Er was dan wel intussen Onderwijsdecreet XXXV, dat een eind gemaakt had aan de mogelijkheid voor hogeronderwijsinstellingen om een vrijstelling op de zgn. equivalentievoorwaarde bij anderstalige opleidingen te krijgen, maar vragensteller Mercina Claesen was er toch niet gerust in en bleef vrezen voor Nederlandstalige spookopleidingen, waar studenten subtiel of minder subtiel van weggeleid zouden worden. Wat ging de minister doen om Claesens vrees weg te nemen?
De minister rekende daarvoor op de regeringscommissarissen, die in het eerste kwartaal van 2026 een nieuwe audit (N.B. In het verleden hadden die geen harde bewijzen gevonden voor misstanden in dit verband.) zouden uitvoeren. Na de tussenkomst van interveniënt Stephanie D’Hose, die, zoals we weten van haar partij, vindt dat Vlaanderen zichzelf met deze rigide taalregeling in de voet schiet, gaf minister Demir nog een kleine Limburgse geschiedenisles over het secundair onderwijs in Pelt in de jaren 1893 of 1898 en de politieke taalstrijd aldaar: de liberalen opteerden toen voor het Frans als onderwijstaal, de katholieken voor het Nederlands.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het geringe aantal inschrijvingen in equivalente Nederlandstalige opleidingen in het hoger onderwijs van Mercina Claesen” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen