17 juni 2021 - Praktijkcommissie eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs

Een korte, maar niet minder belangrijke vraag dan de voorgaande over het volwassenenonderwijs… een ook politiek delicate kwestie trouwens én brandend actueel… de praktijkcommissie in het kader van het decreet over de onderwijsdoelen tweede en derde graad secundair onderwijs. Hoe stond het daarmee: concrete timing, werking? Dat vroeg Jo Brouns. Vooraf wil ik de lezer nog even herinneren aan enkele elementen uit de voorgeschiedenis van die praktijkcommissie. Of er trouwens ooit een echte geschiedenis van die commissie zal komen, valt nog te bezien. Maar die voorgeschiedenis dus:

  • de initiële scope van de praktijkcommissie kon je er hierboven nog eens op nalezen in de beslissing van de Vlaamse regering van 18 december 2020;
  • bij de wens van Loes Vandromme en Jo Brouns over de uitbreiding van die scope tijdens de bespreking in de Commissie Onderwijs op 28 januari 2021 hield minister Weyts de boot nog af;
  • maar bij de plenaire bespreking van het bedoelde ontwerpdecreet op 10 februari 2021 was het toch zover: “Ik heb al iemand aangezocht om het voorzitterschap (voor abonnees) van die praktijkcommissie waar te nemen, waarbij men zich buigt over de toepassing van die eindtermen in de praktijk, zowel in het beroepssecundair onderwijs (bso), technisch secundair onderwijs (tso), kunstsecundair onderwijs (kso) als in het algemeen secundair onderwijs (aso) (nwvr: mijn cursivering).”

Minister Weyts vertelde vooral wat we al wisten. Daarnaast viel te noteren dat de voorzitter van de praktijkcommissie Kristien Druyts, pedagogisch directeur van de secundaire fusieschool Kobos in Kapelle-op-den-Bos, nu aan de evenwichtige samenstelling van de praktijkcommissie werkte en een voorstel ter zake zou doen. Er werd ook bekeken of er kon gewerkt worden met subcommissies. Er zou een Mededeling aan de Vlaamse regering komen vóór het zomerreces. Vermoedelijk is de laatste vergadering van de Vlaamse regering dit werkjaar op 16 juli 2021. Dan zou de praktijkcommissie aan de slag kunnen gaan vanaf september.

Vragensteller Brouns benadrukte in zijn repliek het belang van een maximale gerichtheid op vertrouwen aan de leraren: dat was ook de basis voor een grote mate van vrijheid om invulling te geven aan hun pedagogisch traject. Ik vermoed dat vragensteller Brouns naast “traject” gelijk ook wel “project” bedoelde. Hij verwees ook opnieuw naar de zorgen over die goedgekeurde eindtermen. Minister Weyts had de vaststelling van die zorgen eerder al een open deur intrappen genoemd. Brouns vroeg een grondige evaluatie van hoe de implementatie van de eindtermen op het terrein, in de klas zou verlopen.

Drie interveniënten namen vervolgens het woord. Jan Laeremans suggereerde dat de praktijkcommissie, in afwachting van het verloop in het eerste jaar van de tweede graad, ook al keek naar de ervaringen met de allanger functionerende eindtermen in de eerste graad. Geen gekke vraag, vond ik. Johan Danen vroeg naar de deadline van de praktijkcommissie en stelde voor om zo’n praktijkcommissie als een soort permanente evaluatiecommissie te installeren, met bijvoorbeeld halfjaarlijkse bijeenkomsten na de initiële opdracht. Koen Daniëls had een wijze, leek mij, nuancering klaar bij die voorgestelde periodiciteit van Danen. Zijn ongetwijfeld heel grappig bedoelde verwijzing naar het Grondwettelijk Hof vond ik dan weer veel minder wijs, maar dat ter zijde. Nóg veel minder wijs vond ik Daniëls’ insinuaties over allerlei beïnvloeding. Het blijft voor mij, meer algemeen, een raadsel waar die pertinente antihouding ten aanzien van allerlei verenigingen vandaan komt. Jaren geleden heb ik zulke houding nooit gezien in de Onderwijscommissie, uitgezonderd wellicht in de voor sommigen euforische Paarsgroene era... En alsof een politieke partij ook geen vereniging zou zijn… soit, ik ga er mijn slaap niet voor laten.

Minister Weyts bevestigde dat de aanpak van de praktijkcommissie ruim kon zijn en verwachtte alvast een rapport na één schooljaar. Zo stond het in de initiële beslissing. Voortwerken nadien mocht ook geen probleem zijn. Vragensteller Brouns was in de waan dat de praktijkcommissie toch al wat voorbereidend werk gedaan zou hebben. Hij wees daarnaast op het belang van de betrokkenheid van het Vlaams Parlement hierbij.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio