Terwijl de vorige vraag in de vergadering (over zomerscholen en zomervakantie) enerzijds al in het decretale circuit zat en anderzijds te vroeg kwam wegens de nog te verwachten adviezen van Vlor en SERV, was het snel duidelijk dat deze tweede vraag van de vergadering (van Loes Van Vandromme) met een overigens véél belangrijkere beleidsmatige envergure (en dus politiek véél belangrijker dan welke zomerscholen of inkorting van de zomervakantie ook) (nog) helemaal niet op de agenda van minister Weyts stond. Vragensteller Vandromme vatte wel perfect en concreet het probleem samen: ondanks de stijging van het totale onderwijsbudget lieten de voorbije jaren een ware uitholling zien van de koopkracht van de reguliere werkingsmiddelen. Welke maatregelen zou de minister nemen om de scholen te ondersteunen om de steeds hogere werkingskosten te kunnen blijven dragen? En was hij bereid de verdeling van de werkingsmiddelen te herbekijken?
De minister zoomde exclusief in op de vele middelen waarin hij al voorzien had. En uiteraard waren de overheidsmiddelen niet ongelimiteerd, aldus de minister. Ook waar natuurlijk. Maar hoge absolute extra bedragen noemen camoufleert in Onderwijs nogal eens dat, gelet op de vele instellingen en het vele volk dat ermee gemoeid is, die bedragen, relatief gesproken, veel minder indrukwekkend uitvallen. De minister liet evenmin na om opnieuw te wijzen op de vele extra middelen voor infrastructuur.
Vragensteller Vandromme waardeerde die middelen wel, maar had ook de basisredenering van de minister goed door zodat ze haar vraag dan maar wat milder herformuleerde: was de minister dan bereid om de erosie van de werkingsmiddelen te onderzoeken? Corona had er bovendien voor gezorgd dat bv. technische scholen die normaal inkomsten putten uit een eigen kapsalon of restaurant, zulke inkomsten nu noodgedwongen gemist hadden. En uiteraard kregen de gestegen energieprijzen ook de nodige aandacht. Interveniënten Steve Vandenberghe en Johan Danen herhaalden op hun manier het probleem en mogelijke maatregelen.
Minister Weyts bleef, niet onverwacht, voet bij stuk houden. Hij antwoordde zelfs niet eens op de vraag naar “de zaak onderzoeken”. Het thema stond duidelijk niet op zijn agenda. Ongeveer in de helft van de legislatuur is het voor mij wel duidelijk dat minister Weyts toch vooral de minister is van vele projecten (een echt kluwen soms) en dus ook van gekleurde middelen (voor die projecten én andere specifieke maatregelen).
Vragensteller Vandromme probeerde nog wel even met een verwijzing naar de rode cijfers van voetbalploegen. Dat andere bevoegdheidsdomein van de minister. Ze gaf nog wat bijkomende sprekende cijfers. En de facturen mochten zeker niet doorgeschoven worden naar leerlingen en ouders. Maar daar moest het voorlopig bij blijven.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de koopkracht van de scholen van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen