Vervolgens was het opnieuw aan vragensteller Jo Brouns. Nu over een thema dat hij goed kende vanuit zijn lokale positie van burgemeester. Het sloot gelijk ook aan bij een eerdere parlementaire activiteit in de Onderwijscommissie: de gedachtewisseling met het Vlaams Vredesinstituut over de rol van het onderwijsveld in de preventie van gewelddadige radicalisering en polarisering op 11 maart 2021. In de Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC’s) werden alle lokale actoren, van onderwijs tot lokale besturen, welzijnsactoren, politie en justitie, samengebracht om radicalisering maximaal te voorkomen, zo concretiseerde Brouns het thema van zijn vraag om uitleg. Maar blijkbaar namen scholen nog te weinig deel aan de zgn. lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC-R’s), waarover een nieuw decreet in de steigers stond. Brouns’ vragen waren kort en duidelijk: hoe zou minister Weyts de onderwijsactoren stimuleren om deel te nemen aan de LIVC-R en met welke acties zou hij scholen en CLB’s ondersteunen in deze preventieve opdracht?
Bij de opmaak van het decreet over de LIVC-R waren de diverse onderwijsactoren geconsulteerd, aldus minister Weyts (N.B. Hij verwees naar het ‘Vlor-advies’ ter zake, maar formeel ging het niet om een Vlor-advies maar om een brief van de Vlor; voor de liefhebbers verwijs ik daarnaast graag naar de Vlaamse regering van 18 december 2020 resp. van 5 maart 2021). De zgn. lage deelnamecijfers van scholen aan de LIVC’s moesten wat genuanceerd worden, maar het ontbreken van een juridisch kader kon wel een hinderpaal zijn in de uitbouw van een LIVC, wat nu net door het nieuwe decreet verholpen ging worden. Om de onderwijsactoren te sensibiliseren en te informeren sprak de Vlaamse regering af om één gezamenlijk draaiboek te maken voor álle betrokkenen bij het LIVC. Het nieuwe ontwerpdecreet was nu in behandeling in het Vlaams Parlement, waarbij de ministers Demir en Somers fungeerden als coördinatoren, en het draaiboek wilde men klaar hebben tegen de inwerkingtreding van het uiteindelijke decreet.
Vragensteller Brouns wees nogmaals op de belangrijke rol van scholen in dit verband. En ondanks corona was het probleem van het terrorisme niet weg: radicalisering vanachter de pc, noemde vragensteller Brouns het, waarmee ook de link gelegd werd naar het digitaliseringsverhaal en mediawijsheid. Interveniënt Kathleen Krekels was ook altijd alert wanneer, zoals hier, de CLB’s ter sprake kwamen. Zij verwees eerst naar de mogelijk ondersteunende rol van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Het nieuwe decreet zou de huidige CLB-bekommernis rond zijn beroepsgeheim beter dienstig moeten zijn, maar hoe zou dat geëvalueerd worden? En was het zgn. aanspreekpunt rond radicalisering nog voldoende bekend bij leraren?
Het zat wel goed met die awareness van leraren in dit verband, betoogde de minister. Ook op alle andere geopperde aandachtspunten kon de minister bevestigend antwoorden. Vragensteller Brouns herhaalde de kern van zijn eerdere stellingname in drie punten en voegde er nog twee aan toe: het belang van preventie via een verbindend schoolklimaat en het evaluatie-instrument voor LIVC’s waaraan de VVSG momenteel werkte binnen een Europees project.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het betrekken van scholen in de lokale integrale veiligheidscellen om radicalisering te voorkomen van Jo Brouns” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen