1 februari 2024 – Hoorzitting/gedachtewisseling over het leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs: een bondig commentaar bij een heel lange vergadering

Een erg lange vergadering van liefst drie parlementaire commissies samen. En was het brandalarm niet afgegaan zo rond de klok van 19.30 u was men nog wel even doorgegaan. Of de cateraar die de receptie van het Gemeenschapsonderwijs enkele verdiepingen lager verzorgde, iets met dat brandalarm te maken had, daarvan kreeg ik later geen bevestiging. Het kón…

Er was ook wat discussie over de reden waarom deze vergadering zo lang op zich had laten wachten: commissaris Stijn Bex (Groen) stak dat op de betrokken ministers (nwvr: minister Crevits pikte dat persoonlijk en uitdrukkelijk niet…) tot bleek dat het lag aan de vergaderkalenders van de betrokken parlementaire commissies. Komt daarbij dat ik bij een blik op de aanwezigheidsstatistieken toch wel even de wenkbrauwen moest fronsen: 16 aanwezig, 18 afwezig met kennisgeving, 13 afwezig. Tja… en dat voor een thema waarover sommigen toch wel heftig deden.

Het thema van eerst een hoorzitting met enkele bevoorrechte participanten en vervolgens een gedachtewisseling met de betrokken ministers kende al een hele (parlementaire) voorgeschiedenis. De directe aanleiding voor de vergadering was de resolutie die in de vergadering van de Commissie voor Onderwijs behandeld was op 25 november 2021 (met ook verwijzing naar het tussentijdse evaluatierapport van de eerste twee pilootprojecten door de U Hasselt en de Thomas More Hogeschool; goedkeuring in de plenaire vergadering van 8 december 2021). In die commissievergadering deed bijvoorbeeld ook Jos D’Haese erg heftig, maar in de voorliggende verenigde commissiesvergadering, onderdeel gedachtewisseling (met de ministers), hoorde ik hem niet meer.

Maar dat was qua voorgeschiedenis nog lang niet alles. Ik verwijs hier ook graag naar wat recentere precedenten (met ook nogal wat schriftelijke vragen), naar wat oudere precedenten, naar een recent advies van de Kinderrechtencommissaris (met ook verwijzing naar het evaluatierapport van de pilootprojecten door Deloitte; de introtekst bij het KRC-advies schetst kernachtig waarover het hier gaat) en naar vragen om uitleg in de Commissie voor Mobiliteit van 11 mei 2023. Er was dus al heel wat spreektijd en energie naar het thema van die oudere resolutie gegaan, maar de kernvraag nu was: wat had de Vlaamse regering intussen gedaan met de resolutie, wat was de stand van zaken met de opvolging ervan en waarom werd een bredere uitrol vanaf 2024-2025 weer niet gehaald? Dat waren de cruciale vragen die bij meerdere commissarissen terugkwamen.

De sprekers tijdens de hoorzitting waren: Mher Ghazarian (coördinator pilootproject leerlingenvervoer regio Midwest), Bart Malfliet (coördinator pilootproject leerlingenvervoer regio Leuven), Jan De Vos (coördinator pilootproject leerlingenvervoer regio Antwerpen) en Caroline Vrijens (Kinderrechtencommissaris; af en toe ondersteund door haar adviseur Chris Vleugels).

De daaropvolgende gedachtewisseling was met: Hilde Crevits (viceminister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin), Ben Weyts (viceminister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand) en Lydia Peeters (minister van Mobiliteit en Openbare Werken).

De lange parlementaire bespreking kan ik eigenlijk redelijk kort samenvatten:

  • de pilootprojecten waren dan wel als “formeel pilootproject” beëindigd, het werk werd lokaal voortgezet; én vooral klonk de smeekbede luid: “Neem het nu van ons over!”; men had uit de pilootprojecten allerlei nuttige zaken geleerd en (soms heel praktische) knelpunten vastgesteld; nu was het zaak om tot een Vlaanderenbreed beleid ter zake te komen; zoals uit de hele voorgeschiedenis al wel gebleken was (en ook nu weer bij deze bespreking), het ging hier om een erg complexe aangelegenheid;
  • de politieke discussie met vooral een erg actieve Stijn Bex (“Hoe komt het dat dit zo lang duurt?”) was weliswaar begrijpelijk, maar gelijk is net de complexiteit van de zaak grotendeels een verklaring, lijkt mij althans, voor die traagheid; ook als Stijn Bex minister geweest was in dezen, samen met enkele Groen- en Vooruit-collega’s, weet ik niet of het resultaat noemenswaardig anders geweest zou zijn; tijdens de gedachtewisseling met de ministers in het tweede deel van de vergadering maakte Bex uitdrukkelijk gebruik van de ook kritische houding en teleurstelling van meerderheidslid Kathleen Krekels om zijn zaak kracht bij te zetten; op dat moment stond minister Lydia Peeters er trouwens nog alleen voor, omdat de ministers Weyts en Crevits door omstandigheden vroeger moesten vertrekken;
  • minister Weyts had vooraf opnieuw zijn intussen gekende redenering gemaakt (cf. voorgeschiedenis en budgettaire inspanningen), gewezen op de ingreep destijds van toenmalig minister, wijlen Steve Stevaert, als een van de sleutels voor een oplossing verwezen naar een regierol voor de lokale besturen (wellicht het best per cluster van lokale besturen) en gezegd slechts weinig suggesties gehoord te hebben, -- wél vele vragen --; dat van die regierol van lokale besturen deelde Welzijnsminister Crevits (cf. haar inspiratie bij de zgn. “Doorgaande lijn” en het decreet BOA, waarvan ze de financiële hefboom wel wilde vervroegen), die niet naliet en passant te vermelden dat in de betrokken omzendbrief Welzijn aanvankelijk onvermeld bleef;
  • minister Peeters schetste heel concreet, mét cijfers, wat er de voorbije jaren gedaan en bereikt was, incl. de verbetering in het aantal leerlingen dat nog meer dan 90 minuten op de bus zat;
  • haar oplossing was trouwens, mede ondersteund door een (wat mij betrof) gesmaakte tussenkomst van nieuwkomer-partijgenoot van de minister, Bob Savenberg, als volgt:
  • voorlopig het regelluwe kader van de pilootprojecten Vlaanderenbreed uitbreiden als stap op korte termijn;
  • dan het ruimere debat op langere termijn aangaan (mét inbegrip van het rechtenverhaal), waarbij (wellicht) lokale besturen een belangrijke rol moesten krijgen (fundamenteler debat over recht op (collectief) vervoer, programmatie buitengewoon onderwijs, buitenschoolse opvang ook voor buitengewoon onderwijs, enz.);
  • of daarbij de door het Kinderrechtencommissariaat gevraagde, decretale (lees: Vlaanderenbrede) beperking van de tijdsduur van een busrit tot 60 minuten ook moest worden gerealiseerd laat ik zelf voorlopig in het midden.

Ik verwijs ten slotte heel graag naar de hele video [vanaf 11:20] van de bespreking in afwachting van het formele parlementaire verslag.

Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wifried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio