23 oktober 2025 – cvo, inschrijvingsgeld en Onderwijsinspectie

De algemene context van de interpellatie was bekend: de aanpassingen aan de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs via het Programmadecreet bij de begrotingsaanpassing 2025 (BA 2025). Cvo SNT in Brugge (voor abonnees) speelde daar op een idiosyncratische manier op in en dat had aanleiding gegeven tot ook een weliswaar anderszins idiosyncratische communicatie tussen het kabinet van minister Demir en cvo-directeur Anthony Strubbe. Met haar omstandige interpellatie wilde interpellant Roosmarijn Beckers het fijne weten van die gevoerde communicatie, maar gelijk had ze het ook over de decretale conformiteit van de Brugse cvo-actie én het ruimere thema van de onafhankelijkheid van de Onderwijsinspectie.

Enkele vaststellingen uit de bespreking:

  • over de communicatie werd een onderscheid gemaakt tussen de oorspronkelijke formele brief en een latere, “verduidelijkende” e-mail, waarvan ik geen inzage heb in tegenstelling tot (enkele) parlementsleden blijkbaar: voor minister Demir was er niets mis met die eerste (waar interpellant Beckers toch anders over dacht), maar voor die tweede erkende de minister dat die niet kon (incl. het woord spijt), dat zulks niet had mogen gebeuren en dat het nooit meer zou gebeuren; daarover was iedereen het eigenlijk wél eens;
  • inhoudelijk zou de actie/demarche van het cvo van nabij opgevolgd worden, met name om na te gaan of die “creativiteit” (die voor de minister thuishoorde bij de Delhaizes en Carrefours van deze wereld) wel degelijk met eigen middelen gefinancierd zou worden, zoals het cvo beweerde; naast de verwijzing naar de verificatie (door Koen Daniëls; hij zei dat die hier meer aan de orde was dan de inspectie) herinnerde zijn fractiegenoot Manu Diericx aan de relevantie in dezen van de zgn. Commissie Zorgvuldig Bestuur en aan enkele artikelen in het decreet Volwassenenonderwijs (o.a. artikel 120);
  • de minister bevestigde ook de onafhankelijkheid van de Onderwijsinspectie, maar bij ernstige klachten had ze (nwvr: eigenlijk de Vlaamse regering, maar we verstaan elkaar) wel degelijk de bevoegdheid om de Onderwijsinspectie te vragen een doorlichting uit te voeren, en wel op grond van artikel 38, §4, 2de lid van het Kwaliteitsdecreet; dat was overigens in de voorliggende casus niet gebeurd;
  • tot slot was er (opnieuw) enige commotie over de inschrijvingscijfers in het volwassenenonderwijs van het lopende schooljaar: terwijl de minister betoogde, op grond van voorlopige cijfers, dat het niet zo’n vaart liep met de daling van de inschrijvingscijfers (als gevolg van de aanpassingen aan de inschrijvingsgelden), klaagden enkele parlementsleden dat ze geen degelijk antwoord kregen op hun schriftelijke vragen naar die cijfers; dat had ermee te maken dat definitieve inschrijvingscijfers pas veel later gegeven konden worden (naar verluidt pas in september 2026).

De minister wist nog dat interpellant Beckers op deze dag jarig was (Sint-Truiden, 23 oktober 1986), maar wegens te grote drukte dit jaar géén traktatie, zei die. Maar die voorlopige cijfers, die kreeg ook zij toch graag.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio
Kan ik je helpen?