade in Diericx’ ogen;
  • allemaal oké, dacht ik, voor die pleidooien om het papierwerk rond motiveringen et al. bij het evaluatiebeleid in scholen onder controle te houden, maar vertrouwen in de professionaliteit van klassenraden betekent, lijkt mij, nu ook weer niet dat klassenraden nooit ofte nimmer zich zouden kunnen vergissen; dat zgn. in de toekomst moeten kunnen kijken bij evaluatie van leerlingen vind ik zelf, zeker in een aantal gevallen, allerminst vanzelfsprekend; dat laatste betekent wel niet dat ik zou meegaan in de redenering van interveniënt M’Hamed Kasmi, die iets te naïef evaluatiebeslissingen van verschillende klassenraden (van verschillende scholen) met elkaar vergeleek, wat hem trouwens terecht op een stevige repliek van interveniënt Koen Daniëls te staan kwam;
  • de aantallen beroepsprocedures bij de Raad van State bleven inderdaad heel beperkt, maar over de zgn. (voorafgaande) interne beroepsprocedures vond ik de bespreking minder duidelijk: minister Demir sprak van “heel veel interne beroepsprocedures, klachten enz.”, terwijl vragensteller Diericx blijkbaar weet had van onderzoek daarover van de UAntwerpen (“De meeste scholen krijgen gemiddeld ongeveer – het is natuurlijk een gemiddelde, dus er zijn uitschieters – twee interne beroepsprocedures per schooljaar.”); ik hoop inderdaad, zoals Diericx opperde, dat Leerpunt dat onderzoek wél kan vinden (en verspreiden), want ik heb zelf alleen het voornemen om wellicht zo’n onderzoek te doen gevonden in de OBPWO-Themazetting 2023, maar voorts nergens een spoor gevonden van effectief uitgevoerd onderzoek; ik wacht dus liever even af, maar ben wel benieuwd;
  • even benieuwd ben ik ten slotte naar de concrete inhoud van een van Diericx’ slotzinnen: “Ik denk dus dat we vanuit de meerderheid eens moeten kijken of we hier geen initiatief rond kunnen nemen.”

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?