20 mei 2021 – Inburgeringscursussen in centra voor basiseducatie

Toen ik deze vraag om uitleg van Kim De Witte zag, dacht ik aan twee zaken: een opiniebijdrage in De Standaard (voor abonnees) op 12 mei 2021 en een actuele vraag van Maxim Veys aan minister Bart Somers op 21 april 2021. Enerzijds was er de kwestie van het betalend maken van het inburgeringstraject en anderzijds zou het daarin te bereiken taalbeheersingsniveau verhoogd worden. De Witte had een hele reeks vragen over de gestandaardiseerde taaltesten en over de modaliteiten van de afname ervan. Bovendien kaartte hij nog een organisatorische en financiële kwestie ter zake aan: de centra voor basiseducatie (CBE’s) konden nu het vereiste B1-taalbeheersingsniveau niet aanbieden en lessen Nederlands voor inburgeraars moesten gratis zijn. Hoe zat dat?

Minister Weyts verwees niet onlogisch naar het Vlaamse Regeerakkoord. Hij herinnerde aan de gezamenlijke nota “Hertekening inburgeringstraject” (Vlaamse regering, 17 juli 2020), waarin alle plannen uitgelegd werden. Voor de ontwikkeling van de toen vermelde gestandaardiseerde NT2-test werden nu de nodige stappen gezet. Het tijdschema daarvoor bleek wel erg krap te zijn. Het NT2-onderwijs zelf bleef onder de autonomie van de onderwijsinstellingen vallen. Maar, beste lezer, zoals je ook weet uit het eindtermenverhaal én uit de algemene impact van testen die door de overheid centraal en los van de leertrajecten vastgelegd worden, zo’n overheidsingreep op het niveau van de evaluatie bevat hoe dan ook een zekere sturing van de leertrajecten die op zo’n centrale test verondersteld worden voor te bereiden. Maar blijkbaar bleef allerlei, ook op het vlak van de evaluatie zelf, nog mogelijk, aldus minister Weyts. Voor het formele certificaat was slagen voor de centrale test wel een vereiste. De modaliteiten van de testafname werden nu bekeken. Voorts legde de minister gedetailleerd uit dat volgens hem het vereiste taalniveau niet onredelijk was en in welke tegemoetkomingen aan de betrokken cursisten mogelijk nog voorzien zou worden. Alleszins zouden de CBE’s onderwijsbevoegdheid krijgen voor het B1-NT2-taalbeheersingsniveau. Ten slotte verdedigde de minister ook de naar zijn zeggen beperkte vergoeding die in de toekomst gevraagd zou worden in het licht van de totale kostprijs (aan de gemeenschap) van zulke inburgeringstrajecten, die kwalitatief sterker zouden worden en een betere doorstroom naar VDAB mogelijk zouden maken om de werkzaamheidsgraad te verhogen.

Op zijn vraag naar de concrete ontwikkeling van de centrale NT2-toets had vragensteller De Witte nog geen antwoord gekregen. Dus stelde hij die vraag opnieuw. Hij herhaalde ook zijn vrees voor afhakers bij wie nu vrijwillig een inburgeringstraject volgde en wilde weten wat het zinnetje in het hangende ontwerp van decreet ter zake over eventueel ontoereikend NT2-aanbod in het volwassenenonderwijs precies betekende (memorie van toelichting, p.23, Vlaamse regering, 7 mei 2021).

In de reacties tekenden zich meerdere ‘kampen’ af: enerzijds was er Jan Laeremans die met de inburgeringscasus van Australië in de hand nog veel verder wilde gaan in strengheid, dan was er Karolien Grosemans die uiteraard haar minister volop steunde, vervolgens was er Loes Vandromme die een soort middenpositie innam (nood aan monitoring, maar ook positieve elementen in de nieuwe regeling) en naar de timing vroeg van de decreetswijziging van het onderwijsdeel, en anderzijds was er Johan Danen die ongeveer dezelfde ongerustheid uitte als vragensteller De Witte. Andere fracties namen bij mijn weten niet deel aan deze commissievergadering …

Minister Weyts begreep de ongerustheid in het veld over de centrale test, maar herhaalde waarom hij die wilde, met name om uniforme kwaliteitsredenen m.b.t. het uit te reiken certificaat. Voor de ontwikkeling van de test stond hij in contact met een partner en hij was ook met de kritische geluiden vanuit universiteiten in gesprek gegaan. Eerlijk gezegd, vond ik dat wel wat vaag klinken. De kwaliteit van de test zou dan toch opwegen tegen de voorgestelde krappe timing (proefafname september 2021). Voor de wijziging van de onderwijsbevoegdheid van CBE’s zou de minister met een voorstel naar de Vlaamse regering trekken een week of twee later.

Vragensteller De Witte besloot met nog iets meer dan het in het reglement voorziene slotwoord. Hij reageerde op de opmerkingen van Laeremans en Grosemans, zou de testontwikkeling verder opvolgen en verwoordde kernachtig en duidelijk zijn andere visie op integratie. Ik ben het niet zo vaak eens met De Witte, want bepaalde elementen in zijn maatschappijvisie zijn niet de mijne, maar hier had hij toch een punt.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio