De STEM-monitor 2025 liet voor tso- en bso-STEM-richtingen een daling van het aantal leerlingen (cf. ook vraag om uitleg op 13 maart 2025) zien ondanks de grote vraag naar STEM-profielen op de arbeidsmarkt. We konden dat ook al lezen in De Tijd en VRT NWS. Hoe kon minister Demir dat verhelpen?
Haar verhaal klonk bekend: STEM kampte al jaren met een imagoprobleem, zeker in de technische en beroepsgerichte richtingen. De minister somde zo’n beetje alle initiatieven (incl. studiekeuzebegeleiding) op die bedoeld waren voor wat sinds jaar en dag bekend staat als de “herwaardering van tso en bso” (als een positieve studiekeuze), alsook wat nu op stapel stond inzake nieuwe minimumdoelen wetenschap en techniek voor het basisonderwijs. De doelstelling van de STEM-agenda 2030 bleef overeind. Binnen drie tot vier jaar viel een duidelijker beeld van de effecten van de modernisering secundair onderwijs en de genomen maatregelen te verwachten. En… er was natuurlijk ook nog de extra 55 miljoen euro voor investeringen in technische richtingen uit het regeerakkoord, maar dat wisten we ook al.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de aanhoudende daling van het aandeel leerlingen in STEM-richtingen van Kim Buyst en over het dalende aantal leerlingen in STEM-richtingen in het secundair onderwijs van Roosmarijn Beckers” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen