10 november 2022 – Voorontwerp van decreet Afstandsonderwijs

Drie vragen om uitleg over een onderwerp dat nog volop in het legistieke circuit zat. Formeel ging het om het voorontwerp van decreet houdende het hybride onderwijs in het secundair onderwijs. Gemakshalve heb ik dat hierboven afgekort tot voorontwerp van decreet Afstandsonderwijs. Op 27 september 2022 was het advies van de Vlor over de eerste versie van die tekst gepubliceerd. Op 28 oktober 2022 had de Vlaamse regering de aangepaste tekst goedgekeurd en voor advies naar de Raad van State gestuurd. Ook het Kinderrechtencommissariaat had geadviseerd (20 oktober 2022), na al een eerder advies in ‘coronatijd’ (9 maart 2021). Vlaams Parlementslid Els Ampe, die we niet zo vaak zien in de Onderwijscommissie (nwvr: zij is dan ook ‘slechts’ plaatsvervangend lid) had er al een actuele vraag over gesteld in de plenaire vergadering van 5 oktober 2022.

Hoe zou minister Weyts de verdere opvolging doen na die adviezen? Wat met kwetsbare leerlingen? Kwam er een specifiek kwaliteitskader? Hoe garanderen dat afstandsonderwijs niet ingezet zou worden als remedie tegen het lerarentekort of capaciteitstekorten? Wat met een klachtenprocedure? Wat met verzekeringsaangelegenheden, wanneer leerlingen aan afstandsonderwijs deden?

Eigenlijk stond veel (om niet te zeggen alles) van wat minister Weyts antwoordde in de voorlopige decretale tekst, die overigens publiek beschikbaar was. Het was dus weer zowat de situatie als we recent zagen met de vraag om uitleg van Steve Vandenberghe over doorverwijzingen naar het buitengewoon onderwijs op 27 oktober 2022. Ook daar was het relevante voorontwerp van decreet (Leersteun) nog hangende.

De minister schetste dus hier opnieuw het waarom van het kader voor afstandsonderwijs (in het secundair onderwijs), de betekenis van de Digisprong in dit verband en de (beperkende) vijf randvoorwaarden, zoals ze in de voorlopige decretale tekst stonden. Niet het lerarentekort noch de hoge energiefacturen waren motieven voor dit voorontwerp van decreet, wél de zorg om de onderwijskwaliteit in deze zin dat afstandsonderwijs een zinvolle aanvulling kon zijn bij contactonderwijs op school.

Maar dat volstond niet voor de parlementsleden. Na die eerste 20 minuten zou de verdere bespreking nog eens 25 minuten in beslag nemen, maar dat terzijde. Naast omstandige herhalingen van de gekende bezorgdheden werd mijn aandacht meer getrokken door enkele specifieke elementen:

  • vragensteller Grosemans had er slechts algemeen naar verwezen, maar de minister en interveniënt Koen Daniëls noemden het wetenschappelijk onderzoek op vraag van de overheid expliciet bij naam, waarop nu een en ander gebaseerd was: OBPWO 21.05 Blended learning in het Vlaams secundair onderwijs: van noodzaak naar structurele implementatie, inclusief een heel bruikbare inspiratiegids;
  • interveniënt Koen Daniëls maande de sprekers die bij andere gelegenheden zo vaak vóór vrijheid (van onderwijs) waren, aan tot enig consequent gedrag nu in deze kwestie; ook de minister had voordien gesproken over vertrouwen in de scholen als uitgangspunt; hun beider interventies leken mij toch evenzeer geen klein “de-pot-verwijt-de-ketel-dat-hij-zwart-is”-gehalte te vertonen;
  • ten slotte meende dezelfde interveniënt Daniëls weet te hebben van een gebrek aan ondersteuning voor scholen vanwege de pedagogische begeleiding inzake de Digisprong; en geïnspireerd door de kwestie van de zgn. Vlaamse canon de dag voordien in de plenaire vergadering, raadde hij diezelfde pedagogische begeleiding aan te investeren in de al bestaande Digisprong (en de vragen van scholen daarbij) in plaats van nu al in professionalisering te voorzien over wat nog niet bestond, over die Vlaamse canon dus… het thema zou later in de gedachtewisseling met Koen Pelleriaux nog terugkomen.

Hoe dan ook, er zou goed gecommuniceerd worden over deze nieuwe decretale regeling. Ze zou, zij het pas in 2027-2028, ook geëvalueerd worden. Én de Onderwijsinspectie zou goed toezicht houden binnen de context van het zgn. OK, net zoals voor diverse andere kwaliteitszaken bij doorlichtingen.

Och ja, misschien ten slotte ook nog kort dit. Interveniënt Hilâl Yalçin had de minister nog gevraagd naar de mogelijkheden in het basisonderwijs, waarop de minister antwoordde dat er ook in het basisonderwijs occasioneel toch ook wel wat mogelijk was via afstandsonderwijs. Geïnspireerd door de actualiteit van 9 november, zei hij, zelfs bij herhaling: “Bijvoorbeeld bij een politieke (nwvr: mijn cursivering) staking…” Was finaal niet élke staking politiek, ‘zag’ ik mezelf denken, maar misschien ben ik (politiek) ietwat naïef. Dat zou kunnen natuurlijk.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio