Voorbeeld - Over afstanden, reistijden en oppervlaktes

In deze opdracht voor de B-stroom reiken we enkele ideeën om via een kaart van de schoolomgeving te werken aan inzicht rond afstanden, reistijden en oppervlaktes. Enkele aanpasbare documenten zijn beschikbaar.

Opdracht

sla link op in klembord

Kopieer

Hieronder zie je screenshots van de blanco opdracht die gemaakt werd op maat van Ingelmunster, maar die je zelf kunt aanpassen naar de eigen schoolomgeving. Bij de bijlages vind je ook de opdracht als word-document (aanpasbaar dus) met in de opmerkingen de antwoorden.

Het idee is dat leerlingen door de opdrachten bouwen aan inzicht rond afstanden, reistijden en oppervlaktes door die voor enkele vertrouwde routes en zones in hun eigen schoolomgeving te schatten en vervolgens te berekenen. Gerelateerde leerplandoelen worden opgesomd.

Voorstelaanpak

sla link op in klembord

Kopieer

Neem mee/ laat afdrukken:

  • Een dun touw om een meettouw van te maken (ongeveer 20 cm per duo)
  • Een transparant (ongeveer 1 transparant per 3 duo’s)
  • Het bronnenblad (in bijlage, 1 per duo)
  • De kaart van Ingelmunster, maar beter natuurlijk is om een eigen kaartje te maken (zie tip en de kaart van Ingelmunster als aanpasbare ppt in bijlage, 1 per duo)
Los op voorhand de vragen op en maak op voorhand één of enkele eigen meettouwen en meetvierkanten. Die kun je ter illustratie tonen en kunnen leerlingen gebruiken om hun eigen meettouwen en meetvierkanten mee te corrigeren.

Verdeel de leerlingen in duo’s. Ze hebben per duo een stift om op lamineerpapier te schrijven en een geodriehoek (loodrecht tekenen). Doordat leerlingen in duo werken kunnen ze hun eigen vingers gebruiken om het touw de gewenste weg te laten volgen. Optioneel ligt een prikbord onder de kaart (of werk je op de werkbanken van een technieklokaal ß als dat mag), dan kun je de plaatsen waartussen je de afstand wilt bepalen met echte prikkers aanduiden en daarmee je draad wat opspannen.

Voorzie een centrale correctiebank waar leerlingen rond kunnen staan. Na elke letteropdracht roep je de leerlingen rond de correctiebank.
De meettouwen en meetvierkanten kun je vergelijken: wie werkte nauwkeurig? Welke problemen waren er? Hoe is tewerk gegaan voor de 25 vierkanten: 25 vierkanten getekend of …?
Bij de meet- en rekenopdrachten laat je leerlingen hun blad op de correctiebank leggen en laat even in stilte kijken (terwijl jij dat zelf ook doet en nadenkt welke boodschap hieruit de moeite is.) Na die enkele minuten, stel je dan wat vragen vb. “Wat zou het juiste antwoord zijn?”, je zoekt daarna een blad met het juiste antwoord en laat die leerlingen uitleggen. Daarna kun je een blad kiezen met een fout antwoord dat deels correct is. “Niet slecht, deels juist, maar wat is hier misgegaan?” en dan met de input van je klas toelichten.
Na elke correctie nemen duo’s hun blad terug naar hun bank. Je noteert dan het juiste antwoord aan het bord, laat leerlingen verbeteren, aanduiden hoe het ging en kort noteren waarom ze dat vinden. Laat hen daarna verder werken.

Zit je met een diverse groep? Bij de even letters zijn telkens twee exploratieopdrachten. Zo kun je mogelijk deels tegemoet komen aan de diversiteit in je klas. Tragere leerlingen kunnen deze opdrachten (deels) overlaten en zo kunnen leerlingenduo’s de opeenvolgende letteropdracht samen gelijktijdig aanvangen.

Gelinkte doelen

sla link op in klembord

Kopieer

Aan deze opdracht zijn verschillende leerplandoelen wiskunde gelinkt:
LPD2 (STEM-doel): De leerlingen gebruiken met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten en hulpmiddelen (want leerlingen gebruiken een geodriehoek bij het maken van een meettouw en de meetvierkanten)
LPD3 (STEM): De leerlingen gebruiken gepaste grootheden en eenheden in een correcte weergave (want leerlingen moeten afstanden, oppervlaktes en reistijden schatten en bepalen)
LPD5: De leerlingen voeren met functioneel gebruik van ICT eenvoudige berekeningen uit met gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen in betekenisvolle contexten (want leerlingen moeten met een verhoudingstabel werken om reistijden te bepalen)
LPD9: De leerlingen stellen vlakke meetkundige objecten grafisch voor in betekenisvolle contexten. (de leerlingen tekenen vierkanten)
LPD10: De leerlingen berekenen omtrek en oppervlakte van vlakke figuren in betekenisvolle contexten. (de leerlingen berekenen de oppervlakte van vierkanten)
LPD14BG - De leerlingen gebruiken informatie uit eenvoudige tabellen en diagrammen in betekenisvolle contexten.  (de leerlingen gebruiken een bronnenblad)
De opdracht is ook gelinkt aan één doel van het leerplan "Natuur, ruimte en techniek":
LPD4 De leerlingen lokaliseren zichzelf en plaatsen met behulp van lokalisatie- en oriëntatietechnieken (want leerlingen gebruiken een kaart met schaal)

Tip: een betekenisvollere kaart

sla link op in klembord

Kopieer

Deze opdrachten zijn geschreven voor het mooie Ingelmunster, maar ze zijn natuurlijk betekenisvoller als je ze aanpast naar je eigen omgeving. Dat is gelukkig niet moeilijk.

  • Ga naar https://www.google.be/maps
  • Kies een gebied die veel leerlingen kennen vb. de schoolomgeving
  • Zoom in of uit tot de lijnschaal onderaan rechts in beeld een lijn van 100 m voorstelt (dan kloppen de afbeeldingen voor het maken van een meettouw en meetvierkanten).
  • Maak een screenshot vb. met het knipprogramma
  • Je kunt enkele plaatsen nu nog aanduiden en vb. met Google ook afbeeldingen maken en toevoegen

×
Kijkt als...
Niveau
Regio